Vragen hoe het gaat = luisteren naar het antwoord
Plaats een reactie‘Hey, hoest?’ ‘Wie geht’s?’ Of gewoon in ABN: ‘Hoe gaat het met u?’ Er zijn maar weinig zinnen die we zo makkelijk paraat hebben als deze, zowel in privésituaties als op het werk. Maar krijgen we dan altijd het antwoord dat we willen?
‘Prima’, ‘Gaat goed!’, gevolgd door de wedervraag ‘Met jou?’, behoren vaak tot de opening van een gesprek, waarna we overgaan tot de werkelijke kern. Maar soms omvat die vraag al het hele gesprek. Of doet de rest van de woordenwisseling niet meer ter zake door het antwoord dat is gegeven. Want wat als de reactie is ‘Mmwaw, zozo’, ‘We doen ons ding’ of heel direct: ‘Nee, het gaat niet goed.’ Wat doen we er dan mee?
Een supervisor leerde me om de patiënt vooral niet te vragen hoe het met hem ging. Daarmee raakte ik niet de kern van wat ik wilde weten en dus moest ik het ook niet vragen. Het is slechts een formaliteit waarbij we hopen dat 1. Het goed gaat of 2. De gevraagde het gewenste antwoord geeft, desnoods gelogen. In ons strakke schema komt het niet altijd uit dat iemand uitweidt over zijn of haar onwelbevinden. Zo zit je in de poli Kindergeneeskunde niet altijd te wachten op een moeder die aangeeft dat het met haar niet goed gaat, maar met het kind, de eigenlijke patiënt, wel. Maar tegelijkertijd kan dat dé opening zijn naar de hulpvraag van de moeder die in het belang is voor het welzijn van het kind en heb je alle reden om de vraag wél te stellen.
Ik ben blij dat de vraag zo in mijn reflexen is genesteld dat ik hem nog steeds stel. Hoewel ik erbij stil moet staan het antwoord ook te willen horen en het niet vast in te kleuren. Onlangs duidde een patiënt zijn welbevinden als ‘gelaten’. Ik vroeg of dat kwam door de ziekte en alles wat er in het ziekenhuis op hem afkwam. Ik had het fout. Het was de impact op de rest van het leven. Het was de ziekte die voor inkomstenderving zorgde met alle gevolgen van dien. Maar ook andere antwoorden ben ik tegengekomen: dat de ziekte zorgde voor het verbreken van relaties, het gemis van thuis en de huisdieren, de oplopende kosten voor het asiel, het onbegrip, de juridische strijd met de werkgever, enz. Het oog en oor hebben voor dat stukje kan een patiënt juist nodig hebben voor verder herstel.
En dan hebben we nog collega’s. Vragen we daar oprecht geïnteresseerd aan hoe ze eraan toe zijn? Willen we het antwoord ook horen? Juist in deze tijd is dit van wezenlijk belang. Er ligt op iedereen een druk, angst en onzekerheid. Dat omzien naar elkaar kan het steuntje zijn om weer door te kunnen.
Stel dus de vraag en wees bereid om het antwoord te horen. Dat maakt ons mens, collega en arts.
Meer van Daniëlle Dankers- Er zijn nog geen reacties