Blogs & columns
Cato Vrouwenraets
Cato Vrouwenraets
2 minuten leestijd
Blog

Mag ik een protocol?

Plaats een reactie

Zodra je het ziekenhuis betreedt, als patiënt of dokter, ontkom je niet aan een protocol. Een protocol voor kleding, haar en sieraden, een protocol voor handen wassen, een protocol voor diagnostiek en behandeling. Er blijkt een oneindige schat aan informatie voorradig, klaar om handelingen en keuzes te ondersteunen. Met een waarde ≥5 mag je rechtsaf in het stroomdiagram, anders sla je linksaf. Was zoveel minuten je handen en je mag naar binnen. Collega’s die mij uit het ziekenhuis kennen weten dat ik juist hield van de wereld buiten het protocol. Voor menig patiënt heb ik een diplomatieke onderhandeling gevoerd met supervisoren om buiten dat protocol iets te doen.

Eenmaal buiten het ziekenhuis – ik ben overgestapt naar de bedrijfsgeneeskunde – viel het gebrek aan zwart-witte protocollen direct op. Zoekende naar een eenduidig antwoord in een richtlijn van psychische klachten (bewust geen protocol) kwam ik bedrogen uit. Na het vijfhonderdste geval van psychische klachten moet ik mijzelf soms nog dezelfde vragen stellen als bij mijn allereerste consult. En tijdens mijn supervisie komt met enige regelmaat de meest basale vraag van mijn vak terug: is iemand ziek en is iemand arbeidsongeschikt? Geen protocol kan het mij direct vertellen.

Inmiddels leer ik de signalen van mijn supervisor herkennen. Het begint meestal met een verhaal van mijn kant, zoekend naar logica, zoekend naar handvatten om te begrijpen wat er gebeurt. Gaandeweg het verhaal zie ik aan de andere kant van de tafel een grijns ontstaan. Het antwoord weet ik dan al: mijn eigen normen en waarden staan in de weg. En precies op die momenten mis ik een protocol.

Ik mis een liniaal waarlangs ik kan meten. Ik mis een schema als iemand 70 procent van het consult moet huilen, ik mis een afkapwaarde voor hoe vaak iemand de naam van zijn leidinggevende noemt in een consult, ik mis een hapklare oplossing voor een conflict. Ik mis het, omdat ik als mens andere keuzes had gemaakt. Ik kan met logica het gedrag van een cliënt (of iedere andere betrokkene) niet beredeneren. Mijn eigen normen en waarden kunnen niet dienen als referentiekader als ik objectief moet beoordelen. Ik moet in sommige gevallen alles overboord zetten van de manier waarop ik als mens zou handelen. Ik kan niet alles zeggen zoals ik thuis aan de keukentafel zou doen. In een driehoeksverhouding tussen werkgever en werknemer weet ik dat ik soms iemand zal teleurstellen met mijn oordeel. Juist op die momenten zou ik heel graag, nog één keer, heel even, een protocol willen. Een stroomschema dat ik kan volgen om mijn eigen normen en waarden te omzeilen zonder erover te hoeven nadenken.

Als ik naar de grijns aan de overkant van de tafel kijk, ben ik die gedachten in een seconde eigenlijk al vergeten. Want deze complexiteit, deze continue dialoog met jezelf, dat is precies wat ons vak zo mooi en vaak ook zo moeilijk maakt. Ik begrijp waarom we richtlijnen hebben; in de bedrijfsgeneeskunde kán simpelweg geen allesbeslissend zwart-witprotocol bestaan.

Eerder van Cato Vrouwenraets

  • Cato Vrouwenraets

    Cato Vrouwenraets was arts voortplantingsgeneeskunde en is overgestapt naar de bedrijfsgeneeskunde. Zij werkt nu als aios bij HumanCapitalCare.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.