Blogs & columns
Blog

Mijn dochter(s) based

3 reacties

Mijn dochter is een paardenmeisje. Ze is bijna 18. Als het dan nog niet over is, dan is de kans groot dat het blijft. Speelt selectiebias geen grote rol in deze conclusie? Vast wel. Dat weerhoudt me er niet van om toch vrij zeker te weten dat er een voorbijgaande en een chronische vorm is van paardenmeisje zijn en dat ik die kan onderscheiden. Ik meen zelfs te weten dat de chronische vorm samengaat met psychische stabiliteit. En dat jongens bij een paardenmeisje altijd op de tweede plaats staan.

Hoe waar zijn al dit soort (voor)oordelen waarmee ik mijn weg vind in het leven? Geen idee. Niet zo onwaar dat ik ermee in de problemen kom, maar ook niet zo waar dat ik het als wetenschappelijke feiten ga verkondigen.

Ik kwam hierop toen ik mijn dochter naar de pensionstal bracht. Ze had er extra veel zin in, want haar pony zou worden beoordeeld door de osteopaat. ‘Paardenosteopaat?’ sputterde ik, maar ze legde me precies uit wat die doet en zelfs het verschil met de fysiotherapeut en de chiropractor. Het gaat nog steeds over paarden.

Hoewel ik grenzeloos veel van haar houd, liet ik me dat allemaal niet zonder meer aanleunen.

Achteraf dacht ik: die beesten, sorry dieren, hebben ook een lijf, dus waarom niet? Maar het was allemaal nieuw voor me, dus vroeg ik boerenachterdochtig: maar hoe weet je of het werkt? Eigenlijk bedoelde ik: is het geen weggegooid geld? Maar, ook al ben ik verder een waardeloze vader, ik heb echt wel door wanneer mijn dochter ergens van geniet en ik ga dat plezier zeker niet bederven, ook niet als het bagger is. ‘Nou’, zei ze, ‘Wilma heeft deze osteopaat aangeraden en iedereen zegt: als Wilma haar goed vindt, dan is ze goed.’ Daarna ontspon zich een gesprek over hoe je kunt weten en meten wat goed is en wat niet. Zij nam daarin de pragmatische insteek en ik een gematigd wetenschappelijke. Wetenschappelijk, want het ging wel over 75 euro. Ik blijf een Groninger. Gematigd, want ik ga haar lol niet bederven en afwezigheid van bewijs voor effect is niet bewijs van afwezigheid.

We kwamen er al snel achter dat de evidence niet op RCT’s (randomized controlled trials) zou kunnen steunen. Of er ander onderzoek is weet ik niet. Evidencebased medicine heeft echter nog twee poten, die vaak vergeten worden. De mening van de professional en van de patiënt. Evidencebased is niet proof restricted. Want dan kunnen we wel ophouden met de zorg, maar ook met het totale bestuur van zorgverzekeraars, bedrijven, gemeentes en het land, want er is niet zoveel onomstotelijke proof, zeker niet in die sectoren.

Mijn dochters pragmatische argumenten waren sterk. Zo sterk dat ik opnieuw besefte dat opvoeden vooral is: zorgen dat je de ont-wikkeling, het zich ontvouwen, niet verstoort. Heel vaak blijkt ze al dingen te kunnen zonder dat ik er al aan toegekomen was haar daarin op te voeden. Ik kom daar zo weinig aan toe dat ik vrees dat ze straks het huis (door mij) onopgevoed verlaat. Maar kennelijk gaat het ook zonder. Ze stond zelfs open voor de methodologische tekortkomingen van haar visie. Maar ze had op alles wat ik tegenwierp wél een weerwoord. ‘Hoe weet je dat allemaal’, vroeg ik. Dat had ze gehad met biologie. In mijn herinnering gingen mijn biologielessen over de levenscyclus van de spoelworm. Kennelijk is dat intussen veranderd. Het eindigde ermee dat ze zei: ‘Als je pony daarna beter galoppeert en als zelfs Wilma, die zo kritisch is, haar goed vindt: dan is het toch waar?’

‘Zeker’, beaamde ik en voor mezelf vulde ik aan: ‘Zo niet waar dan wel waardevol. En in elk geval niet objectiveerbaar.’ Zoals het meeste in ons leven en ook in ons werk. Als de zorgverzekeraar nu net zoveel van ons houdt als ik van mijn dochter en ons net zoveel vertrouwt als zij Wilma, dan gaan ook zij het plezier niet bederven met onmogelijke kwaliteitsgaranties. Dat is niet alleen beter voor ons, maar ook voor de patiënten. In dit zorgstelsel is zo’n houding gebaseerd op vertrouwen en met erkenning van de beperkte mogelijkheid kwaliteit betrouwbaar te meten nog mogelijk. Als winstuitkeringen aan aandeelhouders worden toegelaten niet meer. Dan is zorg geld geworden en geen liefde meer. En ook geen wetenschap. God verhoede dat.

P.S. Menzis heeft het gesprek gezocht onder meer met Jim van Os, met mij en met NedKAD (Nederlands Kenniscentrum Angst en Depressie). Dat waardeer ik zeer. We wachten af hoe het verder verloopt.

  • Menno Oosterhoff

    Menno Oosterhoff is (kinder- en jeugd)psychiater eninitiatiefnemer van www.ocdnet.nl en www.ocdcafe.nl. Hij maakt de podcast ‘God zegene de greep’ over de dwangstoornis. Daarover gaat ook zijn boek ‘Vals alarm´ waarin ook zijn eigen dwangstoornis aan de orde komt. Zijn boek ‘Ik zie anders niks aan je’ gaat over psychische aandoeningen in het algemeen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.