Dokter, dáár beneden, u weet wel...

Obsceen taalgebruik of grof taalgebruik is in hier in de Verenigde Arabische Emiraten uit den boze. Krachttermen als het Engelse F-woord, C-woord (voor het vrouwelijk geslacht), A-hole (voor het mannelijk geslacht) moet je en wil je niet gebruiken. Het wordt als zeer plat en onbeschoft gezien en het werkt absoluut tegen je in een discussie als je dergelijke termen zou gebruiken. Je gesprekspartner zal zich distantiëren omdat je verbaal geen controle meer hebt over wat je wilt zeggen.

Ook als dokter naar mijn patiënten geef ik aan dat grof taalgebruik geen plek heeft in mijn praktijk. De lokalen zijn hier voorbeeldig in, een aantal expats een stuk minder. Zelfs bij het beschrijven van mijn vrouwelijke patiënten en hun vaginale problematiek worden woorden gebruikt waarvan je denkt: moet dat nou zo? Gelukkig is het merendeel van de categorie ‘dokter, dáár beneden, u weet wel...’.

Als gynaecoloog heb ik in alle jaren al veel termen voorbij horen komen waarmee mijn patiënten hun vulva beschrijven, sommige grappig, apart maar ook uitermate plat. Het laatste valt me op als ik wat Nederlandse bladen lees; na de vaginadialogen lijkt het alsof er weer een nieuwe hausse is om het veelvuldig over de vulva te hebben, met alle aspecten, looks en in geuren en kleuren. Is dit een trend vanuit een feministisch perspectief of vanuit een zelfbewustwording van het vrouwelijk geslachtsorgaan in al haar functionaliteit, seksualiteit en schoonheid? ‘Schoonheids’idealen op een lager niveau – pardon the pun.

Vanuit mijn eigen praktijk zie ik zeker een toename van patiënten die, vanuit medisch maar ook cosmetisch oogpunt, een vulvacorrectie willen hebben. Het cosmetisch stuk was een aandachtsgebied dat voorheen stukken minder ‘populair’ was en weinig in praktijk werd gebracht. Als gynaecoloog was je met puur medische aspecten bezig en niet of nauwelijks met het cosmetische aspect en/of de psychosociale aspecten van de vorming van de vulva. En daarmee ook het hele aspect van seksuele beleving van de vrouw, en vooral op middelbare leeftijd, na bevallingen, en ouderdom. En niet te vergeten ook de noodzaak en behoefte van reconstructie na gedwongen besnijdenis (zie ook mijn blog ‘Staande ovatie’).

Na een recent fellowship met vooraanstaande cosmetisch gynaecologen ben ik om; er is legio problematiek waarbij cosmetische ingrepen een positieve impact hebben op het welzijn van patiënten. Onlangs ben ik al begonnen met het samenwerken met plastisch chirurgen in ons ziekenhuis, die graag mijn input wilden hebben in verband met de nodige complexiteit van operaties en ingrepen in en rond de vulva. Tevens zien zij soms ook terugkerende complicaties die als eerste op mijn spreekuur gepresenteerd worden. Ondanks een bekend terrein een nieuw aandachtsgebied voor mij; er gaat een wereld voor mij open. En dat is geen platitude.