Moppie
Het is donderdag tegen het eind van de middag, als ik met mijn begeleider naar de SEH ga. We zien een man van ver in de tachtig, oorspronkelijk afkomstig uit het westen van het land. Hij is bekend met kanker en was wat in de war.
Birgit Hoekstra is net begonnen met haar eerste jaar als co-assistent. Ze schrijft vanuit het hoge Noorden over van alles wat ze in en rondom het ziekenhuis tegenkomt.
Het is donderdag tegen het eind van de middag, als ik met mijn begeleider naar de SEH ga. We zien een man van ver in de tachtig, oorspronkelijk afkomstig uit het westen van het land. Hij is bekend met kanker en was wat in de war.
Jaar één, bachelor geneeskunde: we lopen de trap van de tentamenhal af. Om me heen hoor ik iedereen aan elkaar vragen ‘Hé, hoe ging jouw tentamen?’ Een stukje interesse enerzijds, maar zeker óók eigenbelang. De norm van het tentamen wordt namelijk gebaseerd op alle scores bij elkaar, dus het is wel degelijk ook eigenbelang om te weten hoe je medestudenten hebben gescoord.
Bij de tweede patiënt werd ik meer uitgedaagd. Ervan uitgaande dat het vast ook wel goed ging met deze mevrouw, probeerde ik tijdens het stukje smalltalk alvast de bloeddrukband om te doen.
Een paar weken geleden begon ik aan mijn allereerste coschap. Ontzettend leuk en leerzaam om eindelijk met de witte jas aan door het ziekenhuis te lopen en mijn eerste eigen patiënten te mogen zien. Maar ondanks dat zitten er toch ook nadelen aan het ‘arts in spe’-leven.
Een jaar of tien was ik, toen het weer tijd was voor een bezoekje aan de kno-arts. Als kind had ik vaak last van oorontsteking. Het niet goed sluiten van mijn trommelvliezen na de zoveelste keer buisjes leidde tot eens per zoveel tijd een bezoekje aan de kno-arts.