De realiteit van het schouwen
3 reactiesVertwijfeld sta ik voor de deur. Zelfs na zes jaar studie voel ik mij niet voorbereid op dit moment. Toch loop ik naar binnen. Een vrouw houdt de hand van haar man vast en is aan het bidden. Ik wil dit moment niet onderbreken en loop zachtjes weer naar buiten. Mijn tred is toch luider dan ik denk, en vragend kijkt de vrouw naar mij om. De tranen staan nog in haar ogen. ‘De dokter?’ vraagt ze. Ik moet even een seconde nadenken – mijn BIG-registratie is nog maar drie weken oud – en knik. Na uitleg begin ik met schouwen. Terwijl ik naar de afwezige cortonen van de patiënt luister, voel ik mijn eigen hart tekeergaan.
Het is mijn eerste zelfstandige dienst als anios op de ic. We hebben in totaal acht patiënten liggen. Ik ken deze patiënt al van de afgelopen dagen. Zijn overlijden was onvermijdelijk – ik zag hem de afgelopen dagen achteruitgaan. Ik troost mijzelf met de gedachte dat het realiseren van een pijnloze dood waar de familie (uiteindelijk) in berust óók mooie zorg is. Toch schuurt dit met de realiteit: het verdriet dat ik bij de nabestaanden zie.
Terwijl ik begin aan de administratie krijg ik ook andere telefoontjes: een patiënt ontwikkelt atriumfibrilleren met een snelle volgfrequentie en er is een patiënt met snel oplopende noradrenalinebehoefte. Ik vul de overlijdenspapieren in en rond de administratie af in het systeem. Als laatste moet ik een order naar het mortuarium sturen. Ik kan kiezen tussen ‘routine’ en ‘CITO’. Ik staar even verbaasd naar het scherm. Hoezo, een overlijden is toch niet routine? Maar ja, ik moet ook door. Braaf volg ik mijn handleiding en klik ik op ‘routine’.
Ondertussen zie ik de andere patiënten. Aan het einde van mijn dienst draag ik over dat patiënt Van den Broek is overleden.* Ik ga naar huis. Mijn leven gaat door – terwijl er vandaag een hart stil is gaan staan, en het leven van de familie ook stilstaat.
De maanden hierna komen er nog meer overlijdens en schouwmomenten. Het voelt minder onwennig dan de eerste keer. Maar het contrast tussen de familie wier leven stilstaat en ik – slechts een bezoeker in een voor hen verdrietig hoofdstuk van hun leven – blijft raar. Ik, die het schouwen tussen allerlei andere taken door doet – één dag schouw ik zelfs twee keer in twintig minuten. Ondanks dat ik dit niet wil, wordt het schouwen ook een onderdeel van het ‘takenlijstje’ in drukke diensten. Diensten waarin we met zijn allen, ondanks het besef dat er iemand overlijdt, gefascineerd naar de monitor kijken waar een dying heart-fenomeen te zien is bij de patiënt.
Leven en dood zijn met elkaar verweven op de ic. Mijn werk gaat ook door na een overlijden, en ik neem het niet mee naar huis – anders wordt het werken op de ic erg lastig. Goede zorg rondom het sterven is óók mooie en bevredigende zorg. En toch, af en toe realiseer ik mij pas wat ik allemaal doe in mijn werk als ik het bespreek met mensen die niet in de zorg werken. Een overlijden blijft iets bijzonders.
*Uiteraard een gefingeerde naam.
M.D. Oosterhoff
Psychiater, Thesinge
Ook mijn dank voor het delen van deze ervaring.
Ik herinner me , na 45jaar, nog altijd dat ik als co-assistent aanwezig was bij een langdurige poging tot reanimatie, die uiteindelijk mislukte. De ambulancebroeder zei toen: Nou dat was het einde van ...meneer ..... ( ik weet de naam nog!). Buiten zat de familie in de wachtkamer in angstige afwachting.
Het maakte diepe indruk op me
P.G.E. van Eijsden
huisarts, Ede
Beste Yfke,
Dank je wel voor je mooie beschrijving. Vergeet alsjeblieft die eerste keer niet. Mijn eerste schouw was in de ouderenpsychiatrie, waar ik juist geraakt werd door de lege kamer met de overledene. Er was niemand om te huilen over deze man.... Ik werd geraakt door de zwaarte van de administratieve punt die ik in mijn onervaren eentje achter een mensenleven zette. Maar de psychiater gaf me te verstaan, dat ik beter een ander vak kon zoeken als ik hier al niet tegen kon. Als het schouwen na vijfentwintig jaar dokteren al te routineus wordt, denk ik terug aan die eerste keer, toen de dood nog overweldigend was. Die keer was ik meer mens.
B.H. Kooistra
Specialist ouderengeneeskunde , Almere
Beste Yfke,
Dank voor je mooie beschrijving en bespiegeling. Mijn eerste baan was op de CCU en vele details van de eerste sterfgevallen zijn me altijd bijgebleven, ook na vervolgens 34 jaar verpleeghuiswerk waarvan ik de overlijdens niet kan telle...n. De routine komt erbij, en dat is goed, maar het gevoel hoe bijzonder het is om deelgenoot te zijn als het leven van de ander stilstaat is onverminderd aanwezig. Mooi vak!