‘Je bent niet aangenomen’
5 reactiesHallo Kees, met Marijn Houwert spreek je. Je bent niet aangenomen voor de opleiding tot chirurg in onze regio. ‘Hoezo niet?’ vraagt Kees. ‘Ik ben gepromoveerd, heb mijn eigen stichting opgericht en 4000 LinkedIn-connecties!’
In een gemiddeld academisch centrum werken zo’n veertig promovendi bij de afdeling heelkunde. Er is min of meer bedacht dat je gepromoveerd moet zijn om chirurg te worden. Dus springen er een hoop geschikte mensen door die hoepel en haken er anderzijds een hoop even geschikte mensen af.
Wij hebben de afgelopen tien jaar 79 aiossen aangenomen in onze regio. Er waren er twee niet gepromoveerd. Twee. U leest het goed. Van deze twee is er één alsnog aan het promoveren geslagen omdat hem verteld is dat hij zonder promotie nooit in de (een) maatschap komt. Ik vind dat ridicuul.
In het perifere ziekenhuis waar ik ben opgeleid, houdt 25 procent van de chirurgen zich actief bezig met wetenschappelijk onderzoek. In de kliniek waar ik fellow was, één van de vijf traumachirurgen. Nu in onze academische staf 60 procent van de traumachirurgen. Dus zelfs in het academisch ziekenhuis doet lang niet ieder staflid actief wetenschappelijk onderzoek. Waarom vragen we het dan wel van onze toekomstige collega’s?
Het is een no-brainer dat we gezien de huidige banenmarkt minder chirurgen moeten gaan opleiden. Meerdere keren heb ik de vraag gehad wat we dan tegen die veertig onderzoekers moeten zeggen. Dat kunnen we toch niet verkopen? Promotie en de opleiding zijn immers nauw met elkaar verweven. Veel te nauw wat mij betreft.
We moeten terug naar de basis. We leiden primair dokters (in ons geval chirurgen) op en hebben de luxe positie (zolang het duurt) dat we daarbij nog een andere competentie of onderscheidende prestatie kunnen vragen. Dat kan zijn wetenschappelijk onderzoek, maar net zo goed ondernemerschap, onderwijs, innovatie, bestuurlijke ervaring of maatschappelijke betrokkenheid. Een promotie is dus prima, maar ondernemerschap is dat net zo goed. Het blijven mijns inziens echter bijzaken want het klinisch functioneren zou leidend moeten zijn.
‘Kees’, zeg ik, ‘ik begrijp je teleurstelling. Wellicht is nu stap één dat je begint met werken als anios chirurgie. Kijk of het vak bij jou past en of je plezier hebt in het werken in de kliniek. Daarnaast horen we ook graag van de vakgroep of zij net zo tevreden zijn als jij. Als dat het geval is, zien we je graag volgend jaar terug.’
Laten we proberen om weer gewoon dokters op te leiden. Dat betekent dat we de verplichting hebben om heel goed naar het klinisch functioneren van onze jonge collega’s (aniossen) te kijken. Ze feedback te geven op dat functioneren maar ook het huiswerk om na te denken of het vak bij hen past in plaats van zij bij het vak. En niet alleen als opleider maar met de hele vakgroep. En ja, dat is evident anders dan een vinkje zetten achter het criterium promotie.
NB: Kees bestaat niet echt. Er zijn echter vele ‘Kezen’ heeft de afgelopen sollicitatieronde mij weer geleerd. Het enige valide argument wat we konden verzinnen om iemand niet aan te nemen is dat we (nog) niet voldoende overtuigd zijn van het functioneren in de kliniek of dat andere kandidaten juist verder waren in hun klinische ontwikkeling. Een ontwikkeling als dokter dus.
lees meer van Marijn Houwert
A.F. Algra
commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, Rotterdam
Beste Kees, zomaar een reflectie die bij me opkwam na het herlezen van deze rake blog van Marijn Houwert.
Kijk eens in de spiegel. En: wie en vooral wat zie je ?
Ik zie een ambitieuze circusartiest, die door allerlei hoepels (promotie,.....,... ,....., ......) heen moet springen ( van wie eigenlijk ?), maar ook de sterstatus ambieert van een medische fabrieksarbeider - ten dienste van de vakgroep en/of zelfs eigen maatschap.
Of zie ik het verkeerd ?
P.J. Mitra
arts en jurist, medisch adviseur, Schaijk
Fijn dat er eindelijk eens een tegengeluid te horen is, ook in de reacties hieronder, dank collega's! Een goede klinische neus en knobbel hebben en goede omgang met patiënten en collega's zou voorop moeten staan. Dat is in de echte wereld toch ook he...t enige echt relevante?
Promoveren moet een doel op zich zijn en niet een 'moetje' om in opleiding te komen, een maatschap in te kunnen komen of te voorkomen door collega's als minder volwaardig te worden aangezien. Als maatschappij worden we er ook niet beter van als er tonnen subsidiegeld doorheen gejaagd worden om niet-inherent in promoveren geïnteresseerde artsen hun klinische kunsten te laten vergeten en drie jaar te laten zweten op iets dat ze eigenlijk niet boeit en dat dit ook kwalitatief uitdraagt, om vervolgens niet per se een betere medisch-specialist te worden.
Illustratief hierbij is ook een uitspraak van een opleider, die ik nooit zal vergeten, namelijk dat als je bij [ander specialisme] gepromoveerd bent, dan is dat mooi voor jou, maar dan ben je voor ons [bedoeld: ons specialisme en onze vakgroep] een bereden paard en kijken we naar iemand anders.
Waar nog eens bij komt, dat promoveren op zichzelf absoluut geen garantie is dat je ook daadwerkelijk in opleiding komt, dus wat ben je dan met je PhD, kennelijk afgeschreven voor andere specialismen? Wat een kolder!
Jonge artsen worden het hele land door gejaagd voor dit soort onzin om hun droom, zonder enige garantie, na te jagen, zonder de kans te krijgen zich blijvend ergens te vestigen en een leven op te bouwen met een vastomlijnd idee van hoe de toekomst eruit komt te zien. Om nog maar niet te spreken van wat al de ellende op de woningmarkt voor hen in deze context betekent.
Het enige wat je zo krijgt is een generatie medisch-specialisten die aan het einde van de opleidingsrit uitgeblust aan de carrière begint, gevangen zit in het keurslijf van een ooit gemaakte keuze en verplichtingen ten aanzien van goodwill, waarbij men vergeten is hoe het is om te 'leven'.
Wel, mijn boodschap is voor alle jonge artsen (in spe) die zich hier nog niet in de opleidingsfuik zijn gelopen: er zou geen reden moeten zijn om te *moeten* promoveren. Sterker nog, ook niet om per se in opleiding te gaan voor een *klinisch* medisch-specialistische opleiding, of überhaupt een dergelijke opleiding en pas ergens in of na je 40ste klaar te zijn. Voor het geld hoeft het in ieder geval zeker niet, overigens ook specialiseren niet. En een keuze voor eventueel specialiseren in de eerste lijn maakt je leven rijker met ook dankbaar werk, je naasten zullen je dankbaar zijn dat ze je nog eens zien.
[Reactie gewijzigd door Mitra, Peter John op 05-10-2021 11:17]
J. Plomp
Cardioloog , Hollandsche Rading
Hartelijk dank Marijn
Volledig uit het hart gegrepen.
Een goede doktor betekent niet dat het een goede dokter wordt/is.
Het is aan een 18 jarige toch niet met droge ogen te verkopen dat ze een traject van minimaal 16 jaar ingaan(meest optimaal ...6 jaar studie, aansluitend 4jaar promotie en dan aansluitend 6 jaar opleiding) en dan nog geen baan garantie hebben.
Als je een constructie niet begrijpt dan zit er ergens voor iemand geld aan. In dit geval zeker niet bij de promovendus.
Dit systeem kweekt steeds minder klinische dokters. Zo zonde van het vak
L.V. de Vries
Basisarts, gepromoveerd, Arnhem
Dankjewel Marijn! De spijker op zijn kop! Ik las dit weekend op de website van de Jonge Specialist dat het aantal medische promoties de afgelopen 25 jaar met 256% is toegenomen. Een behoorlijke inflatie van dit traject dus. Bizar! Toen ik 10 jaar gel...eden als 4ejaars student besloot te gaan promoveren, was dat omdat ik onderzoek doen gewoon écht ontzettend leuk vond (het schrijven van een proefschrift overigens stukken minder ;-)). Pas later drong de noodzaak voor een opleidingsplek tot me door.
Diversiteit maakt teams sterker, maar dit is als je kijkt naar wie geselecteerd worden voor opleidingsplekken nog nauwelijks het geval. Dit geldt niet alleen voor wel/niet gepromoveerd, maar ook voor de verdeling man/vrouw, verschillende etnische achtergronden, maar ook mensen met verschillende talenten, ambities en interesses! Niet iedereen is een manager, niet iedereen een onderzoeker, onderwijzer, creatieve denker of ondernemer. En zelfs niet iedereen een klinisch goede dokter. En toch heb je ze allemaal nodig, en de laatste categorie helemaal. Dus ik hoop dat we toekunnen naar kijken waar mensen enthousiast voor en goed in zijn, wat ze toevoegen aan een team en daarop selecteren. In plaats van hokjes afvinken, en 'moetjes' forceren zoals promoveren.
A.F. Algra
commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, Rotterdam
Mooie en trefzekere column. Marijn legt de vinger op de zere plek. Een omslag is nodig. Aan de basis van de theorie ligt de praktijk. En het is niet andersom. 'Gewoon dokteren' is de basis.