Blogs & columns
blogdeel

'Het gaat mij erom dat de zorg voor anderen verbetert'

Deel 4 in het gesprek: Voor het hekje bij de tuchtrechter

Huisarts Marco Blanker moest voor de tuchtrechter verschijnen. En Désirée Hairwassers, die blogt vanuit het patiëntenperspectief, spande een tuchtzaak aan. Ze schrijven elkaar over hun ervaring met het tuchtrecht. Hieronder leest u deel 4.
overzicht van de discussie


Beste Marco,

Wat goed dat jij je eigen verweer hebt geschreven en het niet door een advocaat hebt laten doen. Advocaten gebruiken een andere taal en daar bewijs je de klager, die ook je patiënt is of was, niet altijd een dienst mee.

Je stelt mij moeilijke vragen. Als mijn klachten niet-ontvankelijk verklaard waren, was ik – vermoedelijk – het vertrouwen echt verloren. Ik had dan het gevoel gekregen dat artsen, zorgverleners en het tuchtcollege elkaar de hand boven het hoofd houden. Dat is ook omdat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd concreet niets doet met individuele klachten. Waar moet je dan een zorgelijke toestand melden? Overigens maakt het wel uit dat ik me al had verdiept en de geldende richtlijnen erop had nageslagen. Ik heb het gevoel dat mijn casus vrij duidelijk niet ‘comme il faut’ is. Als het tuchtcollege beoordeelt dat de zorgverleners niks te verwijten valt, dan vind ik dat wel een domper. Het gaat mij erom dat de zorg voor anderen verbetert. Ik snap helemaal dat zorgverleners door tuchtzaken verkrampt kunnen raken in hun werk en daardoor per saldo slechtere artsen worden. Dan bereik je – denk ik – het tegenovergestelde van wat je wilt. In mijn geval denk ik dat de zorgverleners beter zullen nadenken, beter zullen onderbouwen wat ze doen en beter zullen vastleggen. Ik denk dat dat een verbetering van hun werk betekent. Ik hoop het in elk geval.

Ik denk ook dat er veel valt te verbeteren als mensen die een tuchtklacht indienen, begeleid worden. Het zou fijn zijn als iemand hen helpt helder te krijgen wat hun klacht is en vooral ook wat ze willen bereiken. Het zal dan in veel gevallen toch mogelijk zijn om nog met elkaar in gesprek te gaan. Dat vereist wel dat ook de aangeklaagden goed worden begeleid, zodat ze echt luisteren en zich niet defensief opstellen. Mensen willen toch gehoord en begrepen worden. Ze hebben dat nodig bij het verwerken. Binnen het tuchtrecht is er geen formeel kader om te schikken, maar minnelijk schikken kan wel op elk moment en soms besluit de klager dan de klacht in te trekken. Ik adviseer elke aangeklaagde om die kansen te blijven onderzoeken. Dat is niet hetzelfde als ‘Wij zijn te allen tijde bereid met u in gesprek te gaan’. Dat is meer iets als ‘Wat vind ik het vervelend dat ik iets heb gedaan wat u boos of teleurgesteld heeft gemaakt. Dat is nooit mijn bedoeling geweest. Helaas kan ik de tijd niet meer terugdraaien, maar misschien kan ik wel met u onderzoeken of ik nog iets voor u kan betekenen. Het kan best zijn dat u daar nu geen trek in heeft. Daar heb ik begrip voor. Maar ik wil graag dat u weet dat mijn deur altijd voor u openstaat. Laat u het weten als ik iets voor u kan doen?’

Natuurlijk zijn er mensen die boos zijn en boos blijven. Daar kun je niks tegen doen, maar dat ontslaat je niet van de morele plicht om open te blijven staan en actief uit te nodigen voor direct contact. Dat moet toch lukken?

Groeten,

Dees

lees deel 5


reageren

  • Désirée Hairwassers

    Désirée Hairwassers is gezondheidswetenschapper en borstkankerpatiënte /-activiste. Ze blogt vanuit patiëntenperspectief.  

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.