Blogs & columns
Blog

Je zult maar net nú kanker hebben

1 reactie

Je zult maar net nu een kankerdiagnose hebben horen uitspreken, je ogen groot van verbijstering, je hoofd tolt: gaat dit over mij, dit kan niet waar zijn. En dan die ijzingwekkende nieuwe dimensie: kan ik wel gewoon naar het ziekenhuis, kan ik wel behandeld worden?

‘Weghalen, je moet het onmiddellijk laten weghalen’, riep mijn moeder paniekerig door de telefoon toen ik haar zeven jaar geleden mijn eerste slechte nieuws had verteld. Ik kon haar toen nog geruststellen, de operatie was al ingepland nog voor het slechtnieuwsgesprek met mij had plaatsgevonden. Kalmerend vond ik dat. Dat ‘samen beslissen’ kwam later weleens, nu eerst snel handelen. Weinig aandoeningen geven zoveel angst en paniek als de eerste K-diagnose. De hele oncologische zorg is hier steeds beter op ingericht. Vlotte logistiek, snel behandelen, patiënten niet te lang in onzekerheid laten.

Maar nu, nu wordt iedereen gedwongen om een pas op de plaats te maken, eerst na te denken over nieuwe vragen. Wat is echt nodig? Wat kan later?

Je zult maar net nú in een chemotherapietraject zitten. Angstvallig heb je je voorbereid: wie je zal begeleiden naar het ziekenhuis, wanneer je je hoofd laat scheren en welke pruik het beste past – of zal ik toch die doek doen? –, de afsprakencarrousel op de minuut scherpgesteld met bloedprikken, consult, infuus. Maximale controle bij een ongewisse toekomst. En dan komt die nieuwe realiteit. ‘U mag geen begeleiding meer meenemen naar de dagopname.’ ‘We denken dat het beter is om de chemo even uit te stellen.’ Pas op de plaats dus.

Mijn pas op de plaats kwam in de vorm van een mokerslag. Niet door externe omstandigheden, maar door mijn eigen lichaam. ‘We hebben de operatie geannuleerd’, zei de oncoloog een week na Bad D-Day. ‘Met zoveel uitzaaiingen heeft het weinig zin, je wordt er niet beter van en een buikoperatie zou een onnodig zware belasting voor jou in deze situatie zijn.’ Verbijsterend vond ik dat. Ja, hormoontherapie kon ik krijgen, iets is beter dan niets. Het duurde lang voor ik me erbij kon neerleggen. Pas toen mijn HPA-as zich een tikkeltje begon te herstellen, kwam langzaam de acceptatie. En ook – ik zeg het met schroom want ik ben geen liefhebber van weeïge woorden – een bepaald gevoel van dankbaarheid. Want eenmaal voorbij de drie f-en van fight-flight-freeze wacht een toestand van bezinning en rust. Een ‘gelukkige’ staat waarin nog maar weinig wereldse zaken je kunnen ontregelen.

Kankerpaniek, zo blijkt dan, is heel vaak niet nodig, bij veel K-diagnoses is behoorlijk wat ruimte om eerst tot jezelf te komen. Je gaat namelijk meestal niet onmiddellijk dood. Bovendien, chemo let niet op een tumorcelletje meer of minder: als het werkt, dan werkt het.

Een pas op de plaats, weinigen zullen het vrijwillig omarmen, maar als het toch moet, levert ze belangrijk gereedschap om moeilijke tijden beter te kunnen doorstaan. Zoals de huidige situatie. Hoezo zou een virus mij bang kunnen maken? Thuiszitten, sociale distantie, handen wassen? Door jarenlange oefening een peulenschil.

‘Wij hebben al de nodige training gehad in leven met ziekte, dus dit kan er ook nog wel bij’, vertelt Hanneke Mulder in haar blog op de onvolprezen vraagbaak kanker.nl. ‘Nu de paniek toeslaat, realiseer ik me hoe weinig gezonde mensen gewend zijn.’

De oncologische zorg gaat gelukkig door met hier en daar een pas op de plaats. Er schijnt nu zelfs extra ruimte en tijd te zijn voor de patiënten. Als dat niet kalmerend werkt…

PS. Hanneke Mulder deelde ook het volgende bitterzoete gedicht op kanker.nl:

Hamsteren

Er waart een virus rond

het land is in paniek

er is onzekerheid:

misschien word ik wel ziek

Het is beangstigend

straks word ik nog patiënt

de kans dat ik dan doodga

is wel twee procent

Echter de grootste zorg

voor de gezonden hier

is: heb ik deze dagen

genoeg wc-papier?

Ik heb al drie jaar kanker

ik voel niet vaak paniek

er is al zekerheid:

ik ben heel ernstig ziek

Ook zonder die corona

was ik al patiënt

de kans om dood te gaan

is voor mij honderd procent

Nu rennen de gezonden

naar de supermarkt in draf

maar dat wc-rol hamsteren

daar veeg ik mijn reet mee af.

kanker
  • Anita Kaemingk

    Anita Kaemingk is onder meer neuropsycholoog en docent consultatie aan de geneeskundefaculteit in Maastricht. Ze heeft het lynchsyndroom en werd in 2013 ziek (vergevorderd stadium van kanker). In het boekje Over Leven heeft ze 25 columns over haar ziekte gebundeld.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.