Blogs & columns
Mark van Houdenhoven
Mark van Houdenhoven
3 minuten leestijd
Blog

Beleggen en inkopen

3 reacties
Deze blog verscheen voor het eerst op 22 februari 2018

Gezamenlijk inkopen van dure geneesmiddelen. Daar zijn de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Federatie Universitaire Centra (NFU) in samenspraak met de wetenschappelijke beroepsverenigingen en patiëntenorganisaties afgelopen jaar mee begonnen. Een pilot waarbij de krachten van de veldpartijen gebundeld worden om de kosten van geneesmiddelen te beteugelen. Terecht.

Het gaat om een landelijke pilot: geneesmiddelen voor behandeling in de tweede lijn van patiënten met de verschrikkelijke ziekte Philadelphiachromosoom-positieve chronische myeloïde leukemie (Ph+ CML) worden gezamenlijk ingekocht. Gelukkig bestaan hiervoor werkzame geneesmiddelen – al zijn die best duur. Weinig mensen hebben deze ziekte: in totaal gebruiken ongeveer 1050 patiënten de benodigde geneesmiddelen, in 2018 komen daar 150 nieuwe patiënten bij.

Ik vind het gezamenlijke initiatief van NVZ, ZN en NFU een goede stap. Toch licht ik er graag één bijzonder aspect uit. Te weten de dubbele rol van zorgverzekeraars. Zij zijn namelijk zowel de betaler van deze dure geneesmiddelen als ook aandeelhouder/belegger in diezelfde farmaceutische industrie. De geneesmiddelen voor Ph+ CML vallen in een markt die we kunnen beschrijven als een oligopolie. Een markt met slechts enkele grote aanbieders. Eerst een beschrijving.

Welke geneesmiddelen betreft het? Middelen met onnavolgbare merknamen als Tasigna, Sprycel en Bosulif. Ze worden respectievelijk gemaakt door Novartis, Bristol Meyers Squibb en Pfizer. De namen van de werkzame stoffen zijn nog fantasierijker: respectievelijk Nilotinib, Dasatinib en Bosutinib.

Bovenstaande Ph+ CML-geneesmiddelen zitten in hetzelfde therapeutische cluster. Hiervan wordt gezegd dat het op grond van effect en bijwerkingen bij een groot deel van de patiënten niet uitmaakt voor welk middel gekozen wordt. Omdat direct vergelijkend onderzoek ontbreekt, kan deze gelijkwaardigheid echter niet voor 100 procent aangetoond worden. Zonder flankerend (landelijk of lokaal) beleid, zijn medisch specialisten, inkopers en bestuurders overgeleverd aan de marketingmachines van de farmaceutische industrie. Het effect is voorspelbaar. Een ondoorzichtige markt waarin niet de klant – uiteindelijk de samenleving – het voor het zeggen heeft, maar de fabrikanten.

De omzet van deze geneesmiddelen wereldwijd is in 2016 astronomisch. De omzet van Tasigna is ongeveer 1,7 miljard dollar, Sprycel circa 1,8 miljard dollar. De omzet voor Bosulif is in 2016 zo’n 180 miljoen dollar. Dit is een inschatting van de omzet van Bosulif door de analisten firma Jefferies. In totaal ongeveer 3,68 miljard dollar. De totale nettowinsten van deze leveranciers Novartis, BMS en Pfizer zijn respectievelijk 6,7 miljard dollar (13,83%), 4,5 miljard dollar (25,17%), 7,2 miljard dollar (13,65%). Hun totale marketingkosten zijn respectievelijk 12,0 miljard dollar (24,72%), 4,9 miljard dollar (25,28%) en 14,8 miljard dollar (28,1%).

Hoe je het ook wendt of keert: deze cijfers hebben alles te maken met de mondiale oligopolistische marktmacht van de farmaceutische industrie. Het gaat om wereldwijd opererende bedrijven met feitelijk zeer kleine lokale klanten. Klanten die door hun geringe inkoopvolume en vaak gebrekkige inkoopkennis niet beschikken over de benodigde inkoopkracht. En bovendien willen de medisch specialisten in het ziekenhuis soms iets anders dan de bestuurders.

Toch zijn er mogelijkheden. Landelijke inkoopvolumes kunnen worden gebundeld. Dat gebeurt nu in deze pilot in Nederland. Ik vrees echter dat het volume van de Nederlandse markt te klein is. Maar wie weet kan juist de samenwerking tussen partijen de inkoopkracht versterken. Daarom pleit ik bij de inkoop van dit soort medicijnen daarnaast ook voor meer samenwerking op Europees niveau.

Bovendien wijs ik met klem op de route van de beleggers. Juist pensioenfondsen beleggen ook in Novartis, BMS en Pfizer. Opvallend is dat ook het pensioenfonds Zorg en Welzijn goed vertegenwoordigd is in de farmaceutische industrie. Dit fonds is sterk genoeg om eindelijk meer transparantie en verantwoordelijkheidsgevoel af te dwingen bij de leveranciers. Op die manier kunnen de onmaatschappelijk hoge kosten van geneesmiddelen omlaag. Dat lijkt mij uiteindelijk eveneens in het belang van deze beleggers.      

Opvallender nog, ook Nederlandse zorgverzekeraars beleggen in de farmaceutische industrie. De aandelenportefeuille van Menzis van 31 maart 2017 is publiekelijk zichtbaar. Petje af voor deze terechte transparantie.

Uiteraard roept een en ander de vraag op naar de rol van de zorgverzekeraar. In deze pilot meedoen en gezamenlijk inkopen opdat de kosten van geneesmiddelen worden beteugeld, is prima. Maar tegelijkertijd aandeelhouder zijn van Novartis en BMS die er alles aan doen om de aandeelhouderswaarde te vermeerderen door de winsten almaar te laten stijgen, dat gaat mij te ver. Bent u ook zo benieuwd naar de uitleg van dit schijnbaar schizofrene beleid?

Jaarverslagen

De jaarverslagen waarnaar wordt verwezen, vindt u hier:

zorgverzekeraars NVZ
  • Mark van Houdenhoven

    Mark van Houdenhoven is voorzitter van de raad van bestuur van Careyn en bijzonder hoogleraar economische bedrijfsvoering in de gezondheidszorg aan de Faculteit der Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Wim van der Pol

    Apotheker niet praktiserend, Delft

    Hoe ingewikkeld kun je het maken ! Ons neo-liberale beleid heeft gekozen voor marktwerking ook in de zorg. Hoe duurder die wordt hoe groter de concurrentie, hoe meer keuzes. Dat bevordert de inkoop- en onderhandelingskracht en zal de prijzen drukken.... Maar het goedkoopste is natuurlijk het meest gerichte gebruik van een duur middel. Qua therapie, zoals indicatie, dosering en behandelduur. Daarom dienen de behandelresultaten gebundeld te worden, en ligt het zwaartepunt bij de behandelaren zelf. Deze laatsten dienen geen relatie te onderhouden met de fabrikant en zelf voor uitwisseling van data zorg te dragen. Het staken van een weinig effectieve therapie op een zo vroeg mogelijk moment zal een middel minder duur maken. Dat is therapiemacht en beter te verdragen dan marktmacht.

  • Marjolein

    Student-af, Groningen

    Bedankt voor je analyse Mark. Ik pleit met je mee voor inkopen op Europees nivo. Het ''schizofrene'' beleid kan ook worden gezien als pragmatisch. Maar ik ben ook ben ook benieuwd naar de uitleg hoor ;)

  • Anton Maes

    huisarts, Dieren

    Dank Mark. Weer een tipje van de sluier opgelicht van het grote geld achter, en dus in, de zorg.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.