Blogs & columns
Jeanne-Marie Hament
2 minuten leestijd
Blog

Kuddedier

Plaats een reactie

Ik reed op de A2 naar het zuiden. Door een bocht van de snelweg boog de metalen colonne auto’s af waardoor ik de felle zon recht op mijn voorruit kreeg. De kleuren sloegen weg en mijn uitzicht veranderde in een monochroom sepia beeld.

. Het bord bij de afslag was een onleesbaar zwart vlak geworden waarop een guirlande van kleine vogeltjes zat. Het zag eruit als van die traditionele sierknipkunst. Na de eerste rotonde reed ik een hoge dijk op. Ik was hier nooit eerder geweest en mijn bestemming was een consultatiebureau in een dorpje waar ik zou invallen voor een collega. De zon stond nu langszij en het landschap kreeg weer kleur. Kilometers reed ik op een meanderende dijk langs de rivier de Linge. Ik passeerde fruitboomgaarden in winterslaap – totdat de navigatie op mijn telefoon begon te protesteren omdat ik hoogstwaarschijnlijk verkeerd reed. Mijn pogingen om bij te draaien, om te keren en verschillende dijkjes af te rijden hielpen niet; ik kwam niet verder dan de aanwijzing ‘nog 8 minuten’. Verloren in dit vacuüm van tijd zette ik mijn auto stil.

Terwijl ik het landschap in vogelperspectief probeerde te zien en te vergelijken met het plaatje op mijn telefoon, werd er op het raam geklopt. Geschrokken keek ik in het getaande gezicht van een man met een beremuts. Uit zijn mond kwamen wolkjes van de kou. Zijn kudde schapen kwam mopperend tot stilstand rondom mijn auto. De dieren hadden alleen oog voor elkaar en lieten met hun hangende kopjes hun dampende behoeftes vrijelijk lopen. Een beetje benauwd voor de uitwerking van de kletsende uitwerpselen, draaide ik mijn autoraampje naar beneden. Daarbij kwam er een grote neus door de ontstane ruimte. Dat was niet de flink gebouwde neus van de vriendelijke plattelander, maar het zachte exemplaar van een werkpaard met halster dat hij aan een touw meevoerde. Hij trok het paardenhoofd uit mijn auto terug en even kon ik het trouwe, gedweeë oog van het nobele dier zien. Paarden raken iets bij me; ze doen niet mee aan die burgerlijke kuddementaliteit van schapen of koeien. Het gaat ze niet alleen maar om een volle ruif aan het einde van de dag; ze werken voor je als ze het zinnig en fijn vinden en ze de verbinding voelen.

De samengeschoolde kudde, waar ik nu deel van uitmaakte, trok ineens een luidruchtige meeuw aan. Het dier kwam met een virtuoze duik boven de kudde en mijn auto hangen waarbij ik de chagrijnig toegeknepen ogen kon zien. Verwijten schreeuwend als een vermoeide manager kwam het de groep wijzen op de tijdsverspilling en de verloren minuten. Iedereen kwam weer in beweging. Gelukkig wist ik nu dat ik met de aanwijzingen van de man snel zou aankomen op mijn werkplek.

De rest van de dag herkent u vast. Ieder kind, iedere ouder probeer ik voldoende tijd te geven. Loop ik te veel uit, dan loopt alles daarna schreef. Tijd voor een plasstop is er pas aan het einde van een spreekuur. Lunch is een gesmeerde boterham, die ik niet echt proef, tijdens de gezamenlijke bespreking met de verpleegkundige tussen ochtend- en middagspreekuur. En dan weet ik dat ik het gemakkelijk heb, vergeleken met veel van mijn collega-artsen. Spoed, nachtdiensten en onvoorspelbare volle wachtkamers…… Tot wat voor kudde behoren wij toch?

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.