Blogs & columns
Blog

Voer voor hyena’s

Plaats een reactie

De geur opsnuivend van houtvuurtjes uit het dorp in de verte, vermengd met de koude frisse ochtendlucht, loop ik vanuit mijn slaapverblijf in het Ethiopische provincieziekenhuis naar de ziekenhuispoort. De kop koffie warmt me goed op. De eerste patiënten, in een deken gehuld, staan al voor de poort van het ziekenhuis. Gisteravond aangekomen, want een kno-team komt maar drie keer per jaar en vroeg komen betekent als eerste gezien worden met zo de hoogste kans op een ingreep later in de week. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt.

Als twee uur later de bussen en taxibusjes hun patiënten afleveren, wordt de poli overvol en moet de polideur op slot om de horden mensen letterlijk en figuurlijk van ons af te houden. Zo buffelen we ons getweeën door de poli heen en wordt langzaamaan de linkerstapel papieren statussen aan de andere kant van de tafel hoger dan het rechterstapeltje dat vanaf de inschrijfbalie in de centrale hal wordt aangevuld.

En dan volgt de verplichte lunchpauze die in Afrika heilig is, voor ons veel te lang duurt en er even voor zorgt dat de polibanken als eenzame getuigen in een volledig lege polikliniek voor serene rust zorgen. De wachtenden komen na de middag terug. Om halftwee wederom een nog grotere menigte, sommigen van veel verder, zwaaiend met hun papieren statussen; druk gebarend en soms slaande op de inmiddels met de enige sleutel afgesloten polideur.

Waarom doe ik dit? Is het de andere sfeer? Het gevoel om echt te kunnen helpen? Is het de gevarieerdere en uitgebreidere pathologie? Ben ik hier de gelukkiger dokter zonder al die administratieve rompslomp?

Inmiddels wordt het halfvijf, een tijdstip waarop ik in mijn eigen provincieziekenhuis wel de laatste stuiptrekkingen in mijn poli gehad zou hebben. Hier is de poli nog steeds overvol en nu is de stapel rechts bijna weer groter dan de linker aan het einde van het ochtendspreekuur.

Een oude vrouw staat op en voert een zeer uitgebreide discussie met mijn vertaler. Daarna gaat ze zichtbaar boos weer zitten en schikt zich in haar lot. Vreemd, Ethiopiërs worden zelden boos. Als ik haar om halfzeven uitleg dat er weinig aan oorsuisklachten te doen is, gaat ze gelaten met haar man naar de poort van het ziekenhuis. Ze kijkt me niet tevreden aan, maar vertelt me nog wel dat ze haar bus heeft gemist.

Het missen van de bus betekent een wandeling terug naar je dorp van soms anderhalf uur; in het donker, want in Afrika gaat na zes uur het licht uit. Wandelen in het donker is gevaarlijk, zeker in het open veld. Want wat gebaarde deze vrouw nu toch naar mijn vertaler? Ze vroeg: ‘Can you please ask the doctor to hurry a little, because we are going to miss the bus and now we have to walk through the fields and risk a chance to be eaten by hyenas.’

Onze gemeende goede bedoelingen om iedereen te zien, leidde tot een uitloop van het spreekuur. En zo leidde gedurig wachten op een consult voor oorsuisklachten tot een ander probleem. Problemen die wij vooraf niet kenden en waardoor ik mij achteraf enigszins schuldig voelde dat ik haar niet eerder had gezien.

meer van Robbert Ensink

buitenland Ethiopië
  • Robbert Ensink

    Robbert Ensink is kno-arts in Gelre ziekenhuizen (Zutphen). Hij staat voor evidencebased medicine, met gevoel voor de individuele nuance. En is verliefd op Afrika.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.