De horken van de NPCF
1 reactieVan sommige organisaties binnen de gezondheidszorg vraag ik me toch echt af wat hun bestaansrecht is. Een van die organisaties is de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF). Tijdens het congres van Women Inc. hoorde ik de directeur van de NPCF een betoog houden en na afloop van haar verhaal wist ik het zeker: de NPCF voegt gewoon niets toe. Het is een organisatie zonder inhoud en kwaliteit. Dat op zich is al erg, maar het is feitelijk nog veel erger. De NPCF zegt op te komen voor de belangen van de patiënten, maar de standpunten die zij inneemt druisen hier recht tegenin.
De directeur van de NPCF, mevrouw Wilna Wind, betoogde dat haar organisatie zich vooral druk maakt over specialisten die ‘horkgedrag’ vertonen. Het moet maar eens afgelopen zijn met die medisch specialisten die patiënten onheus bejegenen. Ik zou verwachten dat een patiëntenorganisatie zich vooral over de kwaliteit en deskundigheid van medisch specialisten zou bekommeren, maar daarover repte mevrouw Wind met geen woord. Als ze maar aardig zijn, dan is het goed.
In het programmaboekje stond achter de naam van mevrouw Wind de afkorting NPCF, maar luisterend naar de inhoud van haar betoog had daar net zo goed een willekeurige verzekeraar kunnen staan. Over het opkomen voor de belangen van patiënten klonk weinig tot niets.
Medisch specialisten denken in tegenstelling tot de NPCF wél aan het belang van hun patiënten. Van hun streven naar deskundigheid en kwaliteit van patiëntenzorg hebben patiënten meer te verwachten dan van de NPCF.
Aysel Erbudak, voorzitter raad van bestuur Slotervaartziekenhuis
Klik hier voor alle bijdragen in de rubriek Veldwerk
L.W. Boland
jeugdarts, DIEMEN
Het betoog van Mw Erbudak lijkt me juist een ondersteuning voor het nut van organisaties als de NPCF.
Uiteraard is de kwaliteit van de medische zorg, geboden door de artsen, het belangrijkst. Gelukkig is deze in Nederland over het algemeen in orde. V...oor toezicht op deze kwaliteit zijn de arts zelf, de werkgever en de Inspectie verantwoordelijk. Vandaar dat medische kwaliteit wellicht geen primair speerpunt van de NPCF is. De bejegening van patiënten is meestal wel maar helaas niet altijd comme-il-faut. Dat kan te maken hebben met overbelasting of persoonlijke problematiek van de arts. De patiënt, met soms angst voor de bedreigende aandoening waarmee hij te maken heeft, heeft recht op een arts die naast hem staat bij het nemen van moeilijke beslissingen rond de behandeling. Horkerigheid past daar niet bij. Een organisatie die oog heeft voor toezicht op deze kwaliteit, en daarmee patiëntenbelangen behartigt, wel.