Blogs & columns
Jan Keppel Hesselink
Jan Keppel Hesselink
3 minuten leestijd
Blog

Cyberchondria is overal

Plaats een reactie

In een e-mail die vandaag binnenkomt, schrijft een patiënte of ik wat voor haar kan doen want ze heeft al lang last van hoofdpijn en een stijve nek. Ik leg uit dat we ons toegelegd hebben op de behandeling van neuropathische pijnen en dat hoofdpijn en een stijve nek daar niet onder vallen. Binnen 5 minuten ontvang ik een nieuwe e-mail, waarbij ze aangeeft dat het vast gaat om een zenuwbeknelling als gevolg van ‘thoraric outlet syndroom’. En of ze nu wel mag komen. Zo leer je weer iets van je patiënten. Dat ze regelmatig en steeds frequenter lijden aan cyberchondria.

Cyberchondria bestaat dus echt. De definitie: het gaat om een frequente en niet adequate zoektocht naar informatie op het internet over gezondheid of ziekte die gepaard gaat met toegenomen stress en angst, die niet verdwijnen ondanks dat het zoekgedrag een negatieve invloed heeft op het alledaagse functioneren. Dit gedrag verstoort bovendien de normale relatie met behandelend artsen.

De term verwijst dus naar patiënten die zich bezighouden met dwangmatig online zoeken. Door het ontbreken van voldoende inzicht, leidt dat zoeken (en van alles vinden) uiteraard tot veel angst, stress of depressie. Bovendien bestaat het gevaar dat ze zelf een diagnose stellen van een lastig te behandelen of zelfs ernstig ziektebeeld. Zoals onze patiënte die meent een zenuwbeklemming te hebben in het kader van een thoracic outlet syndroom (TOS).

Mensen met cyberchondria surfen frequent en veel op medische websites, onlinefora of bij patiëntengroeperingen op Facebook of andere social media. Ze zoeken meestal net zo lang tot ze gevangen worden door worstcasescenario’s. Natuurlijk wordt veel informatie verkeerd begrepen en dat leidt dan vaak tot volledig foute conclusies. Uiteraard gaat dat hand in hand met meer doktersbezoeken, meer aanvullend onderzoek en dus meer kosten voor de gezondheidszorg. Het kan gezien worden als een soort obsessief-compulsief gedrag, gepaard met dwanghandelen (surfen). Met de komst van de nieuwe chatrobots wordt het er ook niet makkelijker op. Want die robots versterken leken nog eens extra in hun waanbeelden. Als ik een van de chatrobots vraag iets te zeggen over hoofdpijn en een stijve nek bij het TOS zegt de robot: ‘Hoofdpijn kan ook indirect verband houden met TOS. De spanning en spieronevenwichtigheden geassocieerd met TOS kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van spanningshoofdpijn.’

Deze maand schreef een hoogleraar psychiatrie uit Sidney, Vladan Starcevic, een artikel met als titel: ‘Dr. Google onder controle houden: hoe cyberchondria te voorkomen en te beheersen.’ Zijn tips: 1. Een preventieprogramma kan de overspannen verwachtingen van de ‘cyberchonder’ van wat het internet op dit gebied presteert, beperken. 2. Je kunt wijzen op de negatieve effecten van informatie-overload tijdens surfen. 3. Manage de onzekerheid: te veel informatie leidt tot onzekerheid en daardoor meer en verder zoeken in de hoop het uiteindelijke antwoord te vinden. 4. De zoeker zou moeten kunnen onderscheiden welke informatie betrouwbaar is en welk niet.

Tot zover de aanbevelingen van deze hooggeleerde. Wat kunnen we met deze inzichten?

We zullen in onze dagelijkse praktijk meer en meer met cyberchonders te maken gaan krijgen. Het uitvragen van surfgedrag en wijzen op de valkuilen van zoeken op het net kan zinvol zijn. Ik zou persoonlijk op basis van de vier aanbevelingen in simpele taal aangeven dat er inmiddels zo veel informatie op het net is over welk ziektebeeld dan ook, dat het voorstelbaar is dat je door de bomen het bos niet meer ziet. En dat je dan geneigd bent om meer en verder te surfen om zekerheid te vinden. Maar dat je die zekerheid nooit zult vinden en door al die info alleen maar ongelukkiger wordt. En dat je dan meer gaat surfen. En dat voor je het weet je verslaafd raakt aan het surfen en dan heb je er een probleem bij in plaats van een probleem minder.

  • Jan Keppel Hesselink

    Jan Keppel Hesselink is arts niet-praktiserend, farmacoloog en medisch bioloog. Hij adviseert op het gebied van research en ontwikkeling van geneesmiddelen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.