Blogs & columns
Blog

Kees, wiet, m’n vader en Hamilton Bailey

Plaats een reactie

Ze was ontzettend bezorgd, de dochter van mevrouw Van Schijndel. Moeder had sinds een paar uur ondraaglijke buikpijn, het was niet om aan te zien en ze werd met het uur zieker. Ik besloot meteen te gaan kijken en belde aan.

De eerste jaren van de studie vond ik stomvervelend. De colleges waren saai en begonnen ’s ochtends vroeg, wat niet viel te combineren met mijn buitenschoolse activiteiten in de avond en nacht. Ik hobbelde, ondersteund door de toelage van mijn ouders, in het studentenhuis dat mijn vader had gekocht, niet gehinderd door bindend studieadvies, stuurloos voort. Mijn motto was: ‘De tentamens zijn zo interessant, die doe ik graag twee keer.’ Daar moest ik dan zelf vreselijk om lachen. Verder was ik socialist en erg bezig met ‘niet-westerse geneeswijzen’.

Het werd pas echt gezellig toen Kees in huis kwam wonen. We beleefden onvergetelijke avonden in een wolk van wiet en alcohol, met diepzinnige gesprekken die het daglicht niet konden verdragen. Daarom sliepen we dan ook hoofdzakelijk overdag. We hadden een soort huwelijk zonder seks. Tot mijn vader annex huisbaas ’s ochtends voor de deur stond. Hij overzag de ravage van lege flessen, half afgerookte joints, pizzadozen en de gore plee (‘Laat maar, ik ga onderweg wel’). Hij keek peinzend naar de prachtige wietplant die stond te pronken in ons verder strak betegelde tuintje. ‘Juist’, sprak hij. Toen ik hem naar zijn auto bracht in het helse zonlicht zei hij: ‘Nog één ding… Vanaf volgende maand gaat je toelage omlaag. Volgende week kom ik terug en als die plant er nog staat en ik niet normaal naar het toilet kan, zeg ik de huur op. Tot volgende week.’

Mijn zelfbeklag en halfslachtige beloftes bleken aan dovemansoren gericht, dus ik moest omzien naar een bijverdienste. Die vond ik in een fabriek in de buurt, waar je in de nachtdienst goed kon verdienen. De saaiheid van de colleges was he-le-maal niets vergeleken met de geestdoding aan de lopende band met een joekel van een klok boven je hoofd. Mijn motivatie voor de studie nam dramatisch toe, ik reeg de tentamens in een voor mij ongekend tempo aaneen. Kees begon te ontdekken dat in hem een geweldige psycholoog school. Tijdens stages bleek hij de hoogvlieger die hij met wiet altijd had proberen weg te roken. Onze ‘coming of age’ was voorbij.

Op een middag pakte ik verveeld een boek van de plank: Hamilton Bailey - Physical Signs in Clinical Surgery uit negentiennogwat. Het oogde onappetijtelijk met allerlei onsmakelijke plaatjes, maar schijn bedriegt. Het was een meesterwerk, bracht diagnostiek terug tot z’n essentie: anamnese, lichamelijk onderzoek, op kolen gestookte röntgen en een bezinking. Daar moest Hamilton het mee doen en daar deed hij het mee! Maar ik dwaal af…

De maagperforatie van mevrouw Van Schijndel hield zich keurig aan de regels van collega Bailey. De ibuprofen, die ze met weinig water had geslikt, had zich aan de maagwand gehecht en zich er doorheen gevreten. De zure smurrie, loopt u even mee, was via de paracolische goot in de rechteronderbuik beland. De pijn had datzelfde traject afgelegd. Het buikvlies verkeerde inmiddels in alarmfase A en produceerde veel vocht om het zuur te verdunnen. Dat lukte deels, de pijn was iets minder, maar nu wel aanwezig door de hele buik, die zo hard was dat je er de sirtaki op kon dansen. Hamilton en ik waren het al snel eens en ik glom van trots, toen ik hem tevreden hoorde mompelen.

Als ik terugkijk zie ik dat mijn vader geen curlingouder was die alle obstakels voor zijn kroost wegveegde. Curlingouders zijn handig om je met dwingende stimulering (‘Ze wil het echt zelf!’) en veel bijles door de decentrale selectie te vegen, maar als dan later in het leven de echte obstakels opdoemen, merk je dat je zelf geen bezem hebt. Door Kees ben ik een beter mens en zeker ook een betere dokter geworden. Hamilton B., moge zijn naam en boek voortleven, heeft me een belangrijke leidraad meegegeven: less is more!!

En de wiet? Ach, om Churchill te parafraseren: 'If you don’t smoke pot before the age of 22 you
are a fool, if you still do afterwards you are even a bigger one
.’ Of zoiets.

Lees ook
  • Imme Bergman

    Hoewel ik in het echt anders heet ben ik het wel, bijna 35 jaar huisarts. In mijn innerlijke wachtkamer zitten veel patiënten, mensen met wie ik ontroerende tot hilarische dingen heb meegemaakt. Ze hebben op deze blog gewacht. Ik heb veel van hen geleerd en ze hebben mijn leven verrijkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.