Blogs & columns
Blog

Een dokter die alleen maar praat

2 reacties

Ik praat veel met dokters. Het meest nog met mijn soortgenoten, de bedrijfsartsen. Die praten ook het meest van alle dokters. Met hun cliënten de werknemers, met hun opdrachtgevers de werkgevers.

Maar ze praten ook vaak met elkaar. Over zichzelf. Over hun maatschappelijke positie. Over hoe belangrijk hun vak is. Hoe onmisbaar ze zijn voor de zorg en voor de maatschappij. En ook voor de aantrekkende economie, want die heeft meer gezonde werknemers nodig. Duurzame inzetbaarheid, daar weet de bedrijfsarts alles van. Waarom worden ze niet betaald uit de zorgverzekering? Ik geef bij deze discussies meestal tegengas. Lezers van mijn blogs zullen dat herkennen. Bedrijfsartsen vinden dat niet zo prettig. Ze nemen zichzelf erg serieus. Ze voelen zich bedreigd. Dan ga je je positie niet relativeren. Dan gun je jezelf geen bevrijdend lachsalvo om je eigen gewichtigdoenerij.

Zolang ik in dit vak zit, zie ik pratende bedrijfsartsen om mij heen. Chirurgen snijden, internisten onderzoeken. Oogartsen kijken, gynaecologen voelen. Bedrijfsartsen doen het door te praten. Dat is een constatering, geen kritiek. Ik zoek naar het unieke van de bedrijfsarts. Naar de basis van zijn onmisbaarheid.

Afgelopen week had ik weer zo’n discussie. Over de bedrijfsarts binnen de ecologie van het zorgsysteem. Zware en vuile arbeid is in Nederland de laatste halve eeuw aanzienlijk teruggedrongen. Toch zijn er twee keer zoveel bedrijfsartsen als in 1968. Hoe kan dat? Dat komt door de populariteit van dit specialisme in de jaren tachtig en negentig. Heel veel jonge artsen kozen toen voor bedrijfsgeneeskunde. Daardoor is een overschot ontstaan. Door ecologische processen zal dit overschot de komende decennia verdwijnen. Laat de natuur gewoon zijn werk doen. Bedrijfsartsen vergrijzen. Er komen maar weinig jonge bij. De natuurlijke vijanden van de bedrijfsarts worden steeds sterker. In 2068 zijn er geen bedrijfsartsen meer.

Wie zijn dat eigenlijk, die natuurlijke vijanden? In dit polderland zijn dat werkgevers en werknemers. Natuurlijk niet allemaal. Ik hoor bedrijfsartsen veel praten over goede werkgevers en goede werknemers. Dat rooskleurige beeld ontstaat als je met één exemplaar tegelijk van de vijandelijke species te maken hebt. De zieke werknemer in de spreekkamer. De goedwillende werkgever in de directiekamer. Maar kijk je naar de visie van wat we zo mooi ‘de sociale partners’ noemen, de werkgevers- en werknemersorganisaties, dan zijn die de bedrijfsarts bepaald niet goed gezind. Ik ga u dat uitleggen.

De FNV verwijt de bedrijfsarts dat die niet onafhankelijk is. Dat is-ie wél! roept beroepsvereniging NVAB al jaren. Onzin natuurlijk. De bedrijfsarts is afhankelijk van zijn opdrachtgever die hem ook betaalt. Dat is geen schande. Geef dat gewoon ruiterlijk toe. Andere artsen zijn net zo goed afhankelijk van betalende opdrachtgevers (zorginstellingen en zorgverzekeraars). Daar mekkert niemand over. De FNV wil maar niet snappen dat financiële afhankelijkheid en professionele integriteit heel goed kunnen samengaan. Honderden bedrijfsartsen bewijzen dat elke dag weer. De FNV kwam ook met dat dwaze plan om als vakbeweging zelf bedrijfsartsen aan te stellen voor de zorg voor hun leden. Alsof die dan wél onafhankelijk zouden zijn.

De werkgeversorganisaties hebben onlangs geroepen dat ze van die bedrijfsarts af willen. Vooral bij de verzuimbegeleiding. Zo gauw je een bedrijfsarts inschakelt gaat die het probleem medicaliseren. Als iemand schulden heeft, of een relatieprobleem, of te veel drinkt, wordt-ie door de bedrijfsarts ziek verklaard, redeneren de werkgevers. Als je dus een bedrijfsarts inhuurt voor een werknemer met problemen maakt de bedrijfsarts er een medisch probleem van. Zo zit die bedrijfsarts nu eenmaal in elkaar. Bedrijfsartsen praten mensen ziek. Weggegooid geld dus, is de conclusie van de werkgevers. Ik kan hun redenering wel begrijpen. Arbozorg en verzuimbegeleiding zijn commerciële producten. Hoe meer verzuim, des te meer omzet. Blijven praten dus. De werkgever betaalt wel.

Is dit een rampzalige ontwikkeling? Absoluut niet. De komende jaren is er in Nederland nog wel plaats voor een dokter die alleen maar praat. Zolang veel andere dokters daar niet of nauwelijks aan toekomen.

  • André Weel

    André Weel is bedrijfsarts-niet-praktiserend en epidemioloog; werkzaam als curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk.'  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Roel Melchers

    bedrijfsarts, Houten


    André vergeet één belangrijke reden die de toename het aantal bedrijfsartsen eind vorige eeuw verklaart: de wijziging van de ziektewet per 1994. Toen werd de werkgever verantwoordelijk voor zijn, om reden van een ziekte , verzuimende werknemer. De ...werkgever moet het loon van dergelijke werknemers twee jaar lang doorbetalen.
    Omdat de werkgever niet deskundig is en teveel belang heeft bij de uitslag... is hem de bedrijfsarts toegevoegd die moet bepalen of een werknemer inderdaad om reden van een ziekte verzuimt.
    Toendertijd waren bedrijfsartsen zo gewild, dat er premies gesteld zijn op het aanbrengen van artsen die die keuringen willen doen.
    Zo langzamerhand zijn werkgevers gaan snappen hoe ze om moeten gaan met al dan niet om reden van ziekte verzuimende werknemers. Het is hun ervaring dat een bedrijfsarts daarbij niet altijd helpt. Zo zijn ze nogal eens geneigd te soepel een medische reden voor een verzuim vast te stellen. Terwijl, volgens de NVAB, de bedrijfsartsenvereniging, daar meestal, misschien wel in 80%van de verzuimcasus, geen sprake van is!

  • dolf algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, rotterdam

    Een dokter die alleen maar sombert ?

    De ontwikkelingen rond de bedrijfsarts gaan André Weel nauw aan het hart. Blijkt keer op keer. Blog na blog.

    Het vak van de bedrijfsarts 'loslaten' kost hem duidelijk moeite. Daar herken ik me in. Dat geld...t ook voor mij. Maar wij zijn oude leeuwen. En: wat moet je als oude leeuw ? Steeds maar terugkijken naar vroeger ? Vroeger was niet beter, vooral heel anders. Straks lonkt. Nu dus.

    Zijn observatie dat 'praten' hét basisinstrument van de bedrijfsarts is mooi gevonden. Praten- anderen zeggen adviseren of coachen- kan een krachtig 'wapen' zijn, mits juist ingezet. Maar alleen praten is niet afdoend. Het moet ook een oplossing bieden. Een goed werkzaam advies dus. Of zoals MKB directeur het zei: ik wil geen antwoord, maar een oplossing.

    Toch herken ik me (totaal) niet in de geschetste ' natuurlijke-vijanden' beeld van André Weel. Want als je eigen klant je vijand is, loop je natuurlijk vanzelf vast. Wellicht is dat de basis voor het soms oeverloze gepraat onder bedrijfsartsen ?

    Opvallend is dat Weel de overheid als regisseur en spelbepaler gemakshalve (?) geheel buiten beeld houdt. Dat maakt zijn verzuchting/analyse rammelend . Naast de nogal karikatuale - zwart wit - beschrijving van werkgevers en werknemers. Zoals zo vaak. Op de werkvloer loopt het in werkelijkheid zo anders.

    Weel eindig opvallend blijmoedig. Teloorgang lijkt mogelijkheid voor de bedrijfsarts om als gelouterde Phoenix uit zijn eigen as op te staan. Crises als kans. Weel snakt naar het Deense model met de klinische arbeidsgeneeskundige in de rol van Phoenix.

    Weel neemt daarbij en passant wel afscheid van de kern van het bestaan van de huidige bedrijfsarts - namelijk de sociaal medische begeleiding van arbeidsongeschikte medewerkers. Wat loskoppeling van de sociale zekerheid inhoudt.

    Ik weet niet of de NVAB dat kan behappen. Maar daar zullen we verder niets over horen. Die debatteren louter binnenskamers - uit principe heb ik altijd begrepen.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.