Blogs & columns
Blog

Handen af van mijn ggz-collega’s

Plaats een reactie

Er verscheen laatst een artikel in het AD met de titel ‘Psychoses en schizofrenie: Deze levensgevaarlijke verwarden hielden Den Haag eerder in hun greep’. Hierin wordt de ggz in een kwaad daglicht geplaatst en, nog erger, psychose en schizofrenie worden verder gestigmatiseerd. Als iemand die bekend is bij een ggz-instelling een delict pleegt, wordt de ggz erop aangekeken. ‘Sluit de poorten! Sluit ze op! Spuit ze plat! Laat ze nooit meer naar buiten!’ – ik heb het allemaal gehoord als het om de psychiatrische patiëntenpopulatie gaat. Als ik vertel dat mensen van de gesloten afdeling ook buiten komen tijdens hun wandelingen, kijken kennissen me met grote ogen aan. Hoe kunnen wij zulke gevaarlijke mensen naar buiten laten gaan?

De meeste psychiatrische patiënten zijn niet gevaarlijk en vertonen ook geen gevaarlijk gedrag als zij buiten de instelling zijn. In de meeste gevallen gaat dat goed. Zorgvuldig wordt ingeschat wie door de gesloten deur kan en wie niet. Het blijft een inschatting. Mensenwerk, waarbij de zorgvuldig ingeschatte situatie ook anders kan uitpakken.

Het is dus een groot misverstand dat een opgenomen patiënt altijd op de afdeling is. Als ze eraan toe zijn, mogen zij buiten wandelen en naar de supermarkt toe. Hoewel patiënten helaas nog vaak zeggen zich opgesloten te voelen, zijn er geen tralies. Er zijn geen metaaldetectiepoortjes. De muren zijn niet als van een kasteel en hebben ook geen prikkeldraad. Er zijn geen cipiers, maar verpleegkundigen. Onze verpleging is niet bewapend. Ze hebben geen pepperspray, wapenstokken of handboeien. Ze hebben een training in de-escalerend werken en een hart voor de zorg. Een psychiatrische instelling is geen gevangenis. Het gaat om zorg en niet om straffen.

In sporadische gevallen zijn patiënten wel gevaarlijk. Tijdens een dienst wordt een patiënt dreigend. De politie is gebeld, maar gaat niet naar binnen. ‘We wachten tot onze collega’s met wapenschilden en honden zijn gearriveerd’, zeggen ze. Ondertussen staan de verpleegkundigen in de frontlinie, met de patiënt als een gekooide tijger in de kamer. Het lijkt uren te duren tot eindelijk het goede team is gearriveerd. ‘Als jullie aangevallen worden, dan grijpen we echt wel in hoor’, zegt een politieagent. ‘Dan ben je al te laat’, zeg ik, ‘dan is de schade al aangericht’. Dan legt de politieagent uit dat hij bang is om zijn baan te verliezen als hij zou ingrijpen. Hij heeft, net als wij in de ggz, regels waar hij zich aan moet houden. De politie doet wat zij kan, de ggz ook. Maar tegen excessief geweld zijn wij allemaal niet opgewassen. Ggz-hulpverleners zijn de eersten die met een gevaarlijke patiënt in aanraking komen en, helaas, veel te vaak de eersten die klappen opvangen. Het onderbrengen van potentieel gevaarlijke mensen in een psychiatrische instelling om de maatschappij te beschermen, zorgt voor een toename van het gevaar in de instelling en is geen primair doel van een ggz-instelling. Dat is namelijk om een zo goed mogelijke behandeling te geven.

Naar aanleiding van het afschuwelijk incident bij Parnassia van 12 juli doet de Nederlandse ggz een oproep op te staan tegen geweld in welke vorm dan ook richting onze hulpverleners. Geweld tegen hulpverleners is onacceptabel. Dat was het gisteren, dat is het vandaag en morgen. Het mag nooit.

Lees meer van Mette Konings

ggz
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.