Blogs & columns
Blog

Een hond is een krachtig antidepressivum

Plaats een reactie

Het was een dag met een loodgrijs plafond en voor mijn huis was in naam des gemeentes een dode boom omgezaagd. Ik ben gevoelig voor dat soort symboliek. Toch moesten Maarten en ik dringend op bezoek bij Lena. Lena en Maarten zijn de OOPOEH’s van Mambo, mijn onwelvoeglijke terriër.

Ik zal het even uitleggen: OOPOEH’s zijn senioren die zelf niet meer aan een huisdier willen beginnen, maar er wel op willen passen. Niet de lasten, wel de lusten, zeg maar. Ik kan ze geen ongelijk geven; een hond is een hele zorg, maar in gedoseerde vorm een krachtig antidepressivum. Ik zou bijna durven zeggen: huisartsen, breng uw neerslachtige patiënten in contact met Stichting OOPOEH.

Onder Maartens aanwijzingen, die zelf echter nooit auto heeft gereden, maar wel graag de controle houdt, reden we door de binnenstad van Amsterdam. Met Mambo kwispelend in de achterbak; autorijden is een van haar favoriete uitjes. U moet weten dat na jarenlange trouw aan mijn hond en mijn werkschema, Lena het diertje helaas niet meer uit kon laten: haar benen moesten geamputeerd worden. Nu woont ze in een verzorgingshuis midden in de Jordaan. Daar heeft ze zo’n hondje van pluche op de vensterbank liggen, waarvan het net lijkt of het ademhaalt. Maar dat is natuurlijk niet zo. Iedere keer als ze naar het speelgoedhondje kijkt, zegt ze, moet ze aan Mambo denken en een beetje huilen.

We eten gezamenlijk en zwijgend een bleek boterhammetje op haar kamer. In Maartens snor blijft boter hangen, maar ik durf er niets van te zeggen. Mambo krijgt ondertussen als vanouds stukjes van Lena’s boterham. Daarna nemen we haar even mee naar buiten. Nou ja even, daar komt nog heel wat bij kijken met zo’n elektrische rolstoel. Inderdaad komt er een kreukelig koppie om de hoek van een deur kijken. Ze vraagt wanneer het pannenkoekendag is. Ik geef antwoord, want ik had in de lift de aankondiging gelezen. Helaas vraagt ze het daarna nog viermaal. Ik huiver een beetje. Het doet me sterk denken aan de heks van het koekhuisje in de Efteling, die steeds weer tevoorschijn kwam als je op de pudding duwde. Als kind moest ik daar altijd een beetje van huilen.

Buiten worden we dreigend toegesist door een Marokkaanse moeder. Hoewel Mambo aangelijnd is en op ruime afstand van haar dochtertje rondsnuffelt, huilt het meisje bittere tranen tegen het zwarte gewaad van haar moeder. Thuisgekomen ligt er een grote envelop op de trap. Van mijn vertrouwde GGD Amsterdam, dat zie ik aan de rode johanneskruizen. Het is mijn ontslagbrief, dat weet ik. Hoewel ik een heel leuke baan heb aangenomen, zelf ontslag heb genomen, Lena geweldig lief verzorgd wordt en Maarten nog kan collecteren voor Amnesty International, het morgen al pannenkoekendag is en er dus helemaal geen reden is voor echt verdriet, moet ik even zelf huilen. Gelukkig moet Mambo zo weer uitgelaten worden. Dat helpt. Dus.

www.oopoeh.nl

  • Jeanne-Marie Hament

    Jeanne-Marie Hament is stafarts in Rivierenland bij STMR. Momenteel doet zij de specialisatie tot arts maatschappij en gezondheid. Daarnaast is zij hoofdredacteur van het blad JA! van de vereniging van jeugdartsen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.