Blogs & columns
Blog

Wishful zinken

7 reacties

Als je toch te gronde moet gaan, doe het dan stijlvol. Dat dachten de musici van het strijkje in de salon van de zinkende Titanic ook. Zij speelden onverstoorbaar verder terwijl het water hun al om de voeten klotste. Zij wilden sterven in schoonheid. Of dachten ze dat het allemaal in scène was gezet? Inclusief de aanvaring met de ijsberg? In dat geval wensten ze, verwachtten ze redding. Al zinkend.

De afgelopen dagen moest ik veel aan deze optimistische musici denken. De aanleiding was een ander zinkend schip. Ik had contact met opleiders van bedrijfsartsen in Duitsland en Oostenrijk. Nee, ik was niet aan het skiën. Het was een serieuze bijeenkomst. De stemming was bedrukt. Verschillende collega’s hadden hun baan verloren. Hun opleidingsinstituut was gesloten. Reden: een opdrogende instroom in de bedrijfsartsenopleiding. In Duitsland hebben de opleidingen in München, Ulm, Bremen en Berlijn (Ärztekammer) recentelijk hun poorten gesloten. Elders in Duitsland melden zich alleen nog vrouwelijke artsen aan die parttime willen werken en geen avond- en nachtdiensten willen doen. In Oostenrijk zijn de opleidingen in Linz en Klosterneuburg gestopt. Daar is nu helemaal geen bedrijfsartsenopleiding meer. Wenen heeft nog wel een leerstoel bedrijfsgeneeskunde, maar geen postdoctorale opleiding. En onvermijdelijk kwam de vraag van de Duitstalige collega’s: ‘Wie ist es mit dem Nachwuchs in der Niederlande?’ Hoe staat het er in Nederland voor met de jonge aanwas?

Niet veel beter, moest ik bekennen. Misschien nog vijftien nieuwe instromers per jaar. Verdeeld over de opleidingen in Nijmegen en Utrecht. Elk jaar gaan er honderdvijftig bedrijfsartsen met pensioen… Je kunt op een bierviltje uitrekenen dat het over tien jaar, in 2028, is afgelopen. Precies honderd jaar nadat Anton Philips dr. Georg Carl Eduard Burger aanstelde als fabrieksarts bij de Philips Gloeilampenfabrieken N.V. te Eindhoven doet de laatste bedrijfsarts het licht uit. Of zie ik het te somber?

Je kunt natuurlijk optimistisch blijven. Hopen op een wonder. ‘Het zal wel goed komen.’ ‘We worden vast wel op tijd gered.’ Dat is ook het beleid van de beroepsvereniging der bedrijfsartsen. Vorig jaar zijn immers nog tien ambassadeurs op pad gestuurd. Jonge artsen die blogden en vlogden hoe leuk het vak wel is. Niks mis mee, ze hebben een punt, het is een leuk vak, maar of je het daarmee gaat redden? Zijn er dan helemaal geen reddingsboeien? Is de Nederlandse bedrijfsarts de professionele verdrinkingsdood nabij?

De oorzaken van de terugloop zijn nooit systematisch onderzocht. Wat zeker een rol speelt, is de beeldvorming van een onaantrekkelijk beroep bij jonge artsen. Klinisch geschoold als ze zijn, is de overgang naar de bedrijfsgeneeskunde een te grote stap. Een vak als sociale geneeskunde hangt er in het basisartscurriculum een beetje bij. Weinig uren, weinig inhoud, stages van uiteenlopende aard en kwaliteit. Dat bevestigt het beeld bij de student dat dit vak een randverschijnsel is. Een vak waar je niet op wordt afgerekend. Het speelt zich af buiten de kliniek, en kan alleen al daarom niet veel voorstellen.

Maar ligt daar niet ook de oplossing? In de kliniek? Waarom hebben tien jaar geleden een aantal verontruste bedrijfsartsen en klinisch specialisten de Nederlandse Vereniging voor Klinische Arbeidsgeneeskunde opgericht? Omdat ze vonden dat de bestaande bedrijfsartsenvereniging te weinig doet om de wereld van de kliniek en de arbeidswereld samen te brengen. Bij uitstek ontmoeten die twee werelden elkaar als er sprake is van een beroepsziekte. Maar ook bij mensen met chronische ziekten doen zich ingewikkelde vragen voor als het gaat om arbeidsgeschiktheid en geschikt werk. De leden-specialisten zijn enthousiast en delen hun kennis en kunde met de bedrijfsartsen. Onder de specialisten vinden we huidartsen, longartsen, allergologen, oncologen en kno-artsen. Maar ook niet-artsen, zoals een audioloog, kunnen lid zijn. Er zijn nu honderdvijftig leden. Als je de ledenvergadering of het congres van de NVKA bijwoont, besef je hoeveel er in de alledaagse praktijk van verzuimbegeleiding blijft liggen. Klinische arbeidsgeneeskunde lijkt mij het reddingsvlot waarop de overgebleven bedrijfsartsen samen met andere dokters verder kunnen op de zee van arbeid en gezondheid. Kijk maar eens op nvka.nl. Ik geef toe, het is wishful thinking van mijn kant. Om niet te zinken, maar te blijven drijven. En ooit ergens aan te komen.

bedrijfsgeneeskunde opleiding
  • André Weel

    André Weel is bedrijfsarts-niet-praktiserend en epidemioloog; werkzaam als curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk.'  

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.