Blogs & columns
Blog

Zaadschurft

Plaats een reactie

Beroepsziekten zijn zo oud als de werkende mensheid. Sinds Adam uit het paradijs is verdreven is de mens immers gedoemd tot arbeid, ‘in het zweet zijns aanschijns’ (Genesis 3 vers 19). Arbeid is van oudsher verbonden met zweten en zwoegen. Zwaar werk bracht allerlei ziekten met zich mee. Tegenwoordig zitten we comfortabel achter ons beeldscherm te werken, maar zelfs op die droge en verwarmde plek kunnen we nog ziek worden. Tenminste, als we urenlang blijven zitten en op het scherm blijven turen.

Eigenlijk is het een heel dankbare diagnose, een beroepsziekte, want de behandeling krijg je er gratis bij geleverd. Nogal wiedes, gewoon stoppen met die ziekmakende arbeid! Stoppen met die slechte werkhouding. Weg uit die ongezonde omgeving. Dat werkt in vrijwel alle gevallen. Alleen niet bij silicose en asbestziekten. Maar meestal geneest de beroepsziekte of komt het ziekteproces tot stilstand als de patiënt ermee stopt. Gek dus eigenlijk dat in Nederland bedrijfsartsen zo weinig beroepsziekten melden. Van de 25 duizend geschatte gevallen per jaar komt amper een kwart terecht bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Een belangrijke reden voor deze enorme onderraportage is dat het financieel geen verschil maakt of je nu door je werk ziek wordt, of door een andere oorzaak. Het huidige anonieme meldingssysteem is er dan ook uitsluitend voor de signalering en preventie. En daar hebben bedrijfsartsen niet altijd zin in. Wat zal de werkgever, jouw klant, er wel niet van zeggen als je een beroepsziekte meldt in zijn bedrijf?

 

Vroeger ging dat anders. Toen werden beroepsziekten met naam en toenaam van de patiënt, plus de naam van de arts, plus de 'aard der ziekte' gemeld bij de Arbeidsinspectie. Alle artsen moesten dat doen. Dat was je wettelijke plicht als arts ingevolge artikel 82 van de Arbeidswet 1919.

 

Onlangs werd ik even heel gelukkig. Een collega overhandigde mij een handgeschreven register van beroepsziekten. Hij had dat in 1995 opgedoken bij het ministerie van Sociale Zaken, waar ze het wegens een grote opruiming in de papiercontainer wilden gooien. Hij had het van de vernietiging gered en het thuis weggelegd. Maar toen hij zelf thuis ging opruimen vond hij het weer terug. ‘Jij bent toch dol op ouwe troep? Kijk eens wat ik voor je heb!’

 

Het is een heel dik cahier waarin met een kroontjespen alle gemelde beroepsziekten vanaf 2 januari 1932 tot 10 maart 1969 zijn opgetekend. Met de naam van de patiënt en diens woonplaats erbij. Het register van de Arbeidswet 1919! Er staan duizenden beroepsziekten in. Nieuwsgierig scroll ik door de regels en de pagina's. Dit is historische epidemiologie pur sang! Smullen voor de liefhebber. Ik krijg zin om te gaan turven. Hoe vaak komt een diagnose voor, bij wie, waar, wanneer? Wat leren we hiervan?

 

Om wat voor diagnosen gaat het eigenlijk? Heel vaak zie ik eczeem, tendovaginitis, loodvergiftiging, bursitis praepatellaris, ook wel kruipknie genoemd, en nystagmus voorbijkomen. Dat laatste was een typische mijnwerkersziekte die na 1950 niet meer voorkomt. Zie mijn eerdere blog Ondergronds afzien.

Wat minder vaak vind ik: melkerskramp, koolmonoxydevergiftiging, conjunctivitis en lasogen. Staan er eigenlijk ook beroepsinfectieziekten in? Jazeker! Natuurlijk nog geen covid-19, maar wel erysipeloid, trichofytie en anthrax. En dan, gemeld op 18 mei 1932: een geval van zaadschurft. Wat mag dat wel zijn? Het lijkt me een heel nare jeukende ziekte. In welk beroep loop je dat eigenlijk op?

 

Uiteindelijk blijkt het mee te vallen. Zaadschurft is een bladschimmelziekte bij zaaddragende fruitbomen. Zoals appels en peren. De schimmel kan in zeldzame gevallen overgaan op de handen van de fruittelende mens. Zoals covid-19 incidenteel van dier op mens overspringt, is bij zaadschurft dus sprake van transmissie vanuit het plantenrijk. Verdere verspreiding van mens op mens is niet beschreven. Zou dat al het geval zijn geweest, dan was het advies simpel. Geen handen schudden.

 

Het handgeschreven register heb ik inmiddels geschonken aan het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland, gevestigd op Urk. Daar heeft het een mooi plaatsje in de afdeling Arbeidsgeneeskunde. Daar is het ook voor elke belangstellende in te zien.

lees ook
  • André Weel

    André Weel is bedrijfsarts-niet-praktiserend en epidemioloog; werkzaam als curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk.'  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.