Blogs & columns
Blog

Hoe waardevoller voor de patiënt, hoe duurder

3 reacties

Opnieuw een allang bestaand en gebruikt geneesmiddel dat enorm in prijs is verhoogd. Ik heb het over Lutathera, ontwikkeld door het Erasmus MC en door Novartis voor een zesmaal hogere prijs in de markt gezet als ‘orphan drug’: tien jaar marktexclusiviteit. Een fraai staaltje onderzoeksjournalistiek van Hordijk in het NTvG, die beschrijft hoe zo’n monopolie tot stand komt.

Na lezing van dat stuk en alle krantenartikelen van de laatste dagen poppen er allerlei vragen bij me op. Maar ik houd het even bij deze: hoe is het in godsnaam mogelijk dat ‘value based pricing’ zo’n opgang heeft kunnen maken? Novartis zegt namelijk in het NOS-bericht ‘de prijs van Lutathera gebaseerd te hebben op de waarde ervan voor patiënten’.

De laatste jaren is er een trend ontstaan om de prijs van geneesmiddelen meer te baseren op hun effect op levensduur en kwaliteit van leven en dus hun waarde voor de patiënt. Een en ander is ingegeven door de kosteneffectiviteitsanalyses die gedaan worden en waarbij vervolgens een prijs per qaly (quality-adjusted life year) berekend wordt. Dat betekent dat er berekend wordt wat de gezondheidswinst is in vergelijking met de standaardbehandeling. Als de standaardbehandeling gepaard gaat met groot en langdurig verlies van kwaliteit van leven en al kostbaar is (denk aan chronische hepatitis C, alle ellendige complicaties van levercirrose die de kwaliteit van leven beïnvloeden en een levertransplantatie met alle kosten van procedure en nazorg) dan heeft een zeer effectief antiviraal geneesmiddel ten minste dezelfde waarde. Die discussie is dan ook gevoerd voor sofosbuvir. Op zich heel begrijpelijk in een wereld waarin met name de farmaceut de prijs bepaalt om te zoeken naar opties om slecht werkende medicijnen niet voor de hoofdprijs te kopen.

Maar aan de andere kant ook niet heel verrassend dat farmaceuten deze ‘value based pricing’ een goed idee vinden. Zie ook de NEJM Catalyst Talk van Amitabh Chandra’s hoogleraar aan de Harvard Kennedy School ‘What happens if all the drugs are tremendous?’. Hij rekent ons voor dat een nieuw geneesmiddel, bijvoorbeeld een waarbij tachtig levensjaren ‘gered’ worden door met gene-editing een fout in het DNA te repareren, een ‘value based’ prijs zal hebben van meer dan 5 miljoen. Hij pleit ervoor om de overheid te betrekken bij geneesmiddelenontwikkeling, waarbij patenten in handen blijven van de maatschappij. Een mooi idee, maar vooral relevant voor nieuwe, innovatieve geneesmiddelen. Want wat is er gebeurd bij Lutathera? Hier wordt oude wijn in nieuwe zakken gepresenteerd, met als verdediging voor het nieuwe gouden prijskaartje de ‘waarde voor de patiënt’.

Die patiënt is helaas ook de dupe van dit soort oplaaiende discussies, omdat de maatschappij die nieuwe prijs vervolgens wellicht niet wil betalen. Als ook oude geneesmiddelen, die soms moeilijk verkrijgbaar zijn, gemonopoliseerd en omgepakt worden, dan hebben we pas een probleem. Een probleem dat vele malen groter is dan toekomstige gene-editing-behandelingen voor heel zeldzame ziekten. Denk maar aan de hypothetische ‘value based price’ van penicilline voor behandeling van een pneumokokkenpneumonie: in het verleden overleed van de patiënten ≥12 jaar zonder penicilline zo’n 80 procent en met penicilline ongeveer 15 procent. Uitgaande van een gemiddelde leeftijd van optreden van de pneumonie van 40 jaar en dus nog veertig jaar te gaan, worden er zo 26 levensjaren per patiënt gewonnen. Als ik reken met een qaly van 20.000 euro (de laagste categorie), dan zou de fabrikant zomaar eens tonnen voor een antibioticakuurtje kunnen claimen....     

  • Carla Hollak

    Carla Hollak is internist en hoogleraar erfelijke stofwisselingsziekten.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • J.M. Brand

    GGD arts, Alphen aan den Rijn

    Als de overheid niet ingrijpt met regelgeving zijn we overgeleverd aan de corporate psychopaths van de farmaceutische industrie.

  • Wim van der Pol

    Apotheker niet praktiserend, Delft

    Eerder nog dan Imigran verscheen Vibramycine op de markt, van Pfizer meen ik, met een prijs van 2 gulden 50 per capsule. Wij apothekers vonden dat toen heel veel geld. Maar de marges bleken ook groot en de hele beroepsgroep heeft vanaf die jaren "goe...d geboerd". Er is sindsdien veel gebeurd en veranderd, maar de marktwerking is een beetje achtergebleven en concurrerende producten (de zogenaamde me too's -rare associatie overigens met een ander fenomeen-) blijven te lang uit. De wal keert het schip heus wel. Maar beter zou zijn dat wij apothekers beter op deze situaties zouden anticiperen, onder andere door Novartis op slinkse wijze onder druk te zetten.

  • Bram ter Keurst

    huisarts & kaderarts palliatieve zorg, Eindhoven

    Al wat langer geleden (jaren 90 meen ik me te herinneren) werd door Glaxo het middel Imigran(sumatriptan) in de markt gezet en de prijs toegelicht als gebasserd op de maatschappelijke winst: minder arbeidsuitval door migraine. Het was de opmaat naar ...wat nu blijkt een ontwikkeling gekenmerkt door hebzucht en verlies aan elk ethisch besef. Het ongedierte kruipt vrij rond.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.