Blogs & columns
Imme Bergman
Imme Bergman
3 minuten leestijd
Blog

In het hol van het hart

1 reactie

Toen ik 36 jaar geleden arts-assistent was in het Bethlehem-ziekenhuis in Den Haag hadden we nog een echt bezoekuur. Om 17.00 uur ging er een soort toeter af en stormde het volk naar binnen. Tot die tijd werden ze streng doch rechtvaardig door de portier van dienst in het gareel en in een rij gehouden.

Als ik nachtdienst had na een vrije dag (die had ik heel soms) moest ik in mijn burgerkloffie door die rij naar de assistentenkamer. Dat ging niet vanzelf: ‘achteraan aansluiten’ of ‘denk jij dat je voorrang hebt’ waren de vriendelijkste commentaren. Met oppervlakkige vleeswonden bereikte ik genoemde kamer, deed mijn witte jas aan, hing mijn stethoscoop achteloos in de rechterzak en begon aan de terugweg. Zo moet Mozes zich gevoeld hebben toen de Rode Zee uiteenweek. De nog steeds wachtende meute ongeduld zag opeens een DOKTER aankomen en ter plekke ontstond opeens een ruime doorgang, waar ik minzaam glimlachend doorheen schreed. Na die Haagse periode heb ik eigenlijk nooit meer een witte jas gedragen.

‘Welke maat witte jas hebt u?’ vroeg de vriendelijke secretaresse van de cardiologen door de telefoon. Nadat de jonge cardioloog Ramirez een kijkje in mijn keuken had geworpen was het nu mijn beurt transmuraal vreemd te gaan (zie vorige blog). Ik zou de witte jas dus na al die jaren weer aandoen, die oude vriend, dat uniform, die schraag onder mijn toen wankele zelfbeeld. De afspraak was dat ik bij de ochtendoverdracht aanwezig zou zijn. Ik werd met alle egards ontvangen en voelde me zeer welkom. De overdracht vond plaats in een ruime kamer met een grote ovale tafel waar de coassistenten en arts-assistenten omheen zaten. De staf en ondergetekende namen plaats op de comfortabele banken die daaromheen stonden. De tijd had mij dus van de keukenstoel naar de zitbank gevoerd.

Er kwam een optocht patiënten langs, de meeste min of meer recht door het cardiologische midden, behalve een ouwe baas van 90, die via 112 was binnengekomen met lokale pijn rechts. Bij onderzoek was die pijn bij druk herkenbaar op te wekken. Toch was een troponine geprikt en die was iets verhoogd. De vraag van de arts-assistent was of hij nu een coronaire angio moest ondergaan. Kennelijk zag een der stafleden mijn grote ogen en vroeg wat ‘de huisarts ervan vond’. ‘Nou, de huisarts vindt dat als hij bij mij op het spreekuur was geweest hij nooit bij jullie zou zijn gekomen en dat je toch niet anders kunt concluderen dan dat dit een foutpositieve troponine moet zijn.’ Het maakte me duidelijk hoe anders de manier van denken is achter mijn bureau en dat van John Ramirez en de zijnen. Aan beide kleven voor- en nadelen en we hebben ieder aan zijn of haar kant van de ‘muur’ een andere rol.

De rest van de ochtend liep ik mee met mijn koppelgenoot in het zeg maar ‘onduidelijkeklachtenspreekuur’. Je kunt bij ons mensen naar dit spreekuur verwijzen als je twijfelt of er ja/nee iets cardiologisch aan de hand is. Ze kunnen er binnen een paar dagen terecht. Er wordt dan lab geprikt, een ecg gemaakt, een fietstest gedaan en een cardiale echo. Daarna worden ze door de cardioloog gezien. Ik vind dit een zeer zinvolle uitbreiding van het diagnostische palet. Gaandeweg bekroop mij echter een sterk gevoel van plaatsvervangende schaamte. Van de vier patiënten hadden er drie klassieke extrasystolen. Dat je als huisarts dit soort huis-tuin-en-keukenproblemen niet zelf kunt oplossen geeft te denken. Wij hebben er enorm de pest in als we horen dat er door specialisten soms nog steeds denigrerend over ons wordt gesproken. Laten we in elk geval proberen reële aanleiding zoals hierboven weg te nemen. Of zoals Jock Ewing, de steenrijke olieboer uit de serie Dallas zei: ‘Respect is something you take, not something you get.

Voor ik mijn witte jas ging inleveren, wilde ik nog één ding proberen. Er stond een groep mensen te wachten voor de lift. Ik sloot achteraan en hoestte luid en duidelijk, zodat iedereen achterom keek. De deuren van de lift gingen open en ik schreed minzaam glimlachend als eerste naar binnen. Veel is veranderd in 36 jaar, maar niet alles…

Meer van Imme Bergman
  • Imme Bergman

    Hoewel ik in het echt anders heet ben ik het wel, bijna 35 jaar huisarts. In mijn innerlijke wachtkamer zitten veel patiënten, mensen met wie ik ontroerende tot hilarische dingen heb meegemaakt. Ze hebben op deze blog gewacht. Ik heb veel van hen geleerd en ze hebben mijn leven verrijkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • E.C.M. Moons

    huisarts, Hedikhuizen

    Ik geniet van je schrijfstijl , Imme. Ik herken je plaatsvervangende schaamte als het gaat over verwijzingen. Mogelijk heeft dat te maken met de steeds groter wordende afstand huisarts en specialist.
    Als je de specialist bij naam kent bel je makkeli...jker voor overleg maar in hoeverre lukt dat nog in een ziekenhuis met uitdijende vakgroepen? Ook verwijzen is veranderd, de brief is vervangen door een deels vooringevuld format ,met een druk op de knop is het verzonden! Ik heb mijn hoop gevestigd op de digitale meekijk consulten en anderhalve lijn spreekuren in onze regio.


 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.