Blogs & columns
Blog

Gender is geen biologie

48 reacties

Dit stuk is geschreven in de traditie van mijn Pinnekesdraad-columns, na het lezen van een artikel van Hanneke Kouwenberg 'Artsen moeten zich laten horen in het genderdebat', met een commentaar van Martine de Vries, hoogleraar van medische ethiek. Toen ik het las, stond ik op het punt op vakantie te gaan, maar tijdens het lezen, groeide mijn verontwaardiging. De basis van geneeskunde is biologie: steeds weer word ik geconfronteerd met het lamentabele kennisniveau over biologie in de medische opleiding. Als dit dan wordt gedemonstreerd door een hoogleraar aan een medische faculteit, wordt dit extra pijnlijk.

Ik was fier op België toen een openlijk homoseksueel man eerste minister was. Ik ben fier dat één van onze ministers, Petra De Sutter, een transgender vrouw is. Ik ben fier dat daar geen ophef over is: leven en laten leven, een Belgische karaktertrek. In veel culturen, zowel in het heden als in het verleden, vinden we transgenders. Mannen die de vrouwenrol aannemen en vrouwen die de mannenrol aannemen zijn zo oud als de mensheid. Jeanne d’Arc werd er zelfs door heilig verklaard. Maar naarmate rolpatronen minder verbonden zijn aan het biologische geslacht, ontstaat er meer verwarring over wat nu een man is en wat een vrouw. Als die verwarring van gender met geslacht door goed menende maar gevaarlijke pseudowetenschap ook in onze scholen dreigt door te dringen, laat staan aan medische faculteiten, moeten we de puntjes op de biologische i zetten.

We zijn een chimpansee op schoenen: een zoogdier. Evolutiebiologie verklaart het ontstaan van twee biologisch gescheiden geslachten als een vicieuze cirkel, ontstaan door een onvermijdelijk onevenwicht in reproductie door twee partijen. Zo gauw één van beide partijen meer investeert in een eicel, heeft zij meer te verliezen bij het verbreken van het voortplantingscontract. De andere partij heeft er baat bij steeds minder te investeren. Het eindpunt is een vrouw met schaarse, grote eicellen en de organen, noodzakelijk om kinderen te dragen en te baren, en een man die zeer veel spermacellen aanmaakt die enkel genetische informatie dragen. Dat maakt ons tot man of vrouw: hebben we de reproductieve organen voor productie van spermacellen of eicellen?

Als een professor medische ethiek de vraag stelt: ‘wat bepaalt het geslacht?’, is dit het enig juiste antwoord: het geslacht wordt bepaald door wie de natuurlijk geëvolueerde reproductieve anatomie bezit om eicellen of sperma te produceren. Dat was ooit een baanbrekende wetenschappelijke ontdekking in de 17de eeuw. Je draagt eicellen of je bezit de anatomie om sperma te produceren: daar bestaan geen tussenvormen. De voorstanders van het ‘glijdende spectrum’ tussen man en vrouw, tussen ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’, zwijgen over eicellen en sperma. Eicel en sperma sluiten elkander uit. Een genderactiviste als Martine de Vries verwijst naar intersekse: sommige mensen worden geboren met zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken, soms zelfs met zowel testiculair weefsel als eicellen (‘waar hermafroditisme’). Als we intersekse definiëren als personen bij wie het fenotype niet overeenkomt met het genotype of bij wie het fenotype niet bepaalbaar is als mannelijk of vrouwelijk, komen we uit op 0,018 procent of één op 6000 (J Sex Res 2002;39:174). Het is niet omdat er schaarse uitzonderingen bestaan dat de mens geen zoogdier is met twee geslachten, zoals alle andere zoogdieren, vogels of reptielen. Ik heb ooit het voorrecht gehad om een jongedame te leren kennen met een XY-genotype (komt voor in 1 op 80 duizend geboortes): die voelde zich helemaal vrouw. Er is mij geen verband bekend tussen intersekse en genderdysforie. De verwarring bij intersekse mensen over wat nu juist hun sekse is, is net een getuige en bevestiging van de seksuele tweedeling.

Seksuele kenmerken zijn het gevolg van het biologische geslacht, niet de oorzaak. Mannen zijn sterker, zoals bij de meeste andere zoogdieren, uit noodzaak voor seksuele competitie voor partners. Vrouwen zijn fysiek zwakker, gebouwd voor het krijgen en baren van kinderen. Die kenmerken overlappen: er zijn mannelijke vrouwen en vrouwelijke mannen. Maar dat doet niets af aan hun vrouw of man zijn, integendeel. Hier komt de genderactivistische kat pas echt op een zeer gevaarlijk koord. Pubers zijn sowieso onzeker. Nog kinderen, riskeren ze hormonale behandelingen met nog onbekende gevolgen op langere termijn. Als buitenbeentje worden ze gemakkelijk doelwit van pesterij. Het pseudowetenschappelijke genderactivisme degradeert een mannelijk meisje tot manwijf: geen echte vrouw maar een transgenderman. Vrouwelijke jongens zijn geen echte jongens maar transgendermeisjes. Vallen jongens op jongens of meisjes op meisjes, riskeren ze in het vakje ‘verkeerde gender’ te worden geduwd. Als mannen zich tot vrouw mogen verklaren, zijn biologische vrouwen nergens meer veilig, niet in de sport, niet in vluchthuizen of in gevangenissen. Het is niet omdat een man zich tot vrouw verklaart, dat hij kleiner, lichter of (veel) zwakker wordt. Het ontkennen van biologische verschillen in de geneeskunde spuwt op het vele werk van feministische artsen, bijvoorbeeld in de cardiologie, net om aandacht te vragen voor de grote man-vrouwverschillen waardoor de klachten van vrouwen werden miskend of behandeld met te grote dotterballonnetjes. En het is natuurlijk biologisch baarlijke nonsens, pseudowetenschap: er zijn talloos veel biologische en psychologische man-vrouwverschillen anders dan billen, borsten, spieren of hormonen.

Een verdraagzame samenleving bemoeit zich niet met de levenswijze van anderen. Die levenswijze kent evenveel facetten als er mensen zijn. Iedereen mag het leven leiden dat zij wil, elke genderrol aannemen die hij wil: man, vrouw of iets daartussen. Daar heeft niemand zaken mee. Maar dat verandert niet je biologie. Je blijft een chimpansee op schoenen: biologische man of vrouw.

gender biologie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • P.G.H. Janssen

    huisarts, Lage Mierde

    De blog van Luc Bonneux is een interessante en belangwekkende poging om helderheid te verschaffen in het genderdebat. In dit debat treden dikwijls misverstanden en onduidelijke begripsafbakening naar voren alsook soms verontwaardiging en verongelijkt...heid. ‘Wie, wat, woke’ van de Antwerpse cultuursocioloog Walter Weyns is een boek dat ik iedereen kan aanraden die de weg is kwijtgeraakt in deze discussies. Weyns wijst ons erop dat het goed is ons te realiseren dat we de genderkwestie niet los kunnen zien van het woke activisme. Radicale woke personen zien transgenders, mensen van kleur, homo’s, vrouwen, nazaten van slaven, lesbiennes, klimaatactivisten, aseksuelen en alle minderheidsgroepen die je kunt verzinnen, als slachtoffers van de heteronormatieve wit man. Witheid tegenover veelkleurigheid. De woke beweging draagt op een waardevolle manier bij aan het (gender)debat, heeft een verscherpt gevoel voor rechtvaardigheid, heeft ontegenzeggelijk goede bedoelingen, relativeert ‘de waarheid’ maar heeft ook zelfgenoegzame trekjes waardoor de nuance achter de horizon dreigt te verdwijnen. Men leze Walter Weyns.

  • A. G?bel

    Huisarts, Amstelveen

    Iedereen moet kunnen zijn wie die is. Maar een paspoort gaat om fysieke identificatie en niet om erkenning van identiteit. Het is opmerkelijk dat m/v in het paspoort naar believen aangepast kan worden terwijl de kleur van de ogen, naam, lengte en pas...foto exact moeten kloppen. Dat dit na een fysieke transitie wordt aangepast is logisch want het gaat bij een paspoort tenslotte om herkenning van onze buitenkant. Maar niet al vóór de transitie en zeker niet als die nooit komt, als vorm van erkenning van de 'binnenkant'. Daar is een paspoort gewoonweg niet voor.
    Ik denk dat een van de problemen in deze maatschappelijke discussie is dat een heleboel mensen moeilijk - of zelfs niet - iets veranderd krijgen in de maatschappij. Dingen die voor hen belangrijk zijn en grote consequenties voor hun leven hebben. Als dan een relatief kleine groep mensen het onderwerp genderidentiteit wel op de politieke agenda krijgt en het wordt op deze wijze gehonoreerd, ontstaat er maatschappelijke onrust waarbij het begrip voor transgenders, dat er volgens mij wel degelijk bij veel mensen is, overschaduwd wordt door de absurditeit van de maatschappelijke gevolgen (het paspoortverhaal.)
    Dit staat los van bezorgdheid over pubers, die op een feestje nog geen biertje mogen halen voor hun vader, maar wel mogen beslissen over een fysieke transitie die zeer ingrijpend is. Je hoeft niet narrow-minded te zijn, of paternalistisch, gereformeerd of ouderwets, om hier kritisch over te zijn. Ik ben zo ruimdenkend dat ik zelfs probeer te begrijpen waarom de letter H van hetero niet in het rijtje LHBTQAAI voorkomt. En ik twijfel niet aan de oprechtheid van de gevoelens en beweegredenen van transgenders. Maar wat ik niet begrijp is dat niet duidelijker gekeken wordt naar het verschil tussen vóelen dat je het andere geslacht bent en wíllen dat je het bent. Daar is een groot verschil tussen. Ik denk - voor zover ik dat kan beoordelen - dat je niet kunt voelen dat je een bepaald geslacht 'bent'. Ik kan als man niet voelen dat ik man ben. Ik ben het omdat ik er op een bepaalde manier uitzie, en me op een bepaalde manier voortplant. Maar als je me vraagt hoe ik me qua gender van binnen voel? Geen idee. Dus als een man zegt: ik voel me eigenlijk vrouw, denk ik dat hij eigenlijk niet precies weet wat hij daarmee bedoelt, maar gelukkiger denkt te zijn als vrouw. Daar is op zich niets mis mee maar het lijkt me wat anders dan dat je weet dat je het 'bent' omdat je dat zo 'voelt'. Het ligt niet zo simpel, denk ik.
    Dit betekent dat pubers, die met veel dingen worstelen, veel dingen willen of juist niet willen, anders willen zijn en met name denken dat wat ze voelen hetzelfde is als wat ze willen, niet te snel gehonoreerd moeten worden in hun wens tot transitie, die een levenslange verandering inhoudt. Dat een vroege hormonale behandeling meer resultaat heeft dan een late begrijp ik en maakt de noodzaak groot om juist vroeg te beginnen, maar mijn god - het is nogal wat! Je ziet je kind graag gelukkig en in het goede lichaam, en het is goed om begripvol, tolerant en ruimdenkend te zijn. Maar wat een tantaluskwelling om hierin de goede keus te (moeten) maken.

    • V.F.R. van der Vlugt

      Medisch student, Utrecht

      Deze reactie duidt mijns inziens op een gebrek aan begrip voor transgender personen en zaken die hun aangaan, en dat is nu juist wat strookt in élke discussie rondom deze (patiënten)groep.

      Zoals u zelf al benoemt gaat het bij een paspoort of ID-ka...art om identificatie "van de buitenkant". Daar hebben we al middelen voor - bijvoorbeeld de foto op een dergelijk identiteitsbewijs, lengte, etcetera. Echter is iemands uiterlijk grotendeels onafhankelijk van of er nu precies een "M" of "V" in het paspoort staat: het is prima mogelijk om voor de start van hormoonbehandeling of eventuele operaties als man/vrouw door het leven te gaan, met een daarbij passend uiterlijk, ongeacht wat er nu precies tussen de benen zit. En zelfs als iemand er niet anders uit gaat zien: zolang de foto klopt, is er in principe voldoende identificatie, toch? Op een manier ben ik het dus met u eens: laat de foto leidend zijn, wat maakt de M of V dan nog uit? U zult het vast met mij eens zijn dat er meestal niet in de broek gekeken wordt, als u zich moet identificeren...

      Het is moeilijk om als cisgender persoon de precieze gedachtegang van een transgender persoon te begrijpen, en hoe die weet tot een ander geslacht te behoren - echter zou precies begrip geen vereiste moeten zijn voor acceptatie. Men uit vaak zorgen over het feit dat een dergelijke keuze "te makkelijk" wordt gemaakt - ironisch genoeg zullen veel transgender personen u vertellen dat hun besluit om een transitie te starten, vooraf is gegaan door veel twijfel en/of kwelling door het leven pre-transitie. Pubers krijgen overigens echt niet "zomaar" een hele transitie aangeboden op het moment dat zij aankloppen bij de genderzorg: een diagnose is nog altijd nodig, en bij jongeren is vaak de eerste stap het gebruik van - reversibele - puberteitsblokkers. Vergeet u niet dat de transgenderwet, waar alle aandacht deze week naartoe gaat, enkel gaat over het veranderen van die ene letter in het paspoort.

      Oh ja, en de "H van (cis)Hetero" staat niet in "het rijtje" omdat het voor u over het algemeen niet nodig is om te bekijken of uw bestaan niet illegaal is op uw beoogde vakantiebestemming, of omdat u zich geen zorgen hoeft te maken voor verbaal of fysiek geweld als u met uw partner over straat loopt. Het is maar dat u het weet.

      • A. G?bel

        Huisarts, Amstelveen

        Beste collega van der Vlugt,

        U heeft gelijk wat die foto en die broek betreft. Ik zag in gedachten al even de aparte rij op Schiphol voor me. Die hebben het overigens al druk genoeg.
        Toch gaat u voorbij aan het feit dat het paspoort niet de plek ...is om onze innerlijke identiteit te reflecteren, zeker niet vóór transitie. En het gaat er hierbij om dat mensen dingen ‘willen’. En dat dat - althans waar het de vermelding in het paspoort betreft - gewoon niet altijd kan. Maar als die mogelijkheid van m/v wissel er toch gaat komen, is dat door een kleine belangengroep voor elkaar gebokst en dat kan (en mag) verbazen en zelfs een beetje irriteren en dat merk je in de maatschappelijke discussie.
        En misschien is dat ook wel het punt: dat iets wat al goed maatschappelijk bespreekbaar is (gendergevoelens), op sommige punten zoals dit paspoortverhaal gaat grenzen aan drammerigheid, en dat de samenleving daar even geen zin in heeft en zegt: accepteer nou gewoon dat dat paspoort niet verandert omdat we dat nou eenmaal zo hebben afgesproken. En dat - als dat dan toch mocht lukken - anderen in de samenleving verzuchten: "waarom lukt het mij dan niet om iets simpels als... [vul maar in] te veranderen", etc.
        Het is ook nogal wat dat je van de maatschappij vraagt akkoord te gaan met hoge kosten op medisch gebied en een verandering in de manier waarop we met paspoorten omgaan, omdat mensen iets heel graag 'willen'.
        En wat de bezorgdheid betreft: je kunt zeggen wat je wil maar pubers zijn onzekere wezens, die heel vaak niet weten wat ze willen en soms een route inslaan die ze achteraf weer anders zien of zelfs betreuren. Ik zie wat dat betreft niet zo'n groot verschil tussen gendergevoelens en willekeurig welke andere gevoelens die een puber kan hebben. Ik weet niet zeker of je daar zo groot vertrouwen in kunt hebben, ook al zitten er 10 psychologen omheen.
        Daar komt bij: hoever wil je gaan met ‘maakbaarheid’. Ik weet, het is een cliché om over de maakbare samenleving te spreken, maar toch: het is de ultieme vorm van maakbaarheid als je je geslacht wil veranderen omdat je dat van binnen zo voelt. En hoe je het wendt of keert: dat is iets om bezorgd over te zijn, zowel op maatschappelijk als persoonlijk niveau. Moet alles maakbaar zijn, of zou je soms moeten denken ‘dit is wat het is’.
        PS. De twee A's van Aromantisch en Asexueel staan ook in 'het rijtje'. Ook voor de andere letters geldt dat je dat over het algemeen niet aan de buitenkant ziet. Ik heb het altijd raar gevonden dat de H van hetero er niet bij staat. Over groepsvorming, hokjesdenken en buitensluiten gesproken....


  • H. van der Pol

    psychiater, Heerenveen

    Enkele gedachten bij deze welhaast Babylonische spraakverwarring.
    Ik zie hier vooral een botsing van mens- en wereldbeelden, van concepten en morele visies.
    Heeft 'de biologie' het eerste enhet laatste woord? En wat verstaan we onder biologie? Het ...lijkt voor velen een soort van fysieke realiteit, 'echte feiten', in te houden. Dat die feiten gedestilleerd zijn door op een hele specifieke manier naar de wereld te kijken lijkt voor de meesten buiten beeld geraakt te zijn. Waarom moeten begrippen als man en vrouw per se teruggeleid worden naar 'de biologie'? We hebben millenialang geen biologie nodig gehad om te weten wie en wat mannen en vrouwen zijn. Het hele samenspel van uiterlijk en gedrag vormde zowel de oorzaak als de beschrijving van deze begrippen, was nooit constant en hoefde nooit precies gedefinieerd te worden. Nog steeds vragen we ons niet af als we iemand ontmoeten of hij of zij eitjes of zaadjes bij zich draagt of hoe de samenstelling van zijn of haar genoom is; we zien, horen, ruiken, voelen, wéten of we met een man of met een vrouw te maken hebben. Bijna nooit een probleem. En ook bijna nooit een probleem (meer) als er mensen zijn die zich niet thuis voelen bij al te dwingend opgelegde invulling van die begrippen. Mannen die zich grotendeels vrouw of vrouwelijk voelen, vrouwen die zich grotendeels man of mannelijk voelen, mannen die op mannen vallen, of op zowel vrouwen als mannen, afijn: er is van alles mogelijk aan gevoelsinhouden, voorkeuren en uitingen. Maar de begrippen mannelijk en vrouwelijk blijven voor vrijwel iedereen belangrijke kleuren in het palet van de menselijke omgang.
    De grote onderverdeling man/vrouw houdt stand en is volgens mij in elke cultuur in ieder tijdperk terug te vinden. En wie daarin een 'biologische' verklaring wil zoeken: hij ga zijn gang maar beseffe dat dit een vrij beperkte en vooral eenzijdige benadering is. En dat evolutionaire verklaringen doorgaans flinterdun zijn en zeker niet als vaststaand uitgangspunt genomen kunnen worden zoals collega Bonneux lijkt te doen.
    Op het morele vlak, mensvisie zo u wilt, lijken er twee kampen te zijn, waarbij het ene dominant is geworden de laatste jaren en het andere zo langzamerhand een minderheidsstandpunt inneemt.
    De gangbare norm op dit moment: je moet kunnen zijn of worden wie je denkt te zijn en dat moet zo veel mogelijk gerespecteerd en gefaciliteerd worden. Fors ingrijpende medische handelingen ('verminkingen' zou de tegenpartij kunnen zeggen) mogen een mens in dit kader niet onthouden worden. Een ieder dient zich aan te passen in bejegening en taalgebruik aan de wensen van wie zich niet thuis voelt in het gangbare man/vrouw-beeld en/of in het lichaam waarin hij of zij geboren is.
    Het minderheidsstandpunt pleit voor terughoudendheid in het meegaan bij al deze wensen. Terughoudendheid bij het weg-relativeren van het klassieke onderscheid in mannen en vrouwen, bij het onomkeerbaar veranderen van het menselijk lichaam met medicijnen en operaties. Dat standpunt pleit voor het omgaan met jezelf zoals je bent, inzien dat je niet naar believen maakbaar en veranderbaar bent. Dat geluk in die zin ligt in het uiteindelijk volop omarmen van wie en hoe je bent.
    Soms hoor je bij een minderheid

  • P.J.M. van Loon

    Orthopeed / houdingsdeskundige, Oosterbeek

    Basaal biologisch blijven nadenken bij het bespreken van fenotypische veranderingen waarbij bijvoorbeeld de gender "positie" voor het cognitieve brein tot onzekerheden kan leiden, is natuurlijk nooit verkeerd. Dat doet Bonneux dan ook. Dat we als maa...tschappij, maar ook als geneeskundigen deze frequenter optredende fenotypische veranderingen moeten leren begrijpen, leren waarderen en leren begeleiden, lijkt me vanuit biologisch denken ook beter dan in wetenschappelijke en sociaal-politieke loopgraven te gaan zitten.
    In eigen zoektocht naar oorzaken waarom kinderen wel of niet scoliose krijgen ( idiopathisich??) of al vroeg met rugpijn nu kunnen gaan kampen ( Generation R onderzoek: 73% van 550 9-jarige(!) kinderen heeft onder de MRI al op minimaal een niveau een inzakkende, dus kapotte tussenwervelschijf) bleek er terug te grijpen te zijn op uitgebreid onderzoek naar de kinderlichaam ontwikkeling in de periode 1880-1920, niet alleen in Duitstalig Europa, maar ook in GB en de USA. Anatomie, morfologie, antropologie en morfogenese , maar ook steeds meer kennis over hoe ook de "geest" door heel bewegen en spelen vanaf de start tot volwassenheid en zo weerbaarheid van "de geest" brengt ( arts Montessori) , waren hoofdmoot in medisch wetenschap bij acceptatie evolutieleer. Het boek van Prof. Stratz : Der Koerper des Kindes und seine Pflege ( 6e ed 1922 ,1e ed 1903) brengt basaal biologisch kijken en denken heel bereikbaar in het snappen van de fenotypische ontwikkeling, die vooral door het toen nooit afgeremde, maar juist gestimuleerde ( alzijdig en veel ) bewegen in de juiste koers werden gehouden. Het boek was er dan ook, net als de Europese bestseller "Orthopaedie" van Andry in 1741 voor ouders, opvoeders, artsen om bij kinderen de preventie en het vroeg bijsturen op problemen in vorm en functie aan te bieden. Spelen, stoeien, lachen, buitenspelen en door hygiënisten ( Virchow) in het onderwijs ondergebrachte gymnastiek begonnen de pauperellende voor het kind weg te drijven. Over de werking van de synaps, de neurotransmitterhuishouding, het neurohormonale stelsel en de problemen van de hormonafhankelijke een hormoonproducerende organen hebben we in de wetenschap veel bijgeleerd. Maar dat de groei als fenotypisch ontwikkelingsproces juist bij de mens door de enorme veranderingen in de maatschappij, nu door overvoerd raken met techniek , niet meer haar biologische optimalisatiekoers kan volgen en de ouders al een paar generaties niet meer met de preventiekracht van de Gezondheidsleer in aanraking komen, zal maken dat ook de "genderdiscussie" nooit meer vanuit het biologisch "goed groeien" ( orthos en paedos) model kan worden bekeken. De denktrant, die Bonneux ons altijd brengt, komt voort uit logisch blijven denken, en dat is een groot goed in de wetenschap.

  • P.H. Roessingh

    huisarts

    Door mijn pubers word ik redelijk bij de les gehouden rondom de hele gender discussie. Toch blijf ik het moeilijk vinden. In hoeverre moeten we als dokter hierin meegaan? Moeten we gaan snijden en hormonaal ingrijpen in een perfect gezond lichaam? De...ze zelfde vraag heb ik trouwens ook vaak genoeg als ik allerlei cosmetische ingrepen zie die regelrecht misvormend zijn. Doen we hier wel goed aan?
    Niet om de zaak belachelijk te maken, maar wel om het scherp te formuleren: als iemand zich heel erg een olifant voelt, dan maken we toch ook geen slurf op zijn/haar/hen voorhoofd?

    • M.C. Luyten

      geriater

      Hoeveel mensen kent u die graag een slurf op hun voorhoofd willen? Ik heb ze nooit ontmoet, maar goed dat zegt natuurlijk niet alles, misschien zitten ze nog in de kast.
      En het uitgangspunt dat iemand gezond is omdat diegene lichamelijk gezond is, i...s toch wel een heel achterhaald idee. Zo langzamerhand zouden we toch moeten weten dat gezondheid ook bepaald wordt door de geestelijke gesteldheid, en dat er een hele nauwe samenhang is tussen somatische gesteldheid en geestelijke gesteldheid.

    • V.F.R. van der Vlugt

      Medisch student, Utrecht

      De woorden "perfect gezond" zijn in deze, mijns inziens, een misvatting. Met een transgender persoon is wellicht op somatisch vlak niets mis - echter is er wel degelijk sprake van lijden en beperking, zij het hier op psychisch vlak. En vaker wel dan ...niet kent dat leed een component dat veroorzaakt wordt door de lichamelijke kenmerken (geslachtsdeel, het al dan niet hebben van borsten) - vandaar ook dat de gemiddelde leek transgender personen ziet of kent als "gevangen in het verkeerde lichaam" (mijns inziens een oversimplificatie en bij lange na niet altijd correct - maar dat is een andere discussie). Genderdysforie staat dan ook niet voor niets in de DSM-5 opgenomen, ook al is het geen "ziekte" op zichzelf. De behandeling: transitie, indien gewenst ook medisch, met behulp van hormonen en chirurgie.

      De vergelijking met cosmetische chirurgie snap ik. Wellicht trekt u uw twijfels bij cosmetische chirurgie - en ik heb zelf ook geen behoefte aan een facelift, in ieder geval niet op nog jonge leeftijd ;) - maar wie zijn wij, als buitenstaanders, nu uiteindelijk om te bepalen of iemand hier wel of niet behoefte aan heeft? Zeker, de resultaten kunnen tegenvallen - iets wat ook voor genderchirurgie geldt - en daar moeten patiënten over geïnformeerd zijn. Maar als zij ook met deze kennis alsnog een wens tot deze ingrepen hebben, wie is de arts dan om er (levensgevaarlijke situaties daargelaten) een stokje voor te steken? Daarnaast: vergeet niet dat, juist bij transgender patiënten, deze operaties vaker wel dan niet een (zeer) positieve invloed hebben op het mentale welzijn. Slechts ongeveer 1% van de patiënten die een operatie ondergaan, betuigt later spijt: dat lijkt mij een tevredenheid waar menig chirurg van droomt...

      Wat betreft uw hypothetische olifant - wat een prachtige zinsnede - wil ik u wijzen op het feit dat genderdysforie en het bestaan van trans mensen een welbekend fenomeen is, waar onderzoek naar gedaan wordt, en waar gepoogd wordt goede zorg aan te leveren, die dus nauwelijks spijt tot gevolg heeft. Niet per se vergelijkbaar met de situatie die u schetst.

  • A.F. Algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, Rotterdam

    Geachte collega Vreeswijk, dank voor uw reactie. Tja, deze boomer is wellicht wat minder verward dan U aanneemt. Haha.

    Ter zake dan maar ?

    U hebt gelijk als U stelt dat de maatschappelijke discussie over gender identiteit sterk aan het verander...en is. En inderdaad : er zijn grote sprongen voorwaarts (!) gemaakt.

    Maar naar mijn idee slaat het debat nu door. Ik heb getracht mijn twijfels en bedenkingen in mijn blog te verwoorden.

    Hier en daar met een wat ironische ondertoon. Dat moet kunnen toch ? Anders wordt het zo zouteloos. Ik stip dit laatste even apart aan, omdat me opvalt ( zie ook bij sommige andere reacties) dat een aantal wel erg snel op de/het/hun tenen getrapt lijken te zijn.

    Humor, meneer Sonneberg. Humor. (touché, teveel boomer grapje)

    https://www.youtube.com/watch?v=jPx2V8TMHh4


    Mijn eerste hoofdpunt is dat gender door de pro groep vooral of soms geheel als fluïde sociale constructie wordt voorgesteld. Dat is ook waar Bonneux vooral over struikelt - denk ik.

    De zaak wordt verder aangelengd met een behoorlijke portie social justice activisme.

    En ook dat laatste , slaat naar mijn bescheiden mening nogal door. Het maakt het debat juist onoverzichtelijker, omdat er op meerdere borden tegelijk gespeeld lijkt te worden. Iets vergelijkbaars speelt zich bij het BLM debat.

    Mijn tweede punt is dat het shoppen in je fluide ik/identiteit teveel schuring in de kop kan geven.

    Juist die voorgestelde fluïditeit baart mij grote zorgen, want dat is teveel van 'vandaag dit, morgen dat'

    Zo 'n fijne ontdekkingstocht naar je eigen identiteit ( dat zijn de woorden die Rutgers hanteert ) is dat niet.

    Bovendien niet zonder risico. Helaas hoor ik U ( en ook de andere criticasters van Bonneux) daar niet over. En dat is jammer om te constateren.

    Ter afsluiting. Als boomer doe ik er van alles aan om de verwarring het hoofd te bieden.

    Vandaar dat ik net begonnen ben in het boek 'Het tijdperk van de ik tiran - het einde van de gemeenschappelijke wereld van de Franse filosoof Eric Sadin.

    Of het een aanwinst is, kan ik nu nog niet vaststellen. Maar het geeft wel genoeg denkstof in deze - naar mijn mening - overgeïndividualiseerde samenleving.

    Vandaar denk ik ook de felle tegenreacties uit meer conservatieve denkrichtingen, waar ik mezelf overigens in het geheel niet toe reken. Maar dat ter zijde.

    Mijn punt kort samengevat: ik maak bezwaar tegen het idee dat gender een doe-het-zelf -bouwpakket is/zou zijn.

    Nu U weer.

    • S.M.E. Vreeswijk

      Intensivist

      Ik begrijp uit bovenstaande dat u bezwaar heeft tegen de veranderlijkheid van iemands gender, wat u het bouwpakket noemt. Ik denk dat u hiermee refereert aan mensen die zich non-binair of gender-fluide uiten, anders dan transgender individuen die zic...h na transitie volledig conformeren aan de verwachte uitingen van hun gender.
      Ik denk dat bij deze fluiditeit het belangrijk is om een onderscheid te maken tussen genderidentiteit en genderexpressie.

      Genderidentiteit komt voor de meerderheid overeen met het bij de geboorte vastgelegde geslacht. Zoals u weet wordt dit geslacht bepaald door beoordeling van de primaire uiterlijke geslachtskenmerken. We weten ook dat bij sommige mensen deze niet overeenkomen met hun chromosomen, er genmutaties zijn ontstaan, etc. In die zin is de biologie al niet binair, in tegenstelling tot Dhr Bonneux's chimpansee-op-schoenen beschrijving, maar wel duidelijk wetenschappelijk verklaarbaar.
      Bij sommige mensen komt de genderidentiteit niet overeen met dat vastgelegde geslacht. Hierbij komen termen als genderdysforie om de hoek kijken. Dit kan al op zeer jonge leeftijd tot uiting komen. Vaker is dit in de pubertijd of bij jongvolwassenen. En er zijn ook mensen die op oudere leeftijd hun genderidentiteit tot uiting brengen.

      En hier is het onderscheid met genderexpressie van belang. Genderidentiteit is intern, mogelijk pas op latere leeftijd herkend, maar van binnen aanwezig. Ook mensen die nog nooit van transgender hebben gehoord, kunnen tot de comclusie komen dat ze niet de man/vrouw zijn, die ze verondersteld worden te zijn en leren later pas de term daarvoor.
      Genderexpressie is de presentatie naar de buitenwereld. Transitie van genderexpressie bestaat uit een sociale, een medische en een juridische component. De Tweede Kamer debatteert momenteel over het juridische deel.

      Het medische deel bestaat uit hormoontherapie, operaties, en de gevolgen hiervan. Niet elke transgender kiest ervoor alle mogelijkheden van de medische behandeling te ondergaan, bv wel hormoontherapie en geen of beperkte chirurgische behandeling. Dit kan oa ertoe leiden dat een transgender man zijn eigen kind zou willen en kunnen dragen. Aangezien dit zowel voor hem als het ongeboren kind consequenties kan hebben, dient dit uiteraard door ter zake deskundige zorgverleners begeleid te worden.

      Het sociale deel is dat wat de omgeving, de samenleving, het meeste ziet. En dit is wel degelijk cultuurgebonden. Bepaalde kleding of gedragingen kunnen in de ene cultuur als mannelijk worden gezien en in de andere als vrouwelijk. Op sociale media zijn uitspraken te vinden als 'echte mannen drinken hun koffie zwart'. En tegelijk wordt het heel belangrijk gevonden wie welk kleedhokje instapt.
      Dat laatste wordt vooral aangehaald waar het een vrouwenomgeving betreft, zoals het damestoilet of -kleedkamer. Hiermee wordt gesuggereerd dat mensen zich als transgender vrouw zouden uiten om zo toegang te krijgen tot deze vrouwenomgeving met kwade bedoelingen. Dit is kwetsend voor zowel transgender vrouwen en mannen als cisgender mannen. Het bagatelliseert de innerlijke worsteling van transgender mensen om met hun identiteit in het reine te komen en onderschat de last van negatieve reacties uit hun omgeving. Dat is een hoge prijs alleen voor toegang tot een wc-hokje. En het kan de indruk wekken dat elke willekeurige cisgender man elk mogelijk excuus wil aangrijpen om een vrouwenkleedkamer binnen te stappen. Daarnaast worden in dit soort discussies transgender mannen vaak vergeten. Terwijl zij bij badkamer bezoek in de openbare ruimte soms nog de meeste beperkingen tegenkomen. Wie zittend moet plassen moet bij het herentoilet vaak lang wachten en afvalcontainers voor maandverband en dergelijke zijn daar niet aanwezig.

      Mensen die zich identificeren als intersex, non-binair of genderfluide kunnen in hun genderexpressie zeer veranderlijk zijn. Of dat schuring in de kop betekent, weet ik niet. Ik weet niet of een dergelijke veranderlijke genderexpressie voor hen net zo voelt als mijn keus om bv een spijkerbroek of jurk te dragen of dat dit bij hen daadwerkelijk een innerlijke verandering van dag tot dag betekent. Van hen eisen zich te corformeren naar een genderexpressie die of alleen mannelijk of alleen vrouwelijk is, zal denk ik meer schuring veroorzaken dan diegene van dag tot dag te accepteren. In de voornaamwoordelijke discussie ben ik ooit de opmerking van een non-binair persoon tegengekomen: "Ik ben ik en zo refereer ik ook aan mijzelf. Dat jij per se mij een hij of zij wil noemen, is jouw probleem en niet de mijne." En bij twijfel is er natuurlijk niets op tegen om iemands voorkeuren te vragen.
      Genderidentiteit hoeft overigens niet af te wijken van het bij geboorte vastgelegde geslacht om veranderlijke genderexpressie mogelijk te maken. De 'mannelijke vrouw' of 'vrouwelijke man' zou ook als 'non-conformistische genderexpressie' omschreven kunnen worden. Ik weet eerlijk gezegd te weinig over Jeanne D'Arc aan wie Dhr Bonneux refereerde, om te kunnen stellen of zij een 'mannelijke vrouw', een transgender man, een strijdlustige vrouw, schizofreen (ze hoorde immers stemmen?), of nog iets anders was. De geschiedenis laat zich wat dat betreft niet makkelijk lezen. Voor de 17de eeuwse ontdekking van eicellen en spermacellen werd geslacht/gender ook anders gezien. Shakespearse's Twelfth Night dient daarom ook niet door onze moderne bril met moderne acroniemen bekeken en bestempeld te worden.

      Is een ontdekkingstocht naar je eigen identiteit fijn? Nee, dat denk ik niet. En dat geldt niet alleen je genderidentiteit. Maar als je die eenmaal hebt gevonden, dan is het wel fijn als overheid en samenleving je op je woord vertrouwt en je verwelkomt.

      En natuurlijk moet enige ironie in wat voor discussie dan ook kunnen. Zo was de laatste zin in mijn vorige betoog ook bedoeld. Ik schijn technisch een millenial te zijn, maar dan wordt je soms ook al oud bevonden. Na ja, ik heb er wel genoeg grijze haren voor.

      • A.F. Algra

        commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, Rotterdam

        Geachte collega Vreeswijk, wederom dank voor uw uitgebreide reactie.

        Ik begrijp eruit dat u goed ingevoerd bent in de gender materie, gezien de soepelheid en nuancering van uw argumentatielijnen met veel trefzekere zinnen

        Maar ik verzucht: als... eenvoudige boerenlul (misplaatst grapje wellicht) kost het me toch enige moeite de nuance/diepte in uw betoog volledig te doorgronden.

        Dat is voor mij als relatieve buitenstaander wel een probleempje, aangezien ik eerst de gehele gender bijsluiter in de discussie moet doorwerken om überhaupt te volgen wat er precies te bedoeld wordt.

        Daarnaast: ik heb het 'bange vermoeden' - ook nadat ik de brochures van Rutgers had doorgewerkt- dat dat bovendien precies de bedoeling is.

        De gender gemeenschap lijkt een geheel eigen taaltje/ idioom te hebben gecreeërd die voor buitenstaanders nauwelijks te volgen is cq toegankelijk is.

        Taal als grensbewaking: je mag pas mee doen als je ons taaltje spreekt en onze definities van de situatie accepteert

        Nu we toch bezig zijn: ik zou graag met U willen reflecteren op een ander terugkerende probleem: 'je miskent en/of gekwetst voelen'. U noemde het al.

        Persoonlijk krijg ik daar nogal de pip van (bij voorbaat mijn excuses daarvoor) maar ik ben opgegroeid in tijd van Annie MG Schmidt met: zeur niet.
        https://www.youtube.com/watch?v=AYeWn66qpnc

        Vergeef me mijn 'hardheid 'in deze, maar ik zou iedereen in dit genderdebat wat meer humor en vrolijker kijk op de werkelijkheid van alledag toe wensen,

        Ik haal zelf bijvoorbeeld meer genoegen uit humoristisch sarcasme, dan uit me gekwetst voelen.

        Voor de rest: ik hoop dat de transgender wet zoals die nu is geformuleerd geen doorgang vind, omdat ik de druk op de jongere generatie te groot vind, waarbij groepsdruk en gewenst sociaal gedrag groot is.

        Zo kan ik niet volgen waarom er een wettelijke regeling is dat er geen alcohol verkocht mag worden onder 18 jaar en dat de leeftijdsgrens anders ligt.

        Hoe kijkt U daartegen aan ?

        bron nos:

        Een tweede belangrijke wijziging heeft betrekking op de leeftijdgrens. In de nieuwe wet mogen jongeren onder de 16 jaar ook hun geslachtsregistratie laten wijzigen. Dat kan nu niet. Wel staat in de wet dat kinderen hiervoor eerst langs de rechter moeten.

        Tegenstanders van de wet zien met name deze aanpassing als probleem. Zij wijzen erop dat een kind onder de 16 nog onder het ouderlijk gezag staat en vinden dat het kind hier niet goed over kan besluiten.









        • S.M.E. Vreeswijk

          Intensivist

          Geachte collega Algra,

          Wellicht ben ik wat meer dan gemiddeld ingelezen in de materie en ik ben het ermee eens dat termen en taalgebruik vrij specifiek zijn. Vakjargon is ons echter niet vreemd en iets extra's leren is ook weer niet zo ingewikkeld.... Het is zelfs mij gelukt.

          Dhr Bonneux's reductionisme van geslacht tot de productie van eicellen danwel zaadcellen gaat voorbij aan recente onderzoeken naar neurobiologische factoren die bijdragen aan genderidentiteit (bv Wang et al 2021, Khorashad et al 2021). Deze onderzoeken zijn onderhevig aan dezelfde beperkingen als andere onderzoeken naar functionele connectiviteit en neuroplasticiteit, namelijk correllatie vs causatie, en vragen uiteraard vervolgonderzoek. Daarnaast is het een interressant vraagstuk of vroege transitie met puberteit volgens genderidentiteit ipv geboortegeslacht (vaak puberteitsremmers gevolgd door hormoontherapie) invloed heeft op de biologische verschillen waar Bonneux op doelt.

          Sommige vakgebieden zullen een grotere rol spelen in transgenderzorg dan andere, maar elk specialisme kan transgenders in de spreekkamer krijgen. Medisch onderwijs biedt momenteel gemiddeld onvoldoende basiskennis over zorg voor transgender patienten (Koipaisarn et al 2018), terwijl genderinclusieve zorgverlening een gunstig effect heeft op actuele depressie en suicidaliteit, hoewel niet op chronische angstklachten (Kattari et al 2016). Het is aan de medische faculteiten en wetenschappelijke verenigingen om kennis en vaardigheden te verspreiden. Het zijn mede de beperkingen en tekortkomingen in de zorg die onderdeel zijn van het 'miskent en/of gekwetst voelen', zoals u dit omschreef. Terwijl adequate preventieve en therapeutische zorg van levensbelang is, bv deelname aan bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker voor transgender mannen. En hoe wordt een koppel bestaande uit een cisgender vrouw en transgender man genoemd bij een fertiliteitskliniek?

          De meeste groepsdruk tot sociaal gewenst gedrag die jongeren en jongvolwassenen ondervinden, is nog altijd gericht op de cisgender, heterosexuele en veelal witte norm. En wordt er in de media hier een keer vanaf geweken, zoals het lesbische ouderstel in Disney's recente 'Lightyear', dan wordt er meteen in het toetsenbord geklommen om op sociale media hiertegen te protesteren.

          Uw zorgen dat kinderen onder de 16 jaar nu ook, via de rechter dan, hun geslachtsregistratie kunnen wijzigen, begrijp ik wel. Alles wat kinderen wettelijk mogen en niet mogen, van alcoholconsumptie tot euthanasie aanvragen, is een beladen onderwerp alleen al omdat het hier om kinderen gaat. Ik moet bekennen dat ik niet de exacte terminologie van dat deel van het wetsvoorstel heb opgezocht. Ik denk wel dat juridische transitie van belang kan zijn voor transgender kinderen die op sociaal gebied zich reeds volgens hun genderidentiteit uiten. Nog afgezien van de psychische voordelen van een officieel-voelende erkenning, kan het ook praktisch belangrijk zijn. Als een kind of tiener zich moet identificeren, op vakantie of schoolreis bv, en de geslachtsregistratie op het ID-bewijs komt niet overeen met hoe het kind zich presenteert, is het kind automatisch daarmee 'uit' als transgender tegenover een vreemde. Als die vreemde niet tolerant blijkt jegens transgenders, kan hiermee zelfs de veiligheid van het kind in gevaar komen. In zo'n geval het kind te dwingen zich danwel als transgender te uiten danwel hun genderidentiteit te verbergen, tast hun vrijheden aan. Ik vraag me overigens af hoeveel minderjarigen daadwerkelijk een verandering van hun geslachtsregistratie zullen aanvragen.

          In deze hele discussie, zowel hier op Medisch Contact (voor zover mijn waarneming strekt) als op andere officiele media, wordt een groep weinig gehoord, de transgenders zelf en, in het geval van minderjarigen, ook hun ouders/naasten. Wat is voor hen belangrijk? Waar hebben zij behoefte aan en waaraan niet?

  • Arts maatschappij en gezondheid n.p., Den Haag

    We kunnen niet om de biologie heen. Maar die biologie omvat alle variaties. De problemen zijn ontstaan door sociaal en juridisch hokjesdenken. Die hokjes kunnen we afschaffen: geen M, V of X in officiële papieren, geen gescheiden toiletten, teams, sc...holen, kledingrekken, we zijn allemaal mens. Ieder mens ontwikkelt een eigen persoonlijkheid, met bepaalde kenmerken en presentatie en kan daar in de loop van het leven ook nog in verschuiven (shiften). Sta elkaar niet naar het leven, maar gun een ieder een leven naar keuze, zelf in te vullen... en te leven!

  • A.L.E. Terstappen

    AIOS

    Beste (aanstaande) collega's V.FR. van der Vlugt, P. Leusink, M.C. de Vries en A. Kaemingk

    Dank voor jullie heldere uiteenzetting en genuanceerde toevoegingen. Dank ook voor het pareren van de vele drogredeneringen en schadelijke opmerkingen die d...hr Bonneux meent te moeten maken.
    Jullie bijdrage wordt door mij zeer gewaardeerd.

  • A. Kaemingk

    docent, blogger, psycholoog, Maastricht

    Wat een wonderlijke verzameling echte, oneigenlijke en kwetsende argumenten. Ze vertelt meer over de angst voor verandering van de schrijver dan over de werkelijkheid. Overigens ook de mensen hieronder die reacties afdoen als woke-cancelcultuur lat...en zich kennen in hun angst.
    In mijn ogen begint het stuk met 2 grote misvattingen uit de oude doos: geneeskunde kan niet gereduceerd worden tot biologie en biologie is niet binair, ook het reproductieve stelsel niet.

    Dat gezegd hebbende, ik vermoed dat Bonneux een (niet zo goed geslaagde) poging heeft willen doen om de termen geslacht en gender nog eens goed scherp te krijgen binnen de geneeskunde. Maar dat is geen geneeskundige discussie maar een culturele.
    Er lopen 2 lijnen door elkaar. De genderwet gaat over het recht doen aan mensen met een bepaalde identiteitsvraag. En in de spreekkamer ziet de zorgverlener mensen met een grote diversiteit aan geslacht/gendergerelateerde aspecten die van invloed kunnen zijn op ziekte en ziektebeloop.

    Dan is het goed om onderscheid te maken tussen directe en indirecte factoren. Een directe impact op ziekte en ziektebeloop hebben biologische aspecten zoals gewicht, bloeddruk, hormoonhuishouding en organen, en contextuele aspecten zoals medische geschiedenis en gezondheidsvaardigheden.

    Geslacht en gender zijn allebei indirecte factoren. Geslacht is een indirect biologisch aspect en gender een indirect contextueel aspect. Ze geven richting aan de zoektocht naar aspecten die van belang zijn bij klinisch redeneren, maar zorgen als containerbegrippen al te gemakkelijk voor stereotypering en vervolgens inadequate zorg, vooral voor de mensen die niet standaard man zijn.

    Het reduceren van een culturele discussie tot een beperkte biologische interpretatie is niet alleen gedoemd te mislukken maar veroorzaakt ook veel schade.

  • P. Leusink

    huisarts, seksuoloog NVVS, Utrecht

    Geachte redactie,

    Waar blijft dat evenwichtig artikel dat de hoofdpersonen in de transgenderzorg interviewt zodat er een echt #genderdebat komt van medici? Waarom zijn de protagonisten (Kouwenberg, Bonneux) in uw tijdschrift telkens personen die er ...echt geen kaas van hebben gegeten want niet klinisch werken met en/of wetenschappelijk onderzoek doen over trans personen? Waarom mogen zij van u trappen?

    [Reactie gewijzigd door Leusink op 26-09-2022 23:29]

  • M.C. de Vries

    kinderarts, medisch ethicus, Leiden

    Geachte Luc Bonneux,

    Als epidemioloog houdt u zich bezig met de grote getallen en van daaruit snap ik uw fascinatie voor de evolutiebiologie. De evolutiebiologie verklaart het overleven van de soort. En ja, daar zijn twee biologisch gescheiden ges...lachten voor nodig. Maar voor het overleven van de soort is het niet nodig dat er alleen die 2 gescheiden geslachten zijn. Opgeleid als kinderendocrinoloog* ken ik de grote variatie in geslachtsontwikkeling (zowel door variatie in geslachtsdeterminatie als in geslachtsdifferentiatie). Ik wil er u best een keer een les over geven. U maakt van deze variatie een afwijking, een uitzondering die niets zou zeggen over hoe de wereld er eigenlijk uit zou moeten zien. Dat is het manco van veel epidemiologen: alles dat buiten de -2,5 of +2,5 SD valt is per definitie afwijkend. Zonder dat u het zelf waarschijnlijk door heeft voegt u normativiteit toe aan kale feiten. Het kale feit is dat er enorme variatie is in geslachtsontwikkeling, waarbij bij de grootste groep mensen het chromosomale, gonadale en fenotypische geslacht overeenkomen. [Het artikel waar u aan refereert is 20 jaar oud. Intussen zijn we wel verder in het beschrijven van deze variatie. Ook daarin wil ik u best bijles geven.] Feit is ook dat er een enorme variatie is in genderidentiteit, waarbij voor de grootste groep mensen de genderidentiteit overeen komt met het biologische geslacht. [Feit is ook dat er relatief veel genderdysforie voorkomt bij mensen met een intersekse conditie. Ik hoop niet dat uw lezers uw opmerking dat er bij u geen verband bekend is tussen intersekse en genderdysforie interpreteren als dat dit verband er dus niet is. Dat is het gevaarlijke aan hoe u uw blog schrijft. Pubmed gewoon even “DSD” en “genderdysphoria” en het antwoord is makkelijk te vinden.]
    Feit is tenslotte ook dat er variatie is in geaardheid, waarbij de meeste mensen zich identificeren als heteroseksueel (handig voor de overleving van de soort, maar nogmaals: niet de noodzakelijke enige optie).

    Voor zover de feiten. U misbruikt die feiten echter vervolgens in een uiterst giftige paragraaf in uw blog. Want u zegt wel braaf dat u zo blij bent met uw transgender minister en dat je het leven moet leiden dat je zelf wil, maar tegelijkertijd ontkent u het bestaan van genderdysforie (dat is slechts de onzekerheid van pubers die door genderactivistische artsen in het hokje “verkeerde gender” worden geduwd, terwijl ze eigenlijk alleen maar vrouwelijke mannen of mannelijke vrouwen zijn). En net zoals u variatie in geslachtsontwikkeling afdoet als anomalie, maakt u van variatie in genderidentiteit een freak show. Biologische vrouwen zouden nergens meer veilig zijn, niet in de sport, niet in vluchthuizen of in gevangenissen. [Interessant trouwens dat altijd de transitie van man naar vrouw voor zoveel ophef zorgt vanwege dit hysterische hellend-vlak argument. Is daarmee de transitie van vrouw naar man wel acceptabel voor deze critici?]. U maakt van de variatie buiten die +/-2.5 SD afwijkingen die gecorrigeerd moeten worden. Dat is een uiterst gevaarlijke retoriek die leidt tot discriminatie van al gemarginaliseerde groepen, zoals veel transgender personen al dagelijks ervaren.

    U ziet de mens als chimpansee op schoenen. In dat kader raad ik u aan het boek “Anders” van Frans de Waal te lezen. De Waal onderzocht verschillen in sekse en gender bij de mens en andere dieren, en behandelt in zijn boek onder andere genderidentiteit, seksualiteit en geweld. In discussies rond gender zoeken de deelnemers maar al te vaak argumenten bij een vooraf getrokken conclusie. De Waal doet dit niet. Hij laat slechts de feiten spreken door alleen zijn observaties te beschrijven en verbindt er geen normatieve conclusies aan. Daar zou u iets van kunnen leren. En met u de vele artsen en studenten die reageren op uw blog. De Waal laat overtuigend zien dat juist de evolutiebiologie bijdraagt aan een veel genuanceerder cultureel begrip van gender dan uw wereldbeeld toelaat.

    *Dat vergat u er voor het gemak even bij te vermelden, dat ik ook medisch specialist ben. Opvallend genoeg negeert de redactie van Medisch Contact dat ook als ze mij afzet tegen Hanneke Kouwenberg, die steevast als “arts” wordt betiteld. Mijn achtergrond als medisch specialist verdween echter ineens. En zo wordt de discussie die we voerden ineens die tussen een “arts” en een “medisch ethicus”. En ja, al ben je radioloog of epidemioloog / verpleeghuisarts en heb je nog nooit een patiënt met DSD of genderdysforie gezien, natuurlijk weet je het dan toch beter dan die medisch ethicus, want je hebt de evolutiebiologie, de “normaalverdelingen” en de “wetenschap” aan je zijde. [maar voortaan wel even juist citeren en iets meer onderzoek doen voordat je opschrijft dat iets niet bij u bekend is)

    • L. Bonneux

      Arts en epidemioloog, op pensioen, Boechout

      Geachte Mevrouw De Vries,
      U wil me wel bijles geven, maar ik heb de stellige indruk dat u over (evolutionaire) biologie weinig afweet. Genderactivisme is een herkenbare nepwetenschap omdat deze ideologie een groots bouwwerk optrekt op een fictie. Ee...n grote variatie in secundaire geslachtskenmerken betekent niet dat de mens niet is opgedeeld in twee geslachten. U gebruikt statistisch jargon (“+ of – 2.5 SD afwijkingen”), dat echter nooit de biologische tweedeling kan beschrijven: dat is geen verdeling. Iemand produceert sperma of bezit eicellen: er bestaat daar geen variatie. Uw schrijven als kinderendocrinoloog vind ik beangstigend. U behandelt kinderen: jongens of meisjes met endocriene afwijkingen. Hen anders classificeren dan jongen of meisje met een afwijking is medisch laakbaar. Hun latere keuze als tot rijpheid gekomen volwassene is immers niet bekend.
      Het is me evenmin onbekend dat genderactivisme de definitie van “intersekse” oprekt – een lang bestaande traditie bij activisten, in het Nederlands bekend als “je rijk rekenen”. Ik had die definitie daarom toegevoegd, u niet. Mensen zijn mannen als ze (niet noodzakelijk functioneel) sperma producerend weefsel hebben en vrouwen als ze (niet noodzakelijk functionele) eicellen in eierstokken hebben. Het ene sluit het andere uit: er bestaan geen tussenvormen. Intersekse betreft mensen zonder eicellen of sperma (bvb fenotypische vrouwen met XY karyotype) of mensen met beiden (hermafroditisme). Die zijn niet dik gezaaid.
      De Belgische “transgenderminister”, Petra De Sutter, besloot op 40-jarige leeftijd, als man met een vrouw, kinderen en een succesvolle carrière, dat ze toch liever door het leven ging als vrouw. Ik sta in woordeloze bewondering voor zoveel levensmoed. Dat is niet te vergelijken met een pubermeisje dat zich niet goed in haar vel voelt, aan te praten dat ze feitelijk mannelijk is. De prevalentie van genderdysforie is redelijk bekend: 5 tot 14 per 100.000 voor biologische mannen, 2 tot 3 per 100.000 voor biologische vrouwen. In het Verenigd Koninkrijk was er recent een 40 voudige toename van aanvragen voor geslachtsbehandeling. De slachtoffers zijn vaak onzekere pubermeisjes met psychiatrische problematiek, suïcidaliteit en automutilatie. Sommigen vonden nu een superieure manier om in zichzelf te kerven: de dubbele mastectomie. Genderdysforie is van alle tijden, de recente epidemie is echter moeilijk anders verklaarbaar dan door sociale besmetting (“social contagion”).
      Veel seksueel geweld zou de wereld uit zijn als vrouwen even sterk zouden zijn als mannen. Maar dat is niet zo, een gevolg van miljoenen jaren evolutie als aap, mensaap en mens. De transgendervrouw is groter, sterker en zwaarder dan de biologische brouw. De grote meerderheid zijn fatsoenlijke transgendervrouwen, een kleine minderheid is dat niet. Tenzij u transgendervrouwen heilig verklaart. In de USA heeft een transgendervrouw in een vrouwengevangenis twee medegevangenen zwanger gemaakt. Denk u eens even het omgekeerde in, een transgenderman, biologische vrouw, in een Amerikaanse mannengevangenis. Vraag aan vrouwelijke topsporters die concurreren voor toegang tot deelname aan de Olympische Spelen wat ze ervan vinden als transgendervrouwen, voordien in de mannelijke subtop, worden toegelaten tot hun sport. Een transgender gewichtheffer, gestopt na de mannelijke junioren, promoveerde na 16 jaar inactiviteit op hoge leeftijd tot meervoudig medaillewinnaar bij de vrouwen. Dat een verlaagde testosteronspiegel voldoende is om een biologische man om te vormen tot vrouw is biologisch lachwekkend. Een pedoseksueel of incel die niet in staat is om een normale relatie aan te gaan met een vrouw kan zich zelf tot vrouw verklaren, om als transgendervrouw eenvoudig toegang te krijgen tot meisjes en jonge vrouwen. U mag hopen dat dit niet zal gebeuren, maar ik heb na 68 jaar ervaring als man een cynischer blik op mijn broeders.
      Uw discours vertrekt vanuit een gevoelen van morele en intellectuele superioriteit, maar zonder argumenten. Ik reageerde op de biologische nonsens dat de mens niet bestaat uit twee biologische geslachten. Ik wees er op dat transgendervrouwen als biologische man groter en sterker zijn biologische vrouw, en dat dat mogelijk problemen kan geven voor biologische vrouwen. Ik maak me zorgen om, tenminste in de Angelsaksische landen, een epidemie waarbij minderjarige kinderen die zich slecht in hun vel voelen behandeld worden voor genderdysforie. Dit alles sluit het bestaan van genderdysforie niet uit, noch bepaalt het hoe we daarmee om moeten gaan. Maar dat is een ander onderwerp dan biologie.
      Met vriendelijke groet,
      Luc Bonneux

      • P. Leusink

        huisarts, seksuoloog NVVS, Utrecht

        Redactie, alsjeblieft, de auteur van het hoofdartikel mag er nogmaals met gestrekt been in. Waar is uw journalistieke ethiek? Ontkennen van nonbinariteit en transgenderidentiteit is als ontkennen van homoseksualiteit decennia geleden. Dit gaat niet ...over "een mening mogen hebben", maar over het ontkennen van wetenschappelijke evidence. De minzaamheid naar mevr. de Vries is stuitend. Het artikel zou goed gebruikt kunnen worden bij lessen voor studenten journalistiek over framen van feiten: "een herkenbare nepwetenschap" (er is onlangs een hoogleraar benoemd, zie ook Pubmed voor explosie aan wetenschappelijke artikelen), "Uw schrijven als kinderendocrinoloog vind ik beangstigend" (zij is een academische collega, zou ze geen expertise hebben?), "een lang bestaande traditie bij activisten, in het Nederlands bekend als “je rijk rekenen” (welke activisten, de psychologen en artsen behandelen conform internationale richtlijnen en staan zelden op de barricaden) etc etc, elke 3e-4e zin. Bij gebrek aan feitelijkheid speelt Bonneux in op emoties. Het is uw journalistieke plicht hier doorheen te prikken.
        Ik stel voor de oratie van mevr. Baudewijntje Kreukels te publiceren in dit blad of daar een interview aan te wijden. En zij krijgt het laatste woord, daarna discussie gesloten. Had al veel eerder moeten gebeuren, maar goed, beter ten halve gekeerd dan geheel verdwaald: https://www.amsterdamumc.org/nl/vandaag/genderzorg-meer-gebaat-bij-onderzoek-dan-bij-meningen.htm
        Ik reken op uw verantwoordelijkheidsgevoel.

        • G. Roorda

          Arts, Delft

          Opnieuw typisch:
          Teveel weerstand tegen de ideologie en daar is de roep om cancelen weer! Naar de redactie nota bene..

          Eén of andere profeet moet ‘het laatste woord, daarna discussie gesloten.’

          Heel misschien zou zo’n reactie in de politiek aa...nslaan maar niet in de medische wetenschap broeder Leusink.

          Ik zou zeggen: gewoon met overtuigender argumenten komen. Of met gedegen wetenschappelijk bewijs. (en dan natuurlijk niet de wij-van-wc-eend-studies van werknemers van genderklinieken die afhankelijk zijn van de hausse aan body modification- en hormonale - behandelingsverzoeken…)

    • G. Roorda

      arts, Delft

      Het is weer typisch.
      Martine wil Bonneux 'er best bijles over geven' (het badinerende toontje), ze speelt op de man, ze scheldt hem uit voor 'giftig', 'braaf', 'gevaarlijke retoriek', 'leidt tot discriminatie', hij zou 'de feiten misbruiken', zijn... 'wereldbeeld' zou een 'genuanceerder cultureel begrip van gender' niet toelaten...

      En dan, voor als de inhoud van het relaas niet overtuigt: 'Dat vergat u er voor het gemak even bij te vermelden, dat ik ook medisch specialist ben'.

      Ik zeg niks meer..

      • M.C. de Vries

        Kinderarts en medisch ethicus, Leiden

        Hahaha, tja, ik dacht laat ik deze keer gewoon eens de stijlfiguren van Bonneux spiegelen (incl het ad hominem en het autoriteitsargument van de epidemioloog /arts). Maar dat was u jammer genoeg ontgaan (of vindt u dat Bonneux ze wel mag bezigen?).
        ...
        Overigens ben ik van mening dat als je een autoriteitsargument gebruikt, je wel even de literatuur moet kennen.

  • P. Leusink

    huisarts, seksuoloog NVVS, Utrecht

    Geachte heer Bonneux . Het valt mij op dat u zich niet heeft verdiept in de biologie van trans personen. U vertrekt vanuit een vooropgezet idee. U maakt de denkfout dat de discussie over gender versus sexe, dezelfde is als over het erkennen van de aa...rd van transgender. Het gaat helemaal niet om biologie versus cultuur bij trans personen. Er is een sterk biologische oorsprong die bij transpersonen vaak de innerlijke noodzaak bepaald om te willen veranderen van sexe. Of en hoe ze dat doen heeft met hun omgeving en psychosociale bagage te maken. Maar de eerste aanzet is biologisch.

    Genderidentiteit in zijn algemeenheid heeft een polygenetische component, dat wil zeggen, er is niet een specifiek gen maar een samenspel van enkele genen voor de genderidentiteit verantwoordelijk, zo blijkt onder andere uit tweelingstudies (Polderman et al., 2018; Ristori, 2020). Deze genen hebben voornamelijk betrekking op de geslachtshormoonreceptoren of daarbij betrokken enzymen als mogelijke determinanten van geslachtsdifferentiatie. Deze hormonen hebben een activerende en organiserende functie in het creëren van hersennetwerken, zowel prenataal als peri-puberaal
    (Ristori, 2020). Daarnaast lijken er epigenetische effecten te bestaan, dat wil zeggen effecten ten gevolge van het activeren of uitschakelen van een relevant gen door de omgeving. Uit een studie bleek dat transgender personen (voorafgaand aan hormonale behandeling met cross-sex-hormonen) verschillen van cisgender personen in de mate waarin bepaalde genen door middel
    van CpG-methylering tot expressie komen (Ramirez et al., 2021).
    Wordt door middel van MRI gekeken naar volume en uiterlijke kenmerken van bepaalde hersengebieden, dan blijken transgender personen (voorafgaand aan hormonale behandeling met cross-sexhormonen) over een eigen uniek hersenfenotype te beschikken en dus niet het fenotype van het gewenste gender op het man-vrouw spectrum (Mueller et al., 2021). Ná hormonale behandeling worden verschillen in hersenpatronen verder versterkt: het (oorspronkelijk) geslacht op basis van vormkenmerken van de hersenen bleek bij transgenders significant minder goed te voorspellen (in 67,5% van de gevallen) dan bij cisgenders (in 82,6% van de gevallen). Genderidentiteit en genderincongruentie konden niet betrouwbaar op basis van deze kenmerken worden vastgesteld (Baldinger et al.,
    2020). Genetisch en anatomisch lijkt er dus meer gendervariatie mogelijk dan het binaire spectrum. Wordt echter gekeken naar functionaliteit van bepaalde neurale netwerken (i.p.v. anatomische vormkenmerken van bepaalde hersengebieden), dan blijkt dat bij transgender personen (voorafgaand aan hormonale behandeling) deze netwerken het meest te lijken op die van de (gewenste) genderidentiteit (Uribie, 2021).
    Bron: https://www.tijdschriftvoorseksuologie.nl/artikelen/item/916-gender-tussen-noodlot-en-maakbaarheid-over-wensen-en-grenzen-in-de-transgenderzorg.

    En neem de moeite om 'Anders' te lezen van Frans de Waal: https://www.transgenderinfo.nl/primatoloog-frans-de-waal-schreef-een-boek-over-gender/
    Hij heeft voor chimpansees doorgestudeerd laten we maar zeggen en komt tot andere conclusies dan de uwe.

    [Reactie gewijzigd door Leusink op 26-09-2022 22:13]

    • Fachärztin für Nuklearmedizin und Radiologie, Duitsland

      Zelfs als de ervaring "genderincongruent" te zijn op basis van een niet bij de eigen geslachtelijkheid passende genderidentiteit, dan nog is het de vraag of hersenonderzoek niet in een cum ergo propter trapt. Idem voor genetisch onderzoek dat vastst...elt dat bij zich als trans ervarende mensen mutaties hebben in het genoom dat een rol speelt in de (sekse gerelateerde) differentiatie van de hersenen: er kan ook sprake zijn van een gevoeligheid.

      Wat mij betreft is relevant de vraag of deze manifestaties, gezien hun bimodale (en niet dichitome!) verdeling, niet een aanwijzing zijn de mate waarin personen genderconform zijn, danwel over de mate waarin persoonlijkheidskenmerken meer of minder uitgesproken aanwezig zijn. Dat (m.i. onterecht) omkatten tot geslacht heeft een risico in zich. Vrouw-zijn, man-zijn worden dan bepaald door persoonlijkheid, door gedrag, door de uitvoering, opvoering zo je wil. "Performatief" (van performance) om het postmoderne jargon te gebruiken.

      De slechtste uitkomst lijkt mij dat het indelen in de geslachtscategorieën aan de hand van dergelijke presentaties van de persoon zou plaatsvinden. Je genderexpressie bepaalt dan feitelijk je geslacht. Alleen wie de "Stepford Wife" benadert kan zichzelf dan nog in gerede vrouw noemen, voor mannen zou James Bond wellicht de referentie vormen. De grote meerderheid is blijkbaar non-binair.
      Zulks werkt seksestereotyperingen in de hand, een aspect van Queer Theory waarvoor de "genderkritische" stemmen in het debat voor waarschuwen. En het gaat volstrekt voorbij aan de domeinen waarin de materiële geslachtelijkheid wel degelijk relevant is, met alle gevolgen van dien - waarvan legio voorbeelden uit het buitenland inderdaad bekend zijn.

      Dat in het kamerdebat voorgesteld werd dit risico te ondervangen door genderidentiteit náást geslacht te registreren, leek me dan ook een mooie oplossing.

      Voor wie zich niet aan de "performance" wil wagen, kan het hokje dan gewoon leeg blijven, en de gemeenteambtenaar wordt er niet toe gedwongen aan de hand van de medische geboorteverklaring de boreling een genderidentiteit toe te wijzen. Want dat is óók waar het wetsvoorstel geslacht de facto te vervangen door genderidentiteit op neerkomt.

      @ Redactie: graag mijn naam (Hanneke Kouwenberg) toevoegen!

  • J. Haaijman

    S.O, Bemmel

    Hoe zo iets complex als ons brein, ons gevoelsleven en beleving van identiteit kan worden teruggebracht op een simpel systeem gedomineerd door de aanwezigheid van eicellen of spermacellen. Er is zoveel onderzoek beschikbaar die de complexiteit van he...t brein blootlegt en bijna alles t.a.v van hoe wij denken en wie wij zijn wordt bepaald door een veelheid van factoren. Hoeveel eeuwen willen we terug in de tijd t.a.v onze verklaringsmodellen en tolerantie van het feit dat niet iedereen voldoet aan het standaard cis man/vrouw plaatje?

    • A.E. van Westreenen

      Arts, Tilburg

      Ik ben echt verbaasd over de vermenging van het biologisch denkraam (als door Bonneux) en het genderspectrum in de geneeskunde, en met name dat het een per definitie transfobie zou impliceren.
      Een man die zich in de weekenden ook een vrouw voelt, za...l medisch gezien nog immer behandeling verdienen als passend bij zijn fysiologie, voor een vrouw net zo. Genderidentiteit heeft daar niets mee van doen, en behoeft dus ook geen plaats in de spreekkamer (behoudens wellicht een passend voornaamwoord).

      • V.F.R. van der Vlugt

        Medisch student, Utrecht

        En dat kan. Ik heb, hoe ik mij nu ook kleed of voel, gewoon een risico op prostaatklachten dat cis vrouwen niet hebben. Dat mag, kan en moet zelfs erkend worden. De stap die Bonneux hier zet van dit standpunt naar de inhoud van zijn blog is echter ee...n hele grote. Moet dat nu gepaard gaan met de onwaarheden en stigmatisering ("trans vrouwen zijn gevaarlijk") die hier in het wilde weg gestrooid worden? Dat is niet langer meer een punt maken over de relevantie van het geboortegeslacht in de spreekkamer, dat is anti-transretoriek en disrespect tegenover een patiëntengroep die al onder grote druk staat in de samenleving.

        • Fachärztin für Nuklearmedizin und Radiologie, Duitsland

          Het probleem van zelfidentificatie is óók dat trans is, wie zegt trans te zijn. Een exhibitionist, aanrander, gluurder - hij hoeft alleen maar zeggen vrouw te zijn, om als transvrouw omarmd te moeten worden. En nee, het juridisch geslacht hoeft daarv...oor niet aangepast te zijn.

          Zonder iets te willen insinueren over eventueel onzuivere motieven: Alexandra Erné had geen aanpassing van het juridisch geslacht achter de rug toen het College voor de Rechten van de Mens tot de conclusie kwam dat er sprake was van discriminatie toen BigGym deze persoon, biologisch en fenotypisch maar dus ook juridisch man, niet wilde laten omkleden in de dameskleedkamer. Alexandra's woord is in dit geval genoeg de objectiviteit te overrulen.

          Die bepaling betekent alleen wel: de opportunist is niet meer te onderscheiden van de persoon die zich wel degelijk ten diepste vrouw voelt. We worden geacht mensen op hun woord te geloven, hun gestelde realiteit over te nemen - al het andere is "transfobie".

          In Noorwegen steeg het aantal verkrachtingen door vrouwen met ruim 300% na invoering van zelfidentificatie. Gezien het lage aantal transvrouwen in de bevolking, valt niet aan de conclusie te ontkomen dat ófwel deze groep heel veel vaker verkracht dan vrouwen (wat niet vreemd is: transitie ontdoet transvrouwen niet van het mannelijke criminologische profiel), danwel dat zedendelinquenten zelfidentificatie misbruiken.

          Ze vallen alleen niet meer te onderscheiden.

          Ik vraag me oprecht af of de belangen van transgenders met dergelijke ontwikkelingen gediend zijn. En dat staat nog los van de belangen van de rest van de bevolking. Ik vind het veel te ver gaan, op te leggen een statement van derden zonder enige vorm van kritiek als realiteit te omarmen.

          @ Redactie: graag mijn naam (Hanneke Kouwenberg) toevoegen. Dank!

        • G. Roorda

          arts, Delft

          Waar lees jij dat 'transvrouwen' gevaarlijk zijn?

  • S.J.E. Braken

    Medisch student, Leiden

    Een duidelijk uiteen gezet pleidooi voor de terugkeer van de wetenschap in het genderdebat, voorzover daar al een debat over te voeren is. De medische wereld houdt zich wat mij betreft nog te afzijdig in deze discussie, waar nu vooral zelfbenoemde ge...nderprofessoren de scepter zwaaien.

    Tijd voor een ommezwaai; het is ondoordacht en op het bizarre af hoe wij toelaten dat we patiënten die vanwege hun onvolwassen hersenen nog geen tapbiertje mogen halen, laten beslissen of ze vergaande, ingrijpende en vaak onomkeerbare hormoonbehandelingen willen ondergaan, laat staan dat we gezonde voortplantingsorganen amputeren. En dat alles omdat men een ander gender heeft dan bij geboorte toegewezen. Alleen al het werkwoord toegewezen in combinatie met seksuele kenmerken is wat mij betreft al moeilijk uit te leggen. Immers, wie wijst er dan toe?

    Daarnaast is gender volgens de knappe koppen aan de UvA iets anders dan geslacht en kan iemand met mannelijke geslachtskenmerken prima vrouw zijn, mits diegene zich maar zo voelt. Dan rijst bij mij de vraag: als gender puur iets van het innerlijk is, waarom dan die puberteitsremmers en dure operaties om het uiterlijk te veranderen? Dit komt dan op mij over als cosmetiek, iets wat dan dus thuishoort in de onvergoede zorg.

    Kortom, de gendergeleerden snappen zelf nog niet hoe het zit, maar we moeten we alle paspoorten en EPD's alvast wijzigen voor het geval ze er komend jaar samen uitkomen. Voorbarig, als u het mij vraagt.

    [Reactie gewijzigd door Braken, Sander op 26-09-2022 20:52]

    • V.F.R. van der Vlugt

      Medisch student, Utrecht

      Geen zorgen, hoor: genderdysforie staat netjes omschreven in de DSM-5!

      • S.J.E. Braken

        Medisch student

        Evenals somatoparafrenie en Body Identity Integrity Disorder. Amputeren of vasthouden aan het principe van niet schaden? Mijns inziens een moreel dilemma

        https://www.google.com/url?sa=t&source=web&rct=j&url=https://www.ntvg.nl/system/files/publica...tions/a7146.pdf&ved=2ahUKEwit7LaxnrP6AhWF3KQKHa31DKAQFnoECEcQAQ&usg=AOvVaw3AiYO17k3441gNG4ersc7O

  • Specialist Ouderengeneeskunde n p , Naaldwijk

    Dank geachte collega Bonneux voor uw inzichtgevend en boeiend betoog.
    Kunt u het doorsturen naar de Tweede Kamer?
    Alvast veel dank

  • V.F.R. van der Vlugt

    Medisch student, Utrecht

    Na mijn ontsteltenis bij het artikel van Hanneke Kouwenberg van juni jongstleden schrik ik nu wederom van het feit dat een medisch professional het nodig vindt om een platform als dit te gebruiken om haat en nijd jegens transgender personen te uiten.... Nog schokkender is dat Medisch Contact – wederom – een platform geeft aan deze retoriek, die in dit geval ook nog eens doordrenkt is van meerdere klassieke drogredenen die menig trans persoon maar al te vaak om de oren krijgt.

    Juist in de geneeskunde, waar het belang van empathie en aandacht voor de patiënt (in ieder geval vandaag de dag) vanaf jaar één hoog in het vaandel staan, zou je verwachten dat een vaktijdschrift het probleemloze bestaansrecht van een groep patiënten tot “opinie” reduceert, en dat een zorgverlener een volledige patiëntengroep niet bestempelt als “manwijf” en “gevaar voor vrouwen”. Helaas bewijzen zowel Medisch Contact als Luc Bonneux hier keihard het tegendeel. Een vriendelijk bedankje namens alle LHBTI+ zorgmedewerkers, en iedereen met een transgender naaste.

    Het benieuwt mij waarom de heer Bonneux het na (ogenschijnlijk) bijna drie jaar column-pauze opeens nodig vindt om een blog te schrijven over een reeds kwetsbare patiëntengroep en daarbij ook nog eens vooroordelen en onwaarheden te verspreiden. Zit de afkeer werkelijk zo diep, dat het nodig is om transgender vrouwen als groep te schilderen als een gevaar voor cisgender vrouwen, simpelweg omdat zij durven te bestaan in de wereld? Op basis van deze blog zal ik ook niet zomaar stellen dat alle verpleeghuisartsen in Roosendaal bekrompen zijn, u heeft vast ook zelf door dat dat een onjuiste conclusie zou zijn (althans – ik hoop van harte dat dat een onjuiste conclusie is).

    Verder is het pijnlijk om meerdere onwaarheden terug te zien in deze column, wetende dat juist het tegenovergestelde de realiteit is voor transgender mensen in mijn omgeving. Zo zaait Bonneux hier angst over “onzekere pubers” die zomaar een hormoonbehandeling zouden krijgen. Niets is minder waar: behandeling met cross-sexe hormonen vindt op zijn vroegst plaats vanaf het 15e levensjaar, indien de patiënt dan al minstens twee jaar puberteitsremmers gebruikt, en dus minstens zo lang bezig is met het uitvogelen van hun gender. Het beeld van “strooien met hormonen” zoals hier bijna wordt geschetst kan haast niet verder van de realiteit staan: bij de grote centra (VUmc, UMC Groningen, RadboudUMC) lopen de wachtlijsten in de transgenderzorg op tot wel twee, soms zelfs drie jaar. Stelt u zich eens voor dat een diabeet of een patiënt met een foutief werkende schildklier twee jaar na doorverwijzing moet wachten op een endocrinoloog: de (medische) wereld zal, lijkt mij, te klein zijn. Echter lijkt men zich over het algemeen nauwelijks zorgen te maken als het de transgender medemens betreft, die dit soort wachttijden moet zien te overbruggen.

    Ook de insinuatie dat elke vrouwelijke man een trans vrouw zou moeten zijn volgens “de genderactivist”, en vice versa, doet mij mijn hoofd schudden. Zoals een goede vriendin al eens zei: “ik heb genoeg geprobeerd om tevreden te zijn als vrouwelijke man, maar dat ging simpelweg niet”. Hier lopen we aan tegen het verschil tussen gender en genderpresentatie: het is zeker mogelijk dat iemand een man is, en zich vrouwelijk uit (dat roept de vraag op: wat is vrouwelijk? We houden het hier op zaken die in de samenleving als vrouwelijk worden gezien: denk aan het dragen van een jurk en wat make-up). Dat maakt deze persoon een man, die dus geen probleem heeft met het bij de geboorte toegewezen gender, enkel met de standaard presentatie daarvan. Dat is dus iets anders dan iemand die wél gender anders ervaart dan dat, wat bij de geboorte is toegewezen. Vrouwelijke mannen en vrouwen mogen er zeker zijn, maar zijn niet per definitie transgender, en zouden ook niet in zo’n identiteit geforceerd moeten worden. Dat is een opvatting die veel transgender (en anderszins queer) mensen met Bonneux zullen delen, en juist niet zullen tegenstaan, zoals hij hier impliceert.

    Zoals vele andere “gender-kritische” (lees: verhuld of minder verhuld transfoob) mensen verschuilt Bonneux zich achter de veiligheid van cisgender (= niet trans) vrouwen. “Wat nobel” is wellicht de reactie die hij wenst op te roepen, maar ook dit blijkt vaak een dun en wankel excuus om transfobie mee te verhullen. Voor trans vrouwen in de sport gelden immers strenge regels, en sinds trans mensen in 2004 mochten meedoen aan de Olympische Spelen heeft er slechts één een medaille gewonnen – in een teamsport. Schetsen dat trans vrouwen, puur om hun bestaan, een gevaar vormen voor andere vrouwen is, zoals eerder reeds aangestipt, een vrij onlogische conclusie om te trekken.

    Wat Bonneux dan weer niet benoemt, is de ongelukkigheid die onder trans mensen heerst. Het percentage trans mensen dat suïcidale gedachten heeft is torenhoog, en dat is nooit een gewenste uitkomst. Acceptatie uit de omgeving helpt. Genderbevestigende therapie en chirurgie helpt. Positieve representatie helpt ongetwijfeld ook. Columns als deze werken enkel averechts. Zolang columns als deze nog als “normaal” worden gezien (stelt u zich eens voor dat een dergelijke column werd geschreven over homoseksuele personen, of immigranten!) zullen transgender mensen altijd moeten uitkijken met wat zij zeggen en hoe zij zich gedragen. Als zorgvrager, maar ook als zorgverlener. En dat kan niet wenselijk zijn.

    Medisch Contact: verschuil je niet achter de illusie van “beide kanten moeten gehoord worden” als één van die kanten gebruik maakt van dit platform om neerbuigende nijd en onwaarheden te verspreiden jegens de “andere kant” die slechts haar leven probeert te leven. Kies een kant en keur nonsens zoals deze af, opdat iedereen – patiënt én zorgmedewerker – zich niet hoeft te verschuilen.

    • L. Bonneux

      Arts epidemioloog op pensioen, Boechout

      Geachte mevrouw van der Vlucht,

      Voor de oudstrijder voor op wetenschap gebaseerde geneeskunde is de zware epidemie van genderdysforie in de Angelsaksische wereld herkenbaar. In de jaren 1990 woedde een vergelijkbare epidemie van “Verdrongen Herinn...eringen”. Er is nooit een enkele casus gedocumenteerd van een kind dat de herinnering aan een bewezen ernstig trauma heeft verdrongen. Maar plots verschenen er grote aantallen adolescenten en volwassenen die, op aangeven van hun psychotherapeuten, zich zwaar seksueel misbruik herinnerden dat ze vele jaren hadden verdrongen. Dat misbruik speelde zich steeds af in verduisterde slaapkamers zonder enig bewijs. Buitengewoon agressief vielen Witte Ridders iedereen aan die openlijk durfde twijfelde aan het bestaan van Verborgen Herinneringen. Die nam het Lijden van Slachtoffers, met Hoofdletter, niet ernstig. De schaarse criticus die een dergelijke gifaanval als academicus heeft overleefd, heeft na zijn gedwongen ontslag een andere betrekking gevonden. De Witte Ridders van de Verdrongen Herinnering hebben veel lijden veroorzaakt en veel slachtoffers gemaakt bij jongeren, hun onschuldige ouders en integere academici die de nooit aflatende giftige agressie zat waren.

      Verdrongen herinneringen bestaan niet, genderdysforie wel. Maar recent, tenminste in de Angelsaksische wereld, is er een immense toename van aanvragen tot geslachtsverandering door minderjarigen. De meest redelijke verklaring is die van een sociale epidemie (“social contagion”). Een nieuwe bende Witte Ridders is nu te paard gestegen met dezelfde argumentatie: wie zich niet conformeert aan de ideologie van de Witte Ridder, wordt verketterd, verbannen en belaagd omdat hij het Lijden van de Slachtoffers, met Hoofdletter, niet ernstig neemt. Integendeel: deze artsen en academici willen vaak minderjarige slachtoffers, die zich reeds slecht in hun vel voelen, beschermen tegen de levensgevaarlijke aanmatiging van Witte Ridders.

      U schrijft “behandeling met cross-sexe hormonen vindt op zijn vroegst plaats vanaf het 15e levensjaar, indien de patiënt dan al minstens twee jaar puberteitsremmers gebruikt,….” Puberteitsremmers en geslachtsveranderende hormonen mogen dus worden toegediend aan jongeren die het verboden is om in een café een pint bier te bestellen – een ander maar toch minder schrijnend onrecht. Het kostte me drie minuten om uit te vinden dat noch de baten, noch de schade van deze puberteitsremmers en cross-sexe hormonen bij jongeren zonder endocrinologische afwijkingen op volwassen leeftijd bekend zijn. Het betreft dus een experimentele behandeling met geslachtsveranderende hormonen van psychiatrische problematiek bij minderjarigen. Het bewijs mankeert dat deze ingrijpende behandelingen beter zijn dan psychologische ondersteuning tot de minderjarige oud, wijs en meerderjarig genoeg is om uit te vissen wat hij/zij met zijn/haar leven wil. U spreekt terecht van hoge suïcidaliteit bij deze groep – maar in Angelsaksische landen loopt de vector van causatie veel vaker omgekeerd. Pubers die zich slecht in hun vel voelen wordt aangepraat dat ze transgender zijn en zoeken een oplossing in ingrijpende behandelingen.

      Ik schreef dat biologische vrouwen nergens meer veilig zijn: u maakte een groteske karikatuur van “gevaarlijke transgendervrouwen”. Laat me het anders stellen. Vraag aan biologische vrouwen, topsporters die door talent en zware training mogen meedingen in de Olympische Spelen, hoe fijn ze het vinden als transgendervrouwen worden toegelaten in hun sport. Dat dat in het verleden niet gebeurde, zegt niets over een toekomst met veel meer openlijke transgendervrouwen. Een biologische vrouw heeft geen schijn van een kans tegen een transgendervrouw van een gelijkaardig sportief niveau. Dat is competitievervalsing, veel verregaander dan klassieke doping.

      In mijn mannenkleedkamer is iedereen welkom: man, vrouw, LGBTQ en alle andere toekomstige letters van dat groeiende alfabet. Om evolutionair biologische en culturele redenen ligt dat bij vrouwen anders. Ze vinden het vaak akelig om de kleedkamer te delen met een biologische man, als die herkenbaar is als man. Vrouwen die zich daar boos om maken worden nu weggezet als “transfoob”. De rechten van transvrouwen om als vrouw erkend te worden annuleren de rechten van biologische vrouwen op privacy niet. Een discrete, fatsoenlijke transvrouw die als biologische man herkenbaar is, gebruikt de mannenkleedkamer. Maar niet alle transvrouwen zijn discreet en fatsoenlijk. Sommigen hebben daarbij ongezond veel belangstelling voor jonge meisjes en vrouwen.

      De weg vooruit is duidelijk. We hebben een op wetenschap en deliberatie gestoeld evenwichtig advies nodig dat alle partijen aan het woord laat, zonder dat de ene de andere overschreeuwt en verdacht maakt. Doorgaans weet de Nederlandse Gezondheidsraad over heikele onderwerpen als dit een wijs rapport te maken, dat niet zelden ook in het buitenland wordt gewaardeerd. Aan het werk. Het genderdebat moet dringend uit de opgehitste sfeer van activisme worden getrokken, vooraleer er al te veel onomkeerbare schade wordt berokkend aan kinderen.

      PS. U bent medisch student en een transvrouw. Mag ik u uitnodigen in de lente 2023 voor een rondleiding door het historische Antwerpen? Tijdens een bescheiden etentje nadien beloof ik onbevooroordeeld naar uw levensverhaal te luisteren.

      • L. Bonneux

        Arts en epidemioloog, op pensioen, Boechout

        Geachte mw van der Vlugt,

        Met excuses om uw naam verkeerd te hebben gespeld! Ik dacht dat het aan mijn slechter wordende ogen lag, dan aan de spellchecker, het lag evenmin aan Freud. Het bleek gewoon niet goed opgelet. Nogmaals excuses,

        Luc Bon...neux

      • M.C. de Vries

        kinderarts, medisch ethicus, Leiden

        Ik hoop oprecht dat het verkeerd spellen van de achternaam van mevrouw Van der Vlugt een typefout was en geen bewuste keuze....

        In het kader van uw oproep tot minder activisme en vooral minder schade....

    • F.S. van den Brink

      Cardioloog , Amsterdam

      Dit is woke cancel cultuur.
      Daar doet deze doctor niet aan mee.
      Luc heeft gewoon gelijk

      • J.M. Keppel Hesselink

        pijnarts, Bosch en Duin

        Luc heeft totaal gelijk en als hij een Amerikaanse prof zou zijn, zou hij meteen gestenigd worden, ontdaan van academische parafernalia en weggepoetst uit de sociale media.

      • V.F.R. van der Vlugt

        Medisch student, Utrecht

        Het prachtige aan het fenomeen "woke cancel cultuur" is dat altijd harder geroepen wordt dat het speelt, dan dat er daadwerkelijk iemand "gecanceld" wordt. Ik vraag heus niet om dhr Bonneux uit het BIG-register te schrappen, al vind ik zijn insteek w...el pijnlijk en schadelijk.

        Men beroept zich rondom blogs en thema's als deze altijd op "vrijheid van meningsuiting". Dat is prima. Als het de VvMU is van dhr Bonneux om een blog als deze te publiceren, is het mijn VvMU om te laten weten dat ik het, plat gezegd, leugenachtige brij vind.

        • AIOS, Hamburg

          In het land waaruit de academische cancel culture afkomstig is, worden databases bijgehouden over de voorvallen ervan. Imaginair is het zeker niet.
          https://www.thefire.org/research/scholars-under-fire-database/scholars-under-fire-database-guide/
          h...ttps://www.thecollegefix.com/ccdb/
          https://www.nas.org/blogs/article/tracking-cancel-culture-in-higher-education

  • A.F. Algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, Rotterdam

    Welkom terug op het speelveld ! Zo kennen we Bonneux weer. Heerlijk. Inhoudelijk: helemaal mee eens. Mijn visie op het huidige gender theater heb ik eerder verwoord in de blog Gender als doe het zelf bouwpakket


    Gender als doe-het-zelfbouwpakk...et
    15 reacties

    Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik ben onderhand het overzicht over het aantal gendervarianten behoorlijk kwijtgeraakt. Er schijnen op dit moment maar liefst 58 varianten in omloop te zijn, verdeeld over negen hoofdstromen (LHBTIQAPC).

    Toen ik mijn boys – voor zover ik dat nu weet natuurlijk – van 20 en 22 jaar vroeg om mij wegwijs te maken in de laatste fluïde non-binaire queer varianten lagen ze in een deuk van het lachen. Ik bleek totaal niet aangesloten op de actualiteit van alledag.

    Voor de goede orde: ik ben een boomer, type m, witte uitvoering, Toen ik opgroeide was de wereld van de ikken vrij overzichtelijk: je was man(m) of vrouw (v), of iets anders (!?!).

    Over die laatste variant (!?!) kreeg je verassend weinig te horen. Daar moest je zelf achter zien te komen. Over seks werd bij ons thuis überhaupt niet gesproken. Dat was taboe. En de tv ging uit als er bloot te zien was. Het woord gender bestond toen helemaal nog niet. Ja, das war einmal.

    .........

    lees meer

    https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/blog/gender-als-doe-het-zelfbouwpakket.htm

    • S.M.E. Vreeswijk

      Intensivist

      Ik kan mij voorstellen dat uw zoons in schaterlachen uitbarstten toen u vroeg welke gendervarianten in het acroniem LHBTIQAPC te vinden zijn. De meerderheid van deze letters gaan namelijk helemaal niet over genderidentiteit. Een korte internetzoektoc...ht zou u hierop al het antwoord geven, maar voor het gemak heb ik ze hieronder even op een rijtje gezet.
      Lesbisch (sexuele voorkeur/geaardheid)
      Homosexueel (sexuele voorkeur/geaardheid)
      Bisexueel (sexuele voorkeur/geaardheid)
      Transgender (genderidentiteit)
      Intersex (genderidentiteit)
      Queer (wisselend, meestal sexuele voorkeur/geaardheid)
      Asexueel/aromantisch (sexuele voorkeur/geaardheid)
      Pansexueel (sexuele voorkeur/geaardheid)
      Cisgender (genderidentiteit)
      Aangezien een meerderheid van de bevolking cisgender is, vormt deze groep geen onderdeel van de LHBT+ gemeenschap en hoort deze letter dus ook niet thuis in het acroniem.
      Een toename van zowel kennis als erkenning, zal vooral, zoals de geschiedenis ons laat zien, een verbetering in tolerantie en kwaliteit van leven opleveren. Dit hebben we in sociale revoluties zoals de vrouwenemancipatie (nog steeds gaande) gezien, maar ook wetenschappelijke revoluties zoals 'germtheory' die leidde tot de maatregel om handen te wassen na elk patientenonderzoek.
      Dat de maatschappelijke discussie over genderidentiteit een andere toon en inhoud heeft gekregen dan u gedurende uw leven tot nu toe heeft meegemaakt, betekent niet dat deze verarmd is. Integendeel. Het betekent dat steeds meer mensen zullen begrijpen dat de binaire presentatie van gender en geslacht zoals Dhr Bonneaux in bovenstaande column heeft beschreven, niet alleen achterhaald is, maar dat de manier waarop hij dit heeft beschreven denigrerend en zelfs ontkennend is jegens mensen die zich volgens een bovenstaand genderacroniem identificeren (behoudens het C-tje dus).
      Ik hoop de komende jaren meer wetenschappelijke inzichten over genderindentiteit en transgenders te vernemen. Bijvoorbeeld de invloed van timing hormoontherapie op de tot nu toe zogenoemde geslachtsgebonden risicofactoren op bv hart- en vaatziekten of auto-immuunaandoeningen. Dit kan wel degelijk invloed hebben op niet alleen onze klinische praktijk bij transgender patienten, maar bijvoorbeeld ook op ons inzicht in waarom sommige risicofactoren geslachtelijk verdeeld zijn en hoe deze verder in te perken bij zowel cis- als transgender patienten.
      Wellicht ben ik wat idealistisch ingesteld, maar ik ben van mening van een inclusievere samenleving voor iedereen en op alle fronten tot vooruitgang kan leiden. Behalve voor verwarde boomers dan.

      • A.F. Algra

        commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, Rotterdam

        Geachte collega Vreeswijk, dank voor uw reactie. Tja, deze boomer is wellicht wat minder verward dan U aanneemt. Haha.

        Ter zake dan maar ?

        U hebt gelijk als U stelt dat de maatschappelijke discussie over gender identiteit sterk aan het verand...eren is. En inderdaad : er zijn grote sprongen voorwaarts (!) gemaakt.

        Maar naar mijn idee slaat het debat nu door. Ik heb getracht mijn twijfels en bedenkingen in mijn blog te verwoorden.

        Hier en daar met een wat ironische ondertoon. Dat moet kunnen toch ? Anders wordt het zo zouteloos. Ik stip dit laatste even apart aan, omdat me opvalt ( zie ook bij sommige andere reacties) dat een aantal wel erg snel op de/het/hun tenen getrapt lijken te zijn.

        Humor, meneer Sonneberg. Humor. (touché, teveel boomer grapje)

        https://www.youtube.com/watch?v=jPx2V8TMHh4


        Mijn eerste hoofdpunt is dat gender door de pro groep vooral of soms geheel als fluïde sociale constructie wordt voorgesteld. Dat is ook waar Bonneux vooral over struikelt - denk ik.

        De zaak wordt verder aangelengd met een behoorlijke portie social justice activisme.

        En ook dat laatste , slaat naar mijn bescheiden mening nogal door. Het maakt het debat juist onoverzichtelijker, omdat er op meerdere borden tegelijk gespeeld lijkt te worden. Iets vergelijkbaars speelt zich bij het BLM debat.

        Mijn tweede punt is dat het shoppen in je fluide ik/identiteit teveel schuring in de kop kan geven.

        Juist die voorgestelde fluïditeit baart mij grote zorgen, want dat is teveel van 'vandaag dit, morgen dat'

        Zo 'n fijne ontdekkingstocht naar je eigen identiteit ( dat zijn de woorden die Rutgers hanteert ) is dat niet.

        Bovendien niet zonder risico. Helaas hoor ik U ( en ook de andere criticasters van Bonneux) daar niet over. En dat is jammer om te constateren.

        Ter afsluiting. Als boomer doe ik er van alles aan om de verwarring het hoofd te bieden.

        Vandaar dat ik net begonnen ben in het boek 'Het tijdperk van de ik tiran - het einde van de gemeenschappelijke wereld van de Franse filosoof Eric Sadin.

        Of het een aanwinst is, kan ik nu nog niet vaststellen. Maar het geeft wel genoeg denkstof in deze - naar mijn mening - overgeïndividualiseerde samenleving.

        Vandaar denk ik ook de felle tegenreacties uit meer conservatieve denkrichtingen, waar ik mezelf overigens in het geheel niet toe reken. Maar dat ter zijde.

        Mijn punt kort samengevat: ik maak bezwaar tegen het idee dat gender een doe-het-zelf -bouwpakket is/zou zijn.

        Nu U weer.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.