Blogs & columns
Nina Ooms
4 minuten leestijd
Blog

Zorgen

3 reacties

Ik sta in de woonkamer van de psychogeriatrische afdeling van mijn huidige werkplek en kijk rond. Even voelt het alsof ik in een scène van One flew over the cuckoo’s nest ben beland.
Iemand praat onophoudelijk tegen het raam, iemand zit uit volle borst (vals) mee te zingen met de muziek die op staat, een ander zit verwoed haar tafel schoon te poetsen, die overigens niet vies is. Een dame klampt iedereen die ze ziet aan om vragen te stellen: ‘Waar moet ik nu naartoe? Is dit van mij? Wilt u mij even helpen?’

Bij de deur een dame die met starende blik voor zich uit kijkt en continu in haar rolstoel naar achteren rijdt. Dat daar een muur staat, lijkt ze niet door te hebben. De andere mensen zitten wat te slapen.

Ik denk terug aan een gebeurtenis van niet lang geleden. Ik zat achter mijn computer te werken, toen er op het raam werd geklopt. Meneer de Boer (niet zijn echte naam), die ik kende als bewoner van deze PG-afdeling, stond bij het raam. Hij stond met zijn benen in een berg droge bladeren. Normaal wandelt er niemand hier, omdat het de uithoek is van de binnenplaats.

‘Goedemiddag meneer de Boer’, zeg ik, nadat ik het raam heb geopend.

‘Dag mevrouw. Ik ben verdwaald.’

‘Ha, daar kan ik u wel mee helpen. Kijk eens achter u, daar waar die mensen staan. Daar is een deur waar u weer naar binnen kunt, naar het restaurant’.

Hij kijkt niet om.

‘Ik moet naar het dorp. Ik ben daar weggelopen en ze weten niet waar ik ben, dus ik moet terug. Heeft u misschien een auto? Het is nogal een eind lopen namelijk’.

‘Ik begrijp het, u bent bang dat ze bezorgd zijn over u, meneer De Boer?’ vraag ik, de gestelde vraag ontwijkend.

‘Ha, u kent mijn naam. Bent u ook van hier?’

‘Jazeker, ik ken u van de afdeling.’

‘De afdeling?’ vraagt hij.

‘Ja, ik ben uw dokter’. Hij knikt bedenkelijk.

Ik vraag of hij weer wat is opgeknapt. Hij antwoordt dat het lopen nog slecht gaat. Ik kijk naar zijn benen, die stabiel in de berg bladeren staan. ‘En de longen?’ vraag ik. Ik ben een aantal dagen terug gestart met antibiotica, omdat hij een pneumonie had met hoge koorts. ‘Nee, de longen, daar heb ik nooit wat mee.’ De betrouwbare anamnese van een dementerende.

Ik realiseer me dat ik misschien de verkeerde weg ben ingeslagen; deze man heeft geen idee dat hij hier woont, wat dit gebouw precies is en waarom iedereen hem kent. Ik sluit niet aan bij zijn belevingswereld.

‘Ik moet mijn dochter even bellen. Mag ik uw telefoon even gebruiken?’ zegt hij.

Ik weet dat hij dit altijd wil, zijn dochter bellen. Voordat hij hier woonde, werd ze plat gebeld door hem. Ik denk even na hoe ik dit zal aanpakken. Ik neem de makkelijke weg en ontwijk het probleem.

‘Ik weet haar telefoonnummer niet. Als u nou door die deur daar naar binnen loopt, daar lopen meer mensen die u kennen. Misschien weten zij wel het telefoonnummer.’ Ik weet niet hoe ik het anders moet oplossen en hoop dat hij tegen de tijd dat hij binnen is, vergeten is dat hij haar wilde bellen.

Gelukkig kijkt hij nu wel achterom, naar de deur.

Hij draait weer terug.

‘Mag ik die telefoon daar even van u lenen? Dan kan ik even bellen’, vraagt hij terwijl hij naar een nietmachine wijst.

‘Dat is een nietmachine’, zeg ik.

‘O.’ Hij is even stil. ‘Tja, dan zit er niets anders op dan toch maar naar dat café daar te gaan’, zegt hij en hij draait zich om.

‘Tot ziens, meneer De Boer en veel succes’, roep ik hem nog na. Ik controleer of hij de goede route neemt en dat doet hij.

Ik denk na of ik juist heb gehandeld, maar kom tot de conclusie van wel. Er is een reden dat ik deze man durf weg te sturen. De verzorgende. Ik weet, omdat ik dit eerder heb gezien, dat zij meneer De Boer zullen opvangen. Ze zullen hem vrolijk begroeten, welkom heten, aangeven dat ze blij zijn om hem te zien. Ze zullen hem uitnodigen voor een kopje koffie. Hij stapt een warme, gezellige woonkamer in en krijgt een stoel aangeboden. Als sneeuw voor de zon verdwijnt de behoefte om zijn dochter te bellen naar zijn achterhoofd, en de situatie is weer rustig.

Ik kijk weer rond in het cuckoo’s nest. Op het eerste gezicht wekt het medelijden op om hier rond te kijken, maar ik zie nog iets anders. Tussen de bewoners lopen ze rond, de verzorgenden. Ze maken grapjes, geven mensen een knuffel of gaan even met ze wandelen als de hoeveelheid prikkels in de ruimte even te veel wordt. Ze kennen de mensen feilloos. Ze weten per persoon precies op welk knopje ze moeten duwen om het gedrag of de stemming de goede kant op te buigen. Ik vind het hartverwarmend. Deze mensen – de verzorging, maar ook de activiteitenbegeleidsters, de dames van de keuken, de vrijwilligers – zijn de basis van de behandeling van onrust bij dementie. En als het dan echt niet meer gaat, dan kom ik met mijn psychofarmaca om de hoek kijken.

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen

  • Carien van Rijn

    Geriater LangeLand Ziekenhuis, Zoetermeer

    Een ontroerend stukje, waarin de hulpeloosheid en het belang van een proffesionale, warme bejegening op een fraaie wijze aan de orde komt.
    Willy Drummen vindt het in haar commentaar nodig om te stellen: "Daar kunnen vele ziekenhuisafdelingen nog van ...leren". Jammer, zo'n sneer is helemaal niet nodig en ook niet terecht.

  • Willy Drummen-Sikma

    Specialist Ouderengeneeskunde, Sittard-Geleen

    Hoe Nina Ooms in haar blog het verloop van de ontmoeting van bewoner, dan wel patiënt, op haar pg-afdeling beschrijft is heel herkenbaar en gaf een lach op mijn gezicht. Ook ik voel me dagelijks wat klungelig in gesprekjes en hoop dat de zorg me dan ...wat 'ondersteunt' en helpt met afleiden. En ik ben het met Nina Ooms eens, met de vele creatieve zorgende mensen in de zorg kunnen deze pg-bewoners vaak functioneren in het systeem van een verpleeghuis. Maar ondanks alle goede zorgen zullen we medicatie nodig blijven houden om het zieke chaotische brein te ondersteunen, want alleen liefdevolle aandacht is niet voldoende. Probleemgedrag bij dementie is één van de belangrijkste reden voor een opname in een verpleeghuis, maar gelukkig kunnen vele professionals in het verpleeghuis het gedrag ombouwen naar een situatie dat het weer hanteerbaar wordt en daar kunnen vele ziekenhuisafdelingen nog van leren.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.