Nieuwe opleidingseisen
1 reactieIn Medisch Contact van 20 juli een klein, onopvallend, berichtje van de het CGS (het College Geneeskundig Specialismen):
'Ontwerpbesluit bedrijfsgeneeskunde gaat adviesronde in'. Belanghebbenden kunnen hun 'zienswijze' uiterlijk 17 augustus kenbaar maken aan de secretaris van het college. Zouden er belanghebbenden zijn die zich daartoe in deze komkommertijd kunnen zetten?
Het is alweer een tijd geleden dat ik me met de opleidingseisen bezig hield. Dat was rond 2000 toen ik opleider was van bedrijfsartsen bij de Nijmeegse-bedrijfsartsenopleiding.
De opleiding tot bedrijfsarts is een postacademische opleiding van vier jaar en is op twee lokaties in Nederland mogelijk. Naast Nijmegen is dat Amsterdam.
Ik leidde bedrijfsartsen op tot 'arts voor arbeid en gezondheid - profiel bedrijfsgeneeskunde'. In Nijmegen is geen opleiding tot verzekeringsarts, maar in Amsterdam is een serieuze poging gedaan om bedrijfs- en verzekeringsartsen samen te scholen.
Rond 2000 werden de opleidingseisen tegen het licht gehouden. Er werd in eerste instantie geprobeerd die 'arts voor arbeid en gezondheid' in de lucht te houden. Maar na een paar jaar onderhandelen bleek dit niet haalbaar en er werd afscheid genomen van die 'uitstroomprofielen'. Je wordt van dan af, net zoals voorheen, opgeleid óf tot verzekeringsarts óf tot bedrijfsarts.
De oppervlakkige lezer ziet toch niet zoveel verschil tussen beide smaken van sociaal geneeskundigen: de verzekeringsarts werkt onder het gesternte van de sociale zekerheid (ziektewet, WIA) en de bedrijfsarts daarnaast ook onder het arbeidsrecht.
Dat de positie van de bedrijfsarts niet altijd makkelijk is is ook de FNV, de vakvereniging, en de NVAB, de bond van bedrijfsartsen, opgevallen. In september 2014 kondigt de FNV aan om in de zorgverzekering, die ze haar leden onder de MENZIS-vlag aanbiedt, een 'werk- en gezondheidsarts' op te nemen. Vanaf 2015 kunnen deelnemers aan die verzekering een afspraak maken met zo'n arts.
De NVAB heeft de partners van de KNMG-federatie verleden jaar zover gekregen dat ze zich achter een 'arbeidsarts' gesteld hebben: er moet in de eerstelijn een arbeidsarts komen ten laste van de zorgverzekeraar. Zo'n 'arbeidsarts' zou dan de derde specialist worden (naast de bedrijfs- en verzekeringsarts) onder het kopje van de 'sociaal geneeskundige arbeid en gezondheid'.
Zeker toendertijd was het opmerkelijk, dat de NVVG (de bond van verzekeringsgeneeskundigen) zich daar als federatiepartner achter stelde. De toenmalige voorzitter van die vereniging, Jim Faas, tegenwoordig verdienstelijk blogger, liep toen het vuur uit zijn sloffen om die bedrijfs- en vezekeringsartsen in mekaar te laten opgaan in één arts die zich bezighoudt met werk en inkomen.
Maar nu die aanpassing van de opleidingseisen van bedrijfsartsen.
Lees ze eens door, het zijn maar een paar regels. Herken je daarin het beeld dat je van een bedrijfsarts hebt...? Zou je iets willen toevoegen... Of weglaten...?
Tot uiterlijk 17 augustus kan je je zienswijze kenbaar maken.
Peter Blok
verzekeringsarts/opleider, 's-Hertogenbosch
Even een kleine aanvulling.
De NSPOH leidt bedrijfs- en verzekeringsartsen op.
De NSPOH is sinds enkele jaren gevestigd te Utrecht.
Ook bij de SGBO te Nijmegen worden zowel bedrijfs- als verzekeringsartsen opgeleid.