Blogs & columns
Imme Bergman
Imme Bergman
2 minuten leestijd
Blog

Baas boven baas op de nakomelingenrots

Plaats een reactie

Meneer Hassani is met zijn 76 jaar de vleesgeworden Marokkaanse pater familias. Bij feestelijkheden zit hij aan het hoofd van een heel lange tafel, zo stel ik me voor. Als hij komt, begroet ik hem met alle egards die horen bij zijn positie en hij begroet mij met het respect dat mij kennelijk toekomt, want in zijn ogen ben ik ‘Zijn Dokter’.

Zelfs de mening van specialisten, hoe waardevol ook, krijgt pas het ultieme gezag als ik mijn goedkeuring eraan geef. Ik vraag me weleens af waar ik deze eer aan te danken heb. Ooit heb ik zijn dochter, die ernstig ziek was, in het ziekenhuis bezocht. Ik kan me nog de stomverbaasde blikken van de familie en van de dochter herinneren. Dat ik de moeite nam haar te bezoeken, terwijl ik het zo ontzettend ongelofelijk druk had, ze hadden er geen woorden voor. Ik schaamde me, zoveel stelde het nou ook weer niet voor, maar kennelijk waren toen de kaarten geschud. Hoe dan ook, hij en ik zijn hoog op de nakomelingenrots beland. Wijze mannen, die vriendschappelijk met elkaar omgaan en glimlachend praten over onze kinderen, die hun eigen weg moeten gaan, hun eigen fouten moeten maken, omdat ze nou eenmaal niet luisteren naar onze adviezen, zoals wij dat vroeger ook niet deden.

Nou is het op genoemde rots ook zo dat hoe hoger je komt, de rots steeds smaller wordt en er op een gegeven moment nog maar ruimte is voor één. Twee jaar geleden werd mijn kleinzoon geboren, een prachtig licht in mijn leven. Toen ik nog uitgebreid zat na te gloeien, kwam meneer Hassani op het spreekuur met een onschuldige klacht. Achteraf gezien denk ik dat hij daar helemaal niet voor kwam. Toen ik met veel moeite het huidplekje had gevonden waar hij voor kwam en daar een creatieve diagnose op had geplakt, keek hij mij vriendelijk aan en zei: ‘Ik hoor dat jij een kleinzoon hebt gekregen.’ ‘Ja, dat klopt’, zei ik trots. Hij bleef mij aankijken en keek de vraag uit mijn mond waar hij eigenlijk voor kwam: ‘Hoeveel hebt u er?’ Op dat moment ging hij op mijn schouders staan en nam zijn positie in op de top van rots: ‘Zeventien.’ Tevreden stond hij op. Hij zag in mijn ontredderde ogen dat ik met twee kinderen, die allebei een heel druk leven hebben, deze achterstand nooit dicht ging rijden.

Van de week was hij er weer, met alle warme plichtplegingen over en weer. Ook deze keer was de klacht zo onbenullig dat ik vergeten ben waar het over ging. Ik dacht iets van de achterstand ingelopen te hebben met een nieuwe blozende kleinzoon. Hij feliciteerde me omstandig: ‘Is zo mooi, kleinkinderen.’ Met de deurklink in de hand zei hij: ‘Ik heb er nu drieëntwintig.’ En om zijn definitieve demarrage te plaatsen en voor eeuwig bij mij weg te rijden: ‘Er zijn er ook nog drie onderweg.’ Ik voelde me een beetje als Joop Zoetemelk, die nu eenmaal altijd tweede werd, omdat Eddy Merckx ‘hors catégorie’ was.

Meer van Imme Bergman

  • Imme Bergman

    Hoewel ik in het echt anders heet ben ik het wel, bijna 35 jaar huisarts. In mijn innerlijke wachtkamer zitten veel patiënten, mensen met wie ik ontroerende tot hilarische dingen heb meegemaakt. Ze hebben op deze blog gewacht. Ik heb veel van hen geleerd en ze hebben mijn leven verrijkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.