Blogs & columns
Blog

Laat zorgaanbieders bijdragen aan betaalbare zorg

15 reacties

Minister Hugo de Jonge wil iets doen aan niet-gecontracteerde zorg. Dat is een goede zaak, maar bij de manier waarop kun je kanttekeningen plaatsen. Met het verlagen van tarieven van niet-gecontracteerde zorg zullen de goeden onder de slechten gaan lijden. Het betrekken van patiëntenverenigingen en vooral aanbieders bij de betaalbaarheid van de zorg is een beter idee om ongebreidelde zorg te beteugelen.

Minister Schippers moest eind 2014 bakzeil halen toen de Eerste Kamer onverwachts tegen haar wetsvoorstel stemde dat als doel had niet-gecontracteerde zorg in te dammen. Enkele senatoren waren gezwicht voor de luide protesten dat met het wetsvoorstel de vrije artsenkeuze werd afgeschaft.

Hoewel het terecht was dat de Senaat een stokje stak voor het vergaande wetsvoorstel, was daarmee het onderliggende probleem nog niet opgelost. Niet-gecontracteerde zorg veroorzaakt twee problemen voor zorgverzekeraars. Ze hebben onvoldoende zicht op vormen van zorg die niet of nauwelijks evidencebased zijn, zoals pakweg zwemmen met dolfijnen voor verslaafden in Zuid-Afrika. Maar belangrijker: verzekeraars hebben geen controle op het volume, omdat de rechter heeft afgedwongen dat niet-gecontracteerde zorg vergoed moet worden.  

Zo zijn er in de geestelijke gezondheidzorg allerlei aanbieders die zelf de indicatie stellen en een groot volume draaien, zonder dat zorgverzekeraars hier paal en perk aan kunnen stellen. ‘Prima’, zeggen de voorstanders van vrije artsenkeuze, ‘daar hebben verzekeraars ook niets mee te maken.’ Maar het is helemaal niet prima, want hierdoor stijgen de premies.

De criticasters hebben een punt wanneer verzekeraars zich te veel met de inhoud van zorg gaan bemoeien of aanbieders laten tekenen bij het kruisje. Maar verzekeraars moeten wel een ordenende taak kunnen uitvoeren, anders werkt het stelsel niet.

Het probleem van niet-gecontracteerde zorg is symptomatisch voor veel discussies in dit stelsel. Aanbieders willen onvoldoende nadenken en meewerken aan het betaalbaar houden van de zorg, terwijl zorgverzekeraars en de politiek niet veel beters kunnen bedenken dan omzetplafonds, convenanten of lompe bezuinigingen. En als zorgverzekeraars wel dreigen door te pakken, dan huilt het volk over vrije artsenkeuze of verzekeraars die op de stoel van de dokter gaan zitten.

De minister wil dat verzekeraars vaker zorgaanbieders contracteren. Dat is een goed idee, omdat er nu soms willekeur is. Er zijn aanbieders die zonder duidelijke reden met sommige verzekeraars wel en met andere geen contract hebben. Maar vaak kunnen aanbieders nog geen contract krijgen, bijvoorbeeld omdat het innovatieve zorg is. Door de tarieven van niet-gecontracteerde zorg te verlagen, dreigen innovatieve zorgideeën die zich nog niet hebben kunnen bewijzen in de kiem gesmoord te worden.

Het is daarom beter dat verzekeraars voor innovatieve concepten aanbieders een paar jaar de kans geven zich te bewijzen. Daarnaast kunnen verzekeraars en aanbieders veel vaker samen meerjarencontracten tekenen die onder meer een component van volumebeheersing kennen en de mogelijkheid tot toetreding openhouden. Beloon goed gedrag. Dat wordt nu mondjesmaat geprobeerd door enkele verzekeraars in de ziekenhuiszorg, maar daar is nog veel te winnen.

Naast deze technische oplossingen is er een meer fundamentele verandering nodig. Elke pijnlijke keuze die een zorgverzekeraar maakt, leidt onvermijdelijk tot ophef en kakofonie in de Tweede Kamer. Zo is het noch voor de minister noch voor de zorgverzekeraars gemakkelijk om keuzes te maken en schieten ze in de bezuinigingsreflex die ons nog verder laat afdrijven van het doel van toegankelijke, betaalbare en hoogkwalitatieve zorg. Het pleiten voor een ongeclausuleerde vrije artsenkeuze betekent de facto de kaasschaaf. Solidariteit met kwetsbare patiënten is een groot goed, solidariteit met slechte, onnodige of te dure zorg niet.

Het is niet langer acceptabel dat patiëntenorganisaties en zorgaanbieders onvoldoende bijdragen aan een betaalbare zorg. Dat lukt niet door niet-gecontracteerde zorg ongebreideld te laten groeien of de vrije artsenkeuze tot heilige graal te bombarderen. Het vergroten van het eigenaarschap van de betaalbaarheid van de zorg zal soms schuren voor de belanghebbenden, maar het is wel constructiever dan boegeroep. Door aanbieders en patiëntenorganisaties expliciet te betrekken bij discussies over betaalbaarheid krijgen zij met dat eigenaarschap meer inspraak hóe het volume relevant kan worden beperkt. Dat is beter en inhoudelijker dan de zoveelste bezuiniging.

  • Marcel Canoy

    Marcel Canoy is hoogleraar gezondheidseconomie en dementie aan de VU in Amsterdam, adviseur van de Autoriteit Consument en Markt, lid van de Adviescommissie Pakket van het Zorginstituut en hij schrijft columns voor www.socialevraagstukken.nl.  

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.