Blogs & columns
Anita Kaemingk
Anita Kaemingk
2 minuten leestijd
Blog

Leren alle geneeskundestudenten echt uitstekend communiceren?

Plaats een reactie

Communiceren aanstormende dokters overal ter wereld, of in ieder geval in het Verenigd Koninkrijk (VK) en Nederland, even goed, ongeacht de onderwijskundige route? De column van Marcel Levi (MC 18/2019: 13) is zonder meer bemoedigend. Studenten redderen zich door elk onderwijssysteem heen, hoe goed of slecht ook, en communiceren met patiënten leren ze vanzelf in de praktijk tijdens de laatste fase van de opleiding.

Nu schijnen veel Engelsen al in de wieg te liggen met een prachtige eloquentie en dictie – kom daar maar eens om met ons plompe Kikkerlands –, dus daar hebben ze wel een voordeel. Toch wil ik enkele kanttekeningen plaatsen.

Levi baseert zijn uitspraken op een stevige voorselectie van medisch talent in het VK. Hij ziet de cream of the crop. Dus als hij zegt: ‘ze communiceren uitstekend’, geldt dit dan ook voor het grote grijze achterliggende veld? Maar vooral, wat is ‘uitstekend’? Wat is zijn norm?

Als patiënt reisde ik eens naar de Randstad voor enkele consulten met zeer ervaren specialisten, leidend in hun vak ook nog. Levi zou hen ongetwijfeld de versierselen ‘met lof’ opgespeld hebben. Ik verliet hun spreekkamers evenwel met een halfslachtig gevoel. De dokters waren niet goed in staat geweest om mijn verwachtingen naar boven te halen, om ‘rapport’ te maken, en om mét mij de vragen die ik had te onderzoeken. Ook maakten ze niet duidelijk wat zij voor mij konden betekenen.

Zulke goede artsen, dacht ik toen, het zal wel zo moeten. Nu, zoveel jaren later, vol Maastrichtse ervaringen met dokters en veel meer kennis van het onderwijs, weet ik beter. In Maastricht werken bachelorstudenten zo ongeveer vanaf dag één met behulp van simulatiepatiënten aan communicatievaardigheden. Drie jaar lang schuren, slijpen en poetsen ze aan verbale en non-verbale technieken, tot en met de o zo belangrijke slechtnieuwsgesprekken. En ik zie het verschil als het lukt om aandacht te geven aan de verwachtingen, als ze ‘rapport’ maken. De euforie die dan ontstaat bij zowel studenten als simulatiepatiënten, de lyrische woorden over en weer, doen mij als docent telkens beseffen dat goede consultvoering niet zomaar tussen neus en lippen is te leren. Niet zomaar met een enkele training ergens in de master, of ‘vanzelf’ in de praktijk.

Natuurlijk, er zijn jonge artsen die zo’n onderwijstraject niet echt nodig hebben, die een bijzonder talent hebben. Maar zoals anatomieles niet wordt uitgesteld tot het coschap chirurgie, zo zouden we goede communicatie ook niet aan het toeval moeten overlaten. Want: ‘vier op de tien patiënten kan geen zinvol gesprek voeren met de medisch specialist’, meldde een enquête van de Patiëntenfederatie. ‘De arts luistert onvoldoende naar de wensen of geeft geen ruimte om vragen te stellen. Het is te vaak eenrichtingsverkeer.’ En dan heb ik het nog niet over alle klachtenprocedures die het gevolg zijn van haperende communicatie.

Met andere woorden, de kans dat een coassistent communicatief horkerige voorbeelden en opleiders tegenkomt is aanzienlijk en de gevolgen kunnen bepaald onplezierig zijn. Dat maakt goed communicatieonderwijs in de bachelor des te prangender. Kortom, dit onderwerp verdient duidelijk meer dan een deurklinkgesprek.

meer van Anita Kaemingk

opleiding communicatie
  • Anita Kaemingk

    Anita Kaemingk is onder meer neuropsycholoog en docent consultatie aan de geneeskundefaculteit in Maastricht. Ze heeft het lynchsyndroom en werd in 2013 ziek (vergevorderd stadium van kanker). In het boekje Over Leven, bespiegelingen van een kankerpatiënt (Het AchterBoek) heeft ze 25 columns over haar ziekte gebundeld.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.