Blogs & columns
Anita Kaemingk
Anita Kaemingk
3 minuten leestijd
Blog

‘Blijf lief voor een ziek mens’

Plaats een reactie

‘Ouderen vechten vaak de vorige oorlog’ schrijft Bert Keizer in zijn allerlaatste column voor Medisch Contact. In mijn ogen is hij hiermee te bescheiden, want in al zijn verhalen, ook voor Trouw, was zijn rode draad: ‘bij alle biochemie, blijf lief voor een ziek mens’. Hoewel er in deze woorden een frutseltje paternalisme doorklinkt (wellicht passend bij zijn 72,9 jaar), heb ik begrepen dat we deze tender-loving-care-wens ook kunnen opvatten als de vraag: ‘Waarmee is de patiënt het beste geholpen?’ Ook buiten de ouderenzorg en terminale zorg. Ik zou zeggen: juist ook daarbuiten. Als dit de ‘oorlog' van Keizer is, dan is deze nog nooit zo relevant geweest.

De vraag roept eigenlijk: zou de dokter alsjeblieft even zijn hoofd uit de biochemische tunnel willen halen om met volle, brede aandacht te kijken naar het lijdende individu tegenover hem? Gelukkig voor de zieke mens doen steeds meer dokters dat. En dat is belangrijk, want achter oude stellingen leeft soms nog de romantische illusie dat geneeskunde draait om genezen. Terwijl voor het overgrote deel van de patiënten af en toe een dag met minder klachten echt het hoogst haalbare is. Als er al sprake is van kans op genezen, zoals in de oncologie, dan is de gevolgschade vaak groot en levenslang. Lief zijn voor de zieke mens betekent vooral breed kijken en ‘biochemie’ inbedden in een groter pakket (zie bijvoorbeeld Nationaal Actieplan Kanker & Leven).

De hedendaagse zieke mens stapelt klachten. En pillen. En bijwerkingen. Polyfarmacie is de gesublimeerde kastijding van het 21ste-eeuwse lichaam. Naast grote porties liefdevolle aandacht bestaat in mijn ogen het ultieme lief zijn voor de zieke mens vooral uit zorgen dat deze mens minder stapelt. En anders, bij al dat gestapel, zich een pietsje minder slecht voelt. Dit kan, nee móet in elke spreekkamer, aan elk bed een normale gang van zaken zijn. Elke dokter kan zijn patiënt ondersteunen op veerkracht en leefstijl zonder meteen het digitale receptenblokje te pakken. En ja, dat vergt aanvullende kennis en vaardigheden zoals Monique Tello in Harvard Health uitlegt, maar de beloning is groot. Voor beide partijen. Ik kan er over meepraten.

De grootste slag kunnen dokters evenwel slaan door op contextniveau actie te voeren, want de stapelaar is een omgevingsprobleem. De snelheid waarmee mooie initiatieven ontstaan, volgt een welhaast exponentiële curve. En bij elk verhaal ga ik meer glanzen. Neem de Gezonde Basisschool van de Toekomst. Jonge kinderen worden hier gezonder, blijer, slimmer én leren gezondheidsvaardigheden. Met als bonus dat hun ouders ervan mee profiteren. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving kijkt op zijn breedst naar ‘the causes of the causes’ van de groeiende ongelijkheid in gezondheid. Zoals in het verleden reusachtige stappen werden gezet in gezondheidswinst met riolering, sociale wetgeving en onderwijs, zoekt de Raad nu de radicale doorbraak om de ongelijkheid te verkleinen. Iedereen mag meedenken.

En dan zijn er de voortrekkers van leefstijlgeneeskunde. Ondanks alle hoon en beschimpingen aan hun adres, zal hun werk de komende decennia met orkaankracht over het zorglandschap razen. Zelfs de tegenstanders vinden leefstijl ondertussen een no-brainer (‘natuurlijk heeft het invloed, dat weten we al heel lang’). Vanaf afbrokkelende kantelen schreeuwen schorre kelen nog een laatste keer: ’Bewijs, bewijs, waar is het bewijs?’ Maar zoals met alles in de wetenschap: bewijs komt met aandacht, tijd en geld. Zelfs met het piepkleine onderzoeksbudget dat tot nu toe aan deze jongste tak is besteed, is de beweging niet meer te stuiten. De meerwaarde voor patiënten is simpelweg te groot (zie bijvoorbeeld World Psychiatry).

Sir William Osler zei: ‘A good physician treats the disease, a great physician treats the patient who has the disease’. Ik zou eraan willen toevoegen: ‘The best physician supports the patient and their surroundings. With tender loving care.’

Bert Keizer, bedankt voor je jarenlange overpeinzingen.

lees meer van Anita Kaemingk
  • Anita Kaemingk

    Anita Kaemingk is onder meer neuropsycholoog en docent consultatie aan de geneeskundefaculteit in Maastricht. Ze heeft het lynchsyndroom en werd in 2013 ziek (vergevorderd stadium van kanker). In het boekje Over Leven, bespiegelingen van een kankerpatiënt (Het AchterBoek) heeft ze 25 columns over haar ziekte gebundeld.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.