Blogs & columns
Imme Bergman
Imme Bergman
3 minuten leestijd
Blog

‘Ik ken niet tegen ziekte’

Plaats een reactie

Henny is een foute man, fout in zijn werk, fout in zijn relaties, eigenlijk consistent fout in alles. Dat geeft op zich wel houvast in de omgang met hem. Toen ik de praktijk van mijn voorganger overnam kwam Henny, geblondeerd, gebruind en rijkelijk met goud en Rolex behangen kennismaken, met in zijn kielzog Trudy, recht uit de schoonheidssalon getrokken. Om de samenwerking met mij goed vast te leggen (ik vraag, jij draait) kreeg ik een carte-blanchewaardebon voor twee personen in een extreem duur restaurant. Verbouwereerd bleef ik achter. Eerst liep me het water in de mond, maar toen dat er weer was uitgelopen heb ik de bon teruggestuurd, wetend dat er van dit hellend vlak geen weg terug meer zou zijn.

Henny was onder andere koppelbaas. Voor de jonge lezertjes: een koppelbaas was een soort van illegaal uitzendbureau, dat Oostblokkers hierheen haalde, die dan onverzekerd en zonder dat de werkgever sociale lasten betaalde werden uitgebuit. Door mazen in de wetgeving was het een zeer lucratieve bezigheid. Het geld kwam met de vrachtwagens binnen en ging er ook weer met de vrachtwagens uit. Enig minpuntje was dat Henny zaken moest doen met andere louche partijen, die bij conflicten geen beroep deden op de politie.

Hij kocht een enorme villa en liet die verbouwen, waarbij de enige opdracht leek: zichtbaar duur. Toen ik een keer visite ging rijden, omdat zijn zoontje verkouden was met 37.8 kon ik met eigen ogen zien dat men daar prima in was geslaagd. De vijver met koikarpers was indrukwekkend. Ze waren zo groot dat geen reiger ze op kon. Henny vertelde dat ze werden verzorgd door een speciale koi-expert, want ‘dan heb je er geen omkijken naar’. Verder viel het hondenhok op, een kopie van het woonhuis, met marmer op de vloer en vloerverwarming. Ook de tuinarchitect had zich keurig aan de opdracht gehouden: duur en opzichtig.

De inrichting binnen was overweldigend: de onderliggende smaak was die van het huilende zigeunerjongetje, maar dan consistent met de tuin, heel erg duur. Vooral blootborstige zeemeerminnen die het gezellig hadden met watergoden, doken overal op. In elke ruimte was televisie, Henny wilde niets missen als hij keek. Door het hele huis lag marmer (‘het duurste wat je ken krijgen’), ook in de garage. Het ondergrondse zwembad was zeer luxueus, maar lekte helaas nog wel. Trots liet hij de fitnessruimte zien, die hij had laten bouwen toen ik hem had geadviseerd wat meer aan sport te gaan doen. Het zag er allemaal glimmend en gloednieuw uit, hoewel het al een halfjaar klaar was.

Een paar jaar later trof Trudy bij thuiskomst Henny in het zwembad aan met een, niet alleen blootborstige, mevrouw. Volgens hem was het een seksueel therapeute, die hij had ingehuurd omdat zijn onderpartij haperde. Trudy was boos en hij stuurde haar om het goed te maken samen met haar zus naar een duur resort, waar een bekende cosmetisch arts opspuitwerkzaamheden verrichtte. Dit bleek een fijne pleister op de wonde, die nog vaker zou worden toegepast. Op het laatst moest ik steeds aan een goudvis denken, als ik haar zag. Haar lippen stonden op springen en iedere vorm van expressie was uit haar gezicht gecosmetiseerd.

De vader van Trudy, die in een piepklein huisje in een volksbuurt woonde, begon te sukkelen met zijn gezondheid. Henny wilde grootmoedig alle kosten betalen en ook vakanties en zo, maar had zijn schoonvader liever niet meer over de vloer. ‘Ik ken er niks aan doen, maar ik ken niet tegen ziekte.’

Na een stoet seksueel therapeutes en ander ontkleed vrouwvolk hield Trudy het voor gezien. Ze draaide hem een flinke poot uit en vertrok. Met haar leek ook het goede gesternte Henny te verlaten. Hij kwam een keer op de praktijk met nog zichtbare blauwe plekken her en der. Hij was door een aantal zakenrelaties bezocht en die hadden hem, naar aanleiding van een financieel geschil, flink te grazen genomen. En dat als waarschuwing. Hij moest het huis halsoverkop verkopen om zich hieruit te redden en tot overmaat van ramp meldde de FIOD zich ook om de boel wat af te romen. Eigenlijk bleek de gevangenis, waar hij uiteindelijk in belandde, een rustige plek om bij te komen en zich op de toekomst te bezinnen.

Hierna heb ik eigenlijk nauwelijks contact met hem gehad, behalve over zijn Bulgaarse vrouw en hun zoontje, die gruwelijk werd verwend en allerlei gedragsproblemen ontwikkelde.

Kennelijk was het hem wel gelukt geld over te houden ondanks de aanslagen van deze en gene. Hij kwam altijd voorrijden in de duurste Mercedes. Het leven is niet eerlijk, blijkt maar weer eens. Gelukkig ken ík wel tegen ziekte, dat is dan wel weer een schrale troost.

meer van Imme Bergman

  • Imme Bergman

    Hoewel ik in het echt anders heet ben ik het wel, bijna 35 jaar huisarts. In mijn innerlijke wachtkamer zitten veel patiënten, mensen met wie ik ontroerende tot hilarische dingen heb meegemaakt. Ze hebben op deze blog gewacht. Ik heb veel van hen geleerd en ze hebben mijn leven verrijkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.