Blogs & columns
André Weel
André Weel
3 minuten leestijd
Blog

De pijnappelklier

1 reactie

Ontspannen zit hij tegenover me. Meneer Bonifaas, 62 jaar, operator papierfabriek. Ontspannen en opgewekt. En uitgerust. Want het gaat een stuk beter met hem. ‘Ik weet nu waar het aan ligt, dokter. Mijn pijnappelklier. En ik weet wat ik daaraan moet doen!’

Na vele jaren in vijfploegendienst te hebben gewerkt, stapte Bonifaas vorig jaar over naar een functie in dagdienst. De nachtdiensten begonnen hem steeds meer op te breken. Hij had dagen nodig om te herstellen van de drie opeenvolgende nachtdiensten. Bijna zijn hele roostervrije periode. En als hij dan weer een beetje mens was, moest hij weer aan de bak. Om te beginnen in de vroege dienst, want zijn bedrijf hanteerde een voorwaartse rotatie. Dat past het beste bij het circadiane ritme van de mens dat eveneens neigt naar een ‘voorwaartse’ verlenging van het etmaal tot 25 uur.

Eenmaal bevrijd van de nachtarbeid viel het tegen. Bonifaas lag nachten wakker. Aan het begin van de nacht sliep hij één of twee uur, maar daarna vatte hij de slaap niet meer. Hij voelde zich de hele dag moe. Hij raakte in de put. Met een slaaptabletje ging het niet beter. Hij sliep daar drie uur op, dat wel, maar hij voelde zich overdag nog futlozer. En zijn stemming leed eronder.

Hij ging zoeken op internet. En hij vond de oorzaak van zijn probleem. De pijnappelklier. Een minuscuul orgaantje, zo groot als een erwt, dat het dag-en-nachtritme van de mens regelt. Dat reageert op licht. En dit orgaantje werkte bij Bonifaas niet meer door zijn jarenlange nachtarbeid. Het was uitgeput, versleten.

Bonifaas vond op internet ook de oplossing van zijn probleem. Substitutie! Hij moest de stoffen gaan slikken die de pijnappelklier niet meer bij hem maakte: melatonine en serotonine. Dat deed hij door een uur voor het slapen gaan een combipreparaat in te nemen met melatonine en tryptofaan. Het essentiële aminozuur tryptofaan is in ons lichaam grondstof voor zowel melatonine als serotonine. Deze beide stofjes hebben een belangrijke regulerende werking. Het hormoon melatonine regelt onze slaap. De neurotransmitter serotonine regelt onze stemming. Bonifaas haalt zijn melatonine-tryptofaancombi gewoon bij het Kruidvat. Daar heeft-ie mijn recept niet voor nodig. ‘Het werkt fantastisch, dokter! Ik heb ook de Latijnse termen voor pijnappelklier voor u. Ik vond er twee: epiphysis cerebri, glandula pinealis. In het Grieks heet-ie κωνάριον. Moet u toch wel weten. Doe er uw voordeel mee, vooral bij mijn collega’s van de papierfabriek met wie ik in de nachtdienst heb gezeten!’

De pijnappelklier. Daar was iets mee, maar wat? Waar zit-ie ook al weer? Tegen het dak van het diëncefalon, de tussenhersenen, boven de derde hersenventrikel. Hij produceert serotonine en melatonine. Het is een lichtgevoelig orgaan. Embryologisch beschouwd is het een derde oog. Net als een gewoon oog is hij vroeg in de menselijke ontologie ontstaan als een uitstulping van de neurale buis. Alleen heeft hij zich niet tot een oog ontwikkeld, maar tot een soort thermostaat. De pijnappelklier is onze biologische klok. Hij bepaalt ons dag-en-nachtritme. Dit ritme wordt door uitwendige factoren (daglicht, geestelijke activiteit, voedselopname) steeds ‘bijgesteld’. Bij verandering van tijdzone, bij ’s nachts doorzakken of bij slaapdeprivatie door arbeid raakt de biologische klok van slag. Die moet dan omschakelen. Iemand in een vijfploegendienstsysteem moet elke drie dagen omschakelen naar een ander circadiaan ritme, met een time lag van 8 uur. Hij moet zijn thermostaat elke drie dagen drastisch omprogrammeren.

Dat is niet het hele verhaal. De Franse filosoof René Descartes (1596-1650) was geobsedeerd door de pijnappelklier. Hij beschreef deze als ‘een bepaalde zeer kleine, in het midden van de hersenen gelegen klier’ waarmee de ziel ten nauwste verbonden is. Volgens Descartes zou de pijnappelklier de bewegingen van de etherische esprits animaux in de hersenholten reguleren. Dat klinkt zweverig. Maar dat is het niet. Descartes, vader van het dualisme, de scheiding van psyche en soma, komt tot zijn overtuiging langs de weg van de methodische twijfel. Met stelligheid verheft hij de pijnappelklier tot zetel van de ziel. Als het slecht gaat met de pijnappelklier, gaat het slecht met de mens. Dat leert ons de casus van meneer Bonifaas. Wij zijn onze pijnappelklier.

  • André Weel

    André Weel is bedrijfsarts-niet-praktiserend en epidemioloog; werkzaam als curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk.'  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.