De wet voltooid leven is onuitvoerbaar
Plaats een reactieDe huisarts had gebeld naar de ggz over een 75-jarige patiënte. Sinds het overlijden van haar man ruim een jaar geleden vroeg ze bij herhaling om een spuitje en had ze al een paar suïcidepogingen gedaan. Zo ook gister door zich in de polsen te snijden.
Hulp van de ggz wilde ze per se niet. ‘Er is maar één ding wat ik wil dokter en dat is bij mijn man zijn.’ Met de huisarts reed ik naar haar huis. Het is al jaren geleden, maar ik zie nog voor me hoe hij door het ruitje van de voordeur keek en zei: ‘Te laat.’ Ze had zich verhangen in het trapgat. Hij had een sleutel en we gingen naar binnen. Hij keek direct met een lampje of ze lichtstijve wijde pupillen had. Ik was onder de indruk van die tegenwoordigheid van geest. In de keuken lag een briefje: ‘Het spijt me, het spijt me. Ik wil niet alleen verder.’
Ik moest eraan denken door Van der Staaij''s brief in The Wall Street Journal. Die brief heeft veel losgemaakt. Voor mij persoonlijk leidde het ertoe dat ik mijn mening over het wetsvoorstel voltooid leven heb aangescherpt en duidelijker heb gekregen waarom ik daar weinig in zie.
Dat wetsvoorstel wil euthanasie mogelijk maken voor mensen die niet langer willen leven zonder dat daarvoor een medische grondslag is. Het ligt er ondanks een afwijzend advies van de commissie-Schnabel. De regering negeerde dat en kondigde aan toch met een wetsvoorstel te willen komen. Vervolgens kwam D66 met een initiatiefwetsvoorstel.
Ik zie daar niks in. Eén van de argumenten van de commissie-Schnabel was dat het vertrouwen in de huidige euthanasiewet niet in de waagschaal moet worden gesteld. Van der Staaijs brief laat zien dat die vrees niet onterecht was. Maar er is een veel zwaarwegender argument. Deze wet en de huidige euthanasiewet kunnen onmogelijk naast elkaar bestaan. Er zouden dan immers twee routes komen naar euthanasie. Een moeilijke met als vereiste ondraaglijk en uitzichtloos lijden met een medische grondslag, vastgesteld door een arts. En een makkelijke met als vereiste dat andere hulp niet gewenst is, vastgesteld door een levenseindebegeleider. Moet ik er nog meer over zeggen?
Nee, hierom en ook om nog wel andere redenen1 leek het me helemaal niks, maar ik zat nog met patiënten die lijden zonder duidelijke ziekte of met een stapeling van ouderdomsgebreken. Moet daarvoor zo’n wet er toch komen?
Dat is nog maar de vraag. De wet toetsings levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) heeft het wel over patiënt, maar niet over ziekte. Een KNMG-rapport spreekt van een medische dimensie. De commissie-Schnabel concludeert dat ondraaglijk en uitzichtloos lijden wat niet in overwegende mate voortvloeit uit een medische grondslag onder de reikwijdte van de Wtl gebracht zou kunnen worden.
Dus voor de patiënten die ondraaglijk en uitzichtloos lijden is zo’n wet niet nodig. Voor wie dan wel?
In Nederland is een eind aan je leven maken niet strafbaar en voorlichting geven over hoe je dat kunt doen ook niet. Er is alle ruimte voor zelfbeschikking. Daar is geen nieuwe wet voor nodig. Toegegeven. Er blijft een drempel om mensen te helpen met doodgaan. Ik vind dat wel goed. Dit wetsvoorstel hinkt enorm op twee gedachten. Enerzijds zelfbeschikking en anderzijds hulp bij zelfdoding.
Het doel van geneeskunde is lijden te verlichten. Iemand helpen een eind aan zijn leven te maken is de meest vergaande ingreep die er bestaat. Om nou juist daarbij een medische grondslag en betrokkenheid van een arts los te laten gaat míj te ver. Voor mensen die niet in aanmerking komen voor hulp blijft de mogelijkheid zich te laten voorlichten en zelf middelen aan te schaffen. Even googelen leert dat dat nu ook weer niet een onneembare drempel is.
Rest de vraag waarom de regering een goed advies waar ze zelf om hebben gevraagd negeert. Als ik mijn vader advies vroeg en daar toch tegenin ging, dan zei hij: ‘Als je het zelf zo goed weet, waarom vraag je het dan? Ik vroeg inderdaad niet om advies, maar om bevestiging. Maar ik was 12. Ik vind dat regeringen geen advies moeten vragen als ze het antwoord zelf al menen te weten.
voetnoot
1. Om een voorbeeld te noemen: zouden er veel apothekers bereid zijn een dodelijke cocktail aan medicijnen mee te geven aan een levenseindebegeleider?
- Er zijn nog geen reacties