Rooksignalen
Plaats een reactieHij was bij de ggz in behandeling geweest, maar daar hadden ze hem niet begrepen. Zoals de politie die hem naar de ggz had verwezen hem ook nooit had begrepen. Diverse malen had hij gebeld om te klagen over de terreur die hij van zijn buren ondervond. Het was hetzelfde klassieke verhaal. Zolang de politie bij hem thuis was, hielden de buren zich stil en werden de stralen die hem verlamden en de ultrasone geluiden die hem verdoofden niet op hem afgestuurd. Ze begonnen zodra de politie was vertrokken.
Wat doet een man die niet geholpen wordt om zijn aanvallers te weren? Hij zou het recht in eigen hand hebben kunnen nemen, maar hij was geen vechter, ook nooit geweest. Hij zou hebben kunnen vluchten, maar de stralen verlamden hem en de angst verstarde hem. Hij zat bang en bewegingloos op zijn bed. Hij kwam alleen soms ’s avonds laat nog buiten, als het stil was op straat, om in de avondwinkel sigaretten te halen. Als de mensen van de ggz in een poging om contact te leggen bij hem aanbelden, deed hij niet open. De telefoon nam hij allang niet meer op.
Wat doet een man in nood als er geen hulptroepen in zicht zijn en hij zichzelf niet meer kan redden? Zo’n man geeft rooksignalen af. Het rooksignaal is een universele taal, die dan wel alleen in de oude Indiaanse cultuur tot bloei is gekomen, maar die tot ver daarbuiten deel uitmaakt van het collectief onbewuste. Hij gooide oude kranten in zijn wasbak en stak die aan.
En zolang hij elke keer op hulp had moeten wachten als hij de politie had gebeld, zo snel waren de hulpdiensten nu ter plekke. De brandweer en de politie, beide. De medische hulptroepen kwamen pas later, toen hij al in de politiecel zat. Lichamelijk was hij ongedeerd, al klaagde hij nog steeds over de verlammingen die de buren hem hadden toegebracht en over de blijvende pieptoon in zijn oren.
Er zou alle reden zijn geweest om hem op te nemen in de ggz, als hij met zijn roep om hulp niet zo’n serieus delict had gepleegd. Brandstichting bracht hem in de gevangenis, en omdat er evident sprake was van een psychose kwam hij in het penitentiair psychiatrisch centrum. Voor de behandeling van de psychose maakt het niet zoveel uit of iemand in de ggz of in het ppc belandt. Antipsychotica zijn antipsychotica, en ook als iemand daar de noodzaak niet van inziet en ze weigert, worden ze bij gevaarlijk of ernstig risicovol gedrag toch gegeven, zowel in de ggz als in het ppc.
Anders dan in de ggz is in de gevangenis roken op cel nog toegestaan, en anders dan in de ggz is de kamer (cel) ’s nachts en een groot deel van de dag op slot. De kans dat hij ook vanuit zijn cel rooksignalen zou afvuren, zeker ’s nachts als er niet voortdurend iemand op de gang was, werd te groot ingeschat. Hij kreeg geen aansteker en moest bellen als hij wilde roken.
Er volgde een heel traject van rechtsgang en psychiatrische rapportage, waarbij het maanden zou duren voordat de rechter het vonnis zou vellen en duidelijk zou zijn wat zijn volgende bestemming was: een forensische kliniek of toch de ggz. Door die trage en zorgvuldige rechtsgang hadden wij alle tijd om hem te behandelen, meer tijd dan een gewone ggz-kliniek tegenwoordig is gegund.
Een teken van herstel was zeker het feit dat de psychotische verschijnselen zo waren afgenomen dat hij weer een aansteker in eigen beheer kon krijgen. Er stegen geen rooksignalen op.
ook van Yolande de Kok- Er zijn nog geen reacties