Blogs & columns
Blog

Kwetsbaarheid

1 reactie

Onderuitgezakt zit hij in de stoel tegenover me: 38 jaar oud, verdacht van oplichting en afpersing. Dit is alweer zijn vijfde detentie. Hij is charismatisch en een vlotte prater, vooral als hij over zichzelf kan praten. Zijn intrigerende levensloop zet hij in geuren en kleuren uiteen.

Hij vertelt over de exotische reizen die hij maakte, de bijzondere baantjes die hij had en over de talrijke relaties in zijn leven. Op enig moment begint hij over zijn ex-vriendin met wie hij een kinderwens had en met wie hij enige tijd een fertiliteitstraject doorliep: ‘Ze werd onhoudbaar hoor, een wrak en een secreet op z’n tijd. Echt bizar wat die hormonen met de vrouwtjes doen! Het is trouwens niet gelukt hoor, goddank ben ik nog vrij!’ De man lacht hardop, maar ik schuif onrustig heen en weer op mijn stoel en trek mijn rok wat rechter in de hoop dat zijn aandacht niet valt op mijn buik die met de dag dikker wordt door de hormonen die ik al een week lang mijn lijf injaag. Ik hum en knik, voel me ongemakkelijk en kwetsbaar en ben blij dat hij dit onderwerp net zo abrupt afsluit als het begon.

Verdachten worden in pro-justitia-onderzoek geacht zich open en daarmee dus ook kwetsbaar op te stellen. Ik weet aan het eind van de zes weken observatie in het Pieter Baan Centrum (PBC) veel over hun leven, zij niets over dat van mij. Dat is soms lastig voor verdachten maar nodig om mijn taak als onafhankelijk deskundige goed te kunnen vervullen met gepaste distantie en zonder onnodige verstoringen. Hoewel de mate van self-disclosure ook als behandelaar een belangrijk thema is, speelt dit voor pro-justitiarapporteurs een nog prominentere rol. Je relatie tot de onderzochte is wezenlijk anders dan het contact met patiënten in een behandelrelatie. Het zorgvuldig aanmeten van een onderzoekshouding is daarbij niet zelden onderdeel van de onderzoeksmethode en abstinentie in het contact dient meer dan één doel. Natuurlijk is het daarbij belangrijk om als rapporteur ook menselijk te zijn en geen kille robot, maar mijn privésituatie (de kinderen die ik wel of niet heb, de vrienden die ik zie, mijn politieke voorkeuren, culturele of religieuze achtergrond) moet geen invloed hebben op het onderzoek dat ik doe. Iedere verdachte verdient een goed en zo neutraal mogelijk onderzoek. Wie ik ben als mens, laat ik in gesprek met de verdachten dan ook graag buiten beschouwing. Ik ben daarin niet Lilian, de moeder, de wensmoeder, de partner of de vriendin. Ik ben daar de rapporterend psychiater met een opdracht.

Maar hoe zorgvuldig je ook wilt zijn in je rol als onderzoeker, er zullen altijd momenten zijn waarop de ander (onbedoeld) de façade doorbreekt en je daarmee wel persoonlijk raakt. Dit kan extra kwetsbaar voelen, juist vanwege het contrast met de aangemeten rol. Gelukkig is onze werkwijze ingericht op het bewaken van professionaliteit en veiligheid. Zo is er aandacht voor intervisie en zit in ieder onderzoeksteam een ‘proces-psychiater of -psycholoog’ die de verdachte zelf niet spreekt maar de taak heeft het onderzoeksproces en het team te monitoren en waar nodig bij te sturen. Zelfkritiek en het adequaat signaleren van gevoeligheden of grenzen zijn belangrijk en binnen een team is het de norm om zoveel mogelijk openheid te betrachten naar elkaar. Een sterke, goede rapporteur is dus niet bang om kwetsbaar te zijn, maar weet hoe daarmee om te gaan.

Enkele maanden na de onderzoeksperiode in het PBC tref ik de charismatische prater in de rechtbank, waar ik ben opgeroepen als getuige-deskundige. Ditmaal met een klein klompje cellen in mijn buik dat een mensje zou moeten worden, maar dat helaas uiteindelijk niet werd. Vanwege de media-aandacht voor de zaak, en misschien ook wel door de hormonen die door mijn lichaam gieren, ben ik bloednerveus. Met mijn hand voorzichtig op mijn buik beantwoord ik de vragen van de advocaat, de officier en de rechtbank. Daarbij ben ik me zeer bewust van het feit dat stress niet goed is voor dat wat zich deelt in mij. Ik voel me breekbaar. Ik vertel wat ik weet over de man die ik onderzocht. Ik vertel over zijn persoonlijkheid en kwetsbaarheden, kansen en mogelijkheden. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hem zenuwachtig wiebelen met zijn benen. Na de laatste vraag ontspan ik en leun ik achterover in mijn stoel. Als ik even naar rechts kijk, zie ik hoe de verdachte bemoedigend naar me knikt. Het lijkt haast alsof hij het heeft opgemerkt: even waren we allebei kwetsbaar.

Lees ook
  • Lilian Kuipers

    Lilian Kuipers is manager behandelzaken bij Inforsa, waar ze ook als psychiater werkt binnen de forensisch-psychiatrische kliniek, onder andere op de tbs-afdelingen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.