Blogs & columns
Blog

‘Niet meer bang voor psychiaters!’

Plaats een reactie

Bij de forensische psychiatrie wordt al snel gedacht aan mensen voor wie je bang moet zijn. De praktijk leert dat de werkelijkheid vaak complexer is.

Het is mijn eerste dag als psychiater in de tbs-kliniek. Als de dag op de afdeling begint met de overdracht, bonkt er plots iemand luid op het raam van het kantoor. Ik schrik even, en zie een druk gebarende man die enthousiast begint te zwaaien: ‘Ben jij de nieuwe psychiater? Ik ken jou!’ Opeens herken ik hem ook, twee jaar geleden onderzocht ik hem in het Pieter Baan Centrum (PBC). Ik zag toen een angstige, achterdochtige en kwetsbare man die bang was voor psychiaters en de ggz, die de wereld niet goed begreep, zich miskend voelde, vaak geprikkeld reageerde en last had van lichamelijke klachten door snel oplopende spanning. Spanning die een jaar daarvoor zo hoog opliep dat hij in een psychose belandde en zijn partner doodde. In het PBC was hij er nog steeds van overtuigd dat de duivel haar had overgenomen en hoorde hij stemmen die hem ontregelden.

Waar ons pro justitia-onderzoek normaliter vooral gebaseerd is op gesprekken met de ‘observandi’ die in het PBC verblijven, bleek dit in zijn geval moeilijk door zijn forse intellectuele beperking en een taalbarrière. We besloten het over een andere boeg te gooien: ik maakte korte wandelingetjes met hem op de patio en we werkten samen aan een grote puzzel op de afdeling. Zo ontstond er vertrouwen en kreeg ik meer zicht op hem, op zijn cognitieve en sociale vermogens, maar ook op zijn belevingswereld.

De ‘boze, verwarde en bedreigende’ man, voor wie buren en zorgverleners ooit bang waren, is verdwenen

Nu, twee jaar later, spreek ik hem weer. De rechtbank volgde ons advies om hem het ten laste gelegde niet toe te rekenen omdat zijn handelen volledig gestuurd werd vanuit de vastgestelde psychose. Zijn behandeling kon na het vonnis direct starten. Nu zie ik een vrolijke man. Hij kent nog altijd zijn beperkingen, maar is verlost van zijn grootste angsten; de angsten voortkomend uit zijn psychose maar ook zijn angst voor de zorg. Medicatie, therapie en een goede dagstructuur hebben hem meer grip gegeven op zijn gevoel en gedrag. Zijn omgang met medepatiënten verloopt steeds beter en hij heeft een druk therapieprogramma waar hij enthousiast aan deelneemt. De ‘boze, verwarde en bedreigende’ man, voor wie buren en zorgverleners ooit bang waren, is verdwenen. Hoewel het beter met hem gaat, zie ik nu ook zijn verdriet door het toenemende besef over wat er is gebeurd, hoe verward hij destijds was en hoe hij dit nooit had gewild. Een jaar lang was ik betrokken bij zijn verdere behandeling, waarin hij vooruit bleef gaan. Ook het contact met zijn kinderen en familie werd voorzichtig weer hersteld.

Op mijn laatste werkdag in de tbs-kliniek speel ik tafeltennis met hem en vertelt hij me trots dat hij een brief van zijn dochter heeft gekregen. Hij straalt. Opeens vraagt hij of ik ook kinderen heb, een onderwerp waar ik vaak terughoudend over ben. Ik vertel hem dat ik een zoontje heb. Hij lacht en zegt: ‘Ik hoop dat jij goed voor hem gaat zorgen, net zoals je voor mij hebt gedaan, want nu ben ik niet meer bang voor psychiaters!’ 

auteur

Lilian Kuipers, Psychiater Pieter Baan Centrum, plaatsvervangend opleider NIFP

psychiatrie TBS forensische psychiatrie
  • Lilian Kuipers

    Lilian Kuipers is manager behandelzaken bij Inforsa, waar ze ook als psychiater werkt binnen de forensisch-psychiatrische kliniek, onder andere op de tbs-afdelingen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.