‘Een goede relatie begint met vertrouwen’
Plaats een reactieBram Tjaden spreekt voor deze portretreeks met beroepsgenoten over zingeving. Bij uitzondering dit keer met een patiënt: Roek Lips. Hij is schrijver, journalist en theatermaker en publiceerde recent het boek ‘Dit kan ook een goede tijd zijn’ over zijn ervaringen tijdens de stamceltherapie die hij onderging vanwege acute myeloïde leukemie. Wat zijn zijn gedachten over zingeving?

In het ziekenhuis moet je je vaak overgeven aan de situatie. Een beeld daarvan is dat je alleen liggend op je rug TV kunt kijken, omdat het scherm aan het plafond is bevestigd. Dat botst met mijn waarden zoals zelfredzaamheid en mijn voornemen om niet helemaal samen te vallen met het ‘patiënt zijn’. Ik ben meer dan dat. Deze waarden, en het leven ernaar, geven mijn leven zin. Ik spreek liever van ‘zin-vinden’, iets dat in de zorg sterk afhankelijk is van de kwaliteit van de relatie met behandelaren.
Vertrouwen
Een goede relatie begint met vertrouwen. Als er geen vertrouwen is, staat dat genezing in de weg. Vertrouwen ontstaat niet alleen door deskundigheid, maar ook doordat artsen zich écht verdiepen in de patiënt en soms ook hun eigen twijfels delen. Het gaat om kleine gebaren: een mondkapje afdoen bij een kennismaking, interesse tonen in mijn gezin en wat ik meer ben dan patiënt, serieus luisteren naar wat ik nodig heb.
De eerste hematoloog die ik sprak in Amersfoort deed dit heel goed. Hij nam de tijd en ging zitten bij een gesprek, wat een gevoel van aandacht en ruimte gaf. Dat was anders in het academisch ziekenhuis, waar artsen meer gewend zijn om staand met hun patiënten te overleggen wanneer je eenmaal bent opgenomen. Alleen bij spannende momenten namen ze plaats, en dat voelde als een welkome onderbreking in de hectiek. Want als de dokter gaat zitten heb je als patiënt het gevoel dat er even echt tijd voor je is. Dan kan er aandacht zijn en geluisterd worden en kan wat ik noem ‘de diepte van de tijd’ verschijnen, waarin zich kan ontvouwen wat belangrijk is.
Ook mijn huisarts had daar gevoel voor. Tijdens mijn opname hadden we op haar initiatief regelmatig videoconsulten, waarin zij zich open opstelde en erkende dat ze weinig ervaring had met patiënten zoals ik. Deze eerlijkheid en nieuwsgierigheid droegen bij aan een waardevolle relatie en vertrouwen.
Zingeving vond ik ook in kleine interacties met verpleegkundigen. Tijdens nachtdiensten luisterde ik naar hun verhalen en deelde mijn eigen ervaringen. Een sleutelscène uit mijn boek illustreert dit: een arts in opleiding kwam binnen terwijl ik naar Pergolesi’sStabat Materluisterde. We werden samen geraakt door de muziek. Die gedeelde emotie had diepe impact op ons allebei.
Healing environment
In het UMC Utrecht zag ik een folder voor medewerkers over ‘healing environment’, een concept dat zorg meer patiëntgericht moet maken. In de praktijk is hier echter nog een lange weg te gaan.
Zorgverleners werken hard, maar systemen zoals telefonische keuzemenu’s of een patiëntendossier dat te weinig gericht is op het perspectief van de patiënt staan de menselijke kant van zorg vaak in de weg. Een echte healing environment begint bij de vraag: wat heeft een patiënt nodig om te genezen en zich positief te ontwikkelen in zijn ziekte?
Voor mij waren contact met anderen, gezonde voeding en beweging cruciaal. Toch moest ik hemel en aarde bewegen om een loopband op mijn kamer te krijgen. Dat idee werd aanvankelijk afgewezen: het zou niet mogen of mogelijk zijn. Pas na veel inspanning kwam de loopband er, en kon ik dagelijks vijfduizend stappen zetten. Toen ik later hoorde dat ‘dit eigenlijk voor iedereen beschikbaar zou moeten zijn’, besefte ik hoe kleine aanpassingen een groot verschil kunnen maken.
Net als het zitten bij een patiënt of even echt luisteren, laat dit voorbeeld zien dat zorg menselijker kan worden met betrekkelijk eenvoudige veranderingen. Persoonsgerichte aandacht maakt het verschil, niet alleen voor de patiënt, maar ook voor de relatie tussen patiënt en zorgverlener.
Meer van Bram Tjaden- Er zijn nog geen reacties