Blogs & columns
André Weel
André Weel
3 minuten leestijd
Blog

Niet functioneel

1 reactie

De nascholing voor dokters moet natuurlijk bijdragen aan de professionele ontplooiing. Maar het geleerde moet ook praktisch toepasbaar zijn in de spreekkamer. Dat spanningsveld heet tegenwoordig Continuous Professional Development. Nascholing is een levenslang proces. Zelf schep ik er genoegen in om als spreker bij een nascholing nieuwe wegen te verkennen en filosofische, ethische of historische vergezichten te ontrollen. Out of the box. Dat levert nieuwe gezichtspunten op. Maar niet elke toehoorder kan dat waarderen. Soms lees ik kritische opmerkingen op het evaluatieformulier: ‘Hield zich niet aan het onderwerp’, ‘Hier kan ik niets mee’ of ‘De spreker berijdt zijn stokpaardjes’.

Meestal leg ik deze kritiek glimlachend naast me neer. Het is immers maar een enkeling die hier zijn gal spuwt. Maar onlangs las ik een opmerking die me tot in de ziel raakte. ‘Het was niet functioneel.’ Dit commentaar sloeg op een uitweiding van mij over de zeventiende-eeuwse arts Plemp die destijds vooruitstrevende ideeën ontwikkelde over een gezonde leefstijl. Het langdurig zitten beschreef hij als een onnatuurlijke zaak. Heel actueel lijkt me dat. We zitten al eeuwenlang veel te veel. En we weten al bijna vierhonderd jaar dat dat slecht is.

‘Niet functioneel’. Dodelijker kan kritiek niet zijn. De nascholingsconsument zegt daarmee dat het onderdeel niet bijdraagt tot het behalen van het leerdoel. Dat tijd en geld worden verspild. Hij wil zijn geld terug. En gaat natuurlijk de behaalde nascholingspunten deleten in zijn GAIA-account. Dat is consequent.

Alles moet functioneel zijn. Al onze activiteiten, of het nu zorg, onderwijs of onderzoek betreft, moeten direct in functie staan van een vooraf vastgesteld doel. Ruimte om dat doel eens van een andere kant aan te vliegen is er niet meer. Des te groter is de aandacht voor efficiency. De kunst om met minimale inspanning een maximaal resultaat te behalen. De kortste verbinding tussen twee punten is een rechte lijn. Filosofische en historische verkenningen passen daar niet bij. Dat zijn dwaalwegen. We zien het in de wijze waarop leerdoelen, opleidingsplannen en kritische beroepsactiviteiten worden geformuleerd. Daar komen moreel beraad en historische ontwikkeling niet in voor. We zien dat ook in de instrumentontwikkeling. Nee, niet de koortsthermometer of de stethoscoop. Ik doel op ons vragenlijstinstrumentarium.

Voor elk type klachten is er wel een vragenlijst waarmee je die klachten kunt meten. Meten is weten, toch? Zeker als je vragenlijst wetenschappelijk gevalideerd is. Bij bedrijfsartsen is de 4DKL heel populair. Deze vierdimensionale klachtenlijst meet depressie, distress, angst en somatisatie. Vier op een rij. In één klap weet u hoe het met uw patiënt gaat.

Natuurlijk voert u de antwoorden op de vragen direct in in uw computer. De software berekent de scores en vergelijkt die met referentiegegevens. Een gesprek met de patiënt wordt zo efficiënter, want u hoeft alleen nog maar na te vragen wat niet door de vragenlijsten wordt gedekt. En die dekken tegenwoordig zowat alles. Kijk maar naar de begeleiding van werknemers die voor kanker zijn behandeld. De drie grote barrières voor werkhervatting na kanker zijn vermoeidheid, psychische klachten en cognitieve klachten. Voor elk van die barrières is een aparte gevalideerde vragenlijst ontwikkeld. Als je de richtlijn stipt volgt en die lijsten alle drie laat invullen is de consulttijd wel ruim verstreken. Er is dan geen tijd meer voor een face-to-facegesprek met de patiënt. Maar dat is niet erg, want alle denkbare klachten en problemen worden gecoverd door vragenlijsten. Ja toch?

Dat had u gedacht! Hier vliegen we met onze hang naar functionaliteit uit de bocht. Het betere, het completere wordt de vijand van het goede. Wie alle problemen wil tackelen komt niet meer toe aan het trekken van een conclusie. Dat is bepaald niet functioneel. Ik weet veel van mijn patiënt, maar hoe gaat het nu eigenlijk met hem of haar? O ja, ik heb de scores. Maar wat wéét ik eigenlijk? Er is geen software die het denkproces van mij overneemt. Conclusies moet ik zelf trekken. Daarin verschillen dokters nogal. De een blijft hangen in getallen en losse observaties. Een ander kijkt verder dan de vragenlijsten lang zijn, integreert alle informatie en zet ten slotte zijn biopsychosociale helikoptervisie neer. Dat is briljant. Dat is écht functioneel.

meer van andré weel
  • André Weel

    André Weel is bedrijfsarts-niet-praktiserend en epidemioloog; werkzaam als curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk.'  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Emile Keuter

    Neuroloog, Aruba

    Beste collega, waarom laat je mensen nog de moeite nemen om een evaluatieformulier in te vullen? Je legt de kritiek immers glimlachend naast je neer. Ik zou dat willen afraden. Heb je een vragenlijst waar je iets mee kan... ??

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.