Blogs & columns
Arianne Beckers - Bruls
Arianne Beckers - Bruls
2 minuten leestijd
Blog

Spreken we wel echt dezelfde taal?

3 reacties

Ze zijn van buitenlandse komaf. Mijn collega had vader al naar de internist verwezen in verband met vermoeidheidsklachten en uitgebreid afwijkende bloeduitslagen. Drie weken later zitten de broers samen met hun vader poepbenauwd en met dikke onderbenen tegenover me. De klachten waren alleen maar erger geworden.

‘Wat zei de internist?’, vroeg ik aan de zoon die een aardig woordje Nederlands spreekt. ‘Alles goed’, was zijn antwoord. Ik had nog geen specialistenbrief mogen ontvangen dus belde ik de dienstdoende internist. ‘Collega, zoon vertelt mij dat alles goed is, maar de huidige kliniek voorspelt anders. Wat zijn jullie bevindingen geweest?’ Een ‘Niet alles goed’ van mijn collega uit het ziekenhuis was voldoende. Met alleen maar meer argumenten om de dienstdoende cardioloog te bellen. Waar de patiënt en diens familie en ik niet dezelfde taal spraken, deden de specialisten en ik dit gelukkig wel. Geen verhaal van ‘Probeer maar wat furosemide’, maar een resoluut ‘Laat maar komen’ was het antwoord van de cardioloog. Een opname op de ic was het gevolg met bijbehorend herstel.

Een aantal weken later belde ik om te informeren hoe het ging en geweest was. Ook vroeg ik wanneer ze op controle moesten komen bij de cardioloog. ‘Niet meer, alles was goed.’ Noem het achterdocht, maar met de eerdere voorvallen in mijn achterhoofd belde ik toch even de assistente van de cardiologie of er nog een afspraak gepland stond: ‘Nee, helaas krijgen we de vragenlijst voor de MRI niet retour, dus kunnen we geen vervolgafspraak inplannen.’

Diverse telefoontjes zonder gehoor resulteerden in een onaangekondigde visite mijnerzijds. De situatie accepteren vond ik a. geen goede zorg en b. ik wist dat het wachten was om zelf de rekening gepresenteerd te krijgen met wederom een spoedgeval. Enigszins achterdochtig werd de deur voor me geopend. Na mijn schoenen uit te hebben gedaan werd ik hartelijk ontvangen en vulden we samen de vragenlijst in. ‘Maar dat was toch helemaal niet meer nodig, dokter. We gaan vandaag naar de specialist.’ Ik snapte er niks meer van. Met handen- en voetenwerk kwam ik erachter dat ze een afspraak hadden bij de kno-arts en niet bij de cardioloog. Hoe vaak konden we nog langs elkaar heen praten?

Eenmaal op de praktijk stuurde ik de vragenlijst naar de cardiologie en verzocht ik de assistente om een tolkentelefoon en de meest geduldige cardioloog ten tijde van de afspraak. Ook hier sprak ik gelukkig weer dezelfde taal met het ziekenhuis. Ik kon rekenen op begrip en medewerking.

Eind goed, al goed? Dat moet nog blijken. Maar feit is dat net zoals elke aanname ook de aanname dat je dezelfde taal spreekt hartstikke gevaarlijk is. Ik heb de zoon achteraf de vraag gesteld waarom hij steeds zei ‘Alles goed’. ‘Eigenlijk wist ik het niet. Mijn broer is steeds mee geweest.’ In sommige culturen is het niet netjes om toe te geven dat je iets niet weet. Ook al zet je daar in dit geval levens mee op het spel. En geloof mij. Dat gebeurt niet alleen in andere culturen. Schaamte kan ook een rol spelen. Hoe vaak bent u zich hiervan bewust? Zo zie je maar weer: assumption is the mother of all f*ckups.

Meer van Arianne Beckers - Bruls

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.