Heb ik nog inlevingsvermogen?
3 reactiesMeneer Smit* is een stoere man. Grijze baard, tattoos. Hij slaapt al jaren in een daklozenopvang. Wegens forse benauwdheid is hij ingestuurd. Onrustig zit hij voor me. Het oedeem staat van zijn enkels tot onder zijn oksels. Ik heb nog nooit zoiets gezien, maar mijn gevoel zegt: deze man is heel ziek. De werkdiagnose: een nefrotisch syndroom. Ineens blijkt zoiets echt te bestaan en niet alleen een voortgangstoetsvraag.
We willen hem opnemen, maar meneer zegt weg te willen. Naar huis, of nou ja, naar de opvang. Ik durf het als coassistent niet direct te zeggen, maar doe het uiteindelijk toch omdat het overduidelijk is:
‘Meneer, als we u niet opnemen is de kans aanwezig dat u komt te overlijden’.
‘Ik wil geen zorg. Ik ga liever dood dan dat ik word opgenomen.’
‘Waarom bent u naar het ziekenhuis gekomen?’
‘Ik zocht hulp.’
Even ben ik stil.
Mijn supervisor en ik komen niet te weten waaróm hij niet wil blijven of hoe hij wél geholpen is. Wel is duidelijk dat hij een hekel aan het ziekenhuis heeft. Ondanks onze pogingen wil hij echt niet blijven en vertrekt.
De volgende dag lacht meneer Smit me toe. Bij de ochtendoverdracht vanuit de linkerbovenhoek van HiX, wel te verstaan. ‘Vannacht bewusteloos gevonden en voor ons opgenomen op de ic, de heer Smit.’
Ik schrik behoorlijk, maar niet vanwege de opname van meneer Smit. Ik schrik vanwege het feit dat mijn allereerste emotie niet medeleven is, maar de gedachte: ‘Heb ik alles wel goed opgeschreven in het dossier?’ Verliest mijn inlevingsvermogen het nu al van de reflex mijzelf in te willen dekken? Het voelt alsof ik bij vlagen emotioneel onbewogen ben geworden. Het gemak waarmee ik op een avond met niet-medische vrienden ogenschijnlijk ongeraakt kan vertellen over een reanimatie is al langer bestaand.
Geneeskunde is mijn passie, maar mijn angst is dat bepaalde zorgtrekjes me eigen worden. Dat ik na drie jaar coschappen zodanig gedrild ben dat ik met het behalen van mijn BIG-registratie een deel van mijn persoon (lees: artsenbestaan) verkrijg maar onderweg het risico loop een ander deel van mijn persoon te verliezen. Nou is een verdedigingsmechanisme om naast empathie te tonen ook afstand te kunnen creëren van een patiënt praktisch. Maar hoort bij het ontwikkelen van de balans tussen medeleven en medelijden déze vlakheid?
Tijd om even emotioneel te aarden is er niet. Na de overdracht lopen we naar de ic. Daar ligt meneer Smit met ingevallen gezicht en nóg meer oedeem. Een schim van zichzelf. Hij is niet langer doodziek, maar stervende. Waar we hem voor waarschuwden is bewaarheid geworden. Dit had hij niet gewild. Midazolam/morfine, patiënt over naar de afdeling. Een uurtje later krijg ik het telefoontje van de verpleegkundige.
Na het schouwen bel ik de daklozenopvang. Daar hoor ik de origine van zijn ziekenhuisaversie: zijn ouders zijn op jonge leeftijd overleden aan kanker. Nadat alle administratie is afgehandeld voel ik dan toch emoties opkomen. Het inlevingsvermogen is nog niet verdwenen zolang er ruimte en tijd voor is.
*De naam Smit is uiteraard gefingeerd.
Meer van Lennard Pierey
neuroloog, Aruba
Herkenbaar! Wat jammer dat de sfeer tijdens de overdracht niet zodanig was dat er even kon worden stilgestaan bij het eerdere consult en de emoties bij de gebeurtenissen. We hebben ze allemaal. En het is voor iedereen lastig om over te schakelen van ...empathie naar administratie. Ook daar is een opleiding voor bedoeld. Toch?
Emile Keuter
B.H. Kooistra
specialist ouderengeneeskunde, almere
heel mooi Lennard.
Over je inlevingsvermogen heb IK geen zorgen. Dat jij er zo over schrijft laat zien hoe je kunt reflecteren en gevoelens benoemen en waarderen. Daarmee kun je het nog "ver schoppen" als inlevende en betrokken arts, waar je pat...ienten zich goed bij zullen voelen en jij ook.
P. Olie
HA
Je kan eenmaal niet al het leed vd wereld dragen hou het klein en dicht bij jezelf