Blogs & columns
Blog

Amsterdammertje

1 reactie

Hij zit op de bank, in een kleine seniorenwoning met een Amsterdams parkeerpaaltje in de voortuin. Met de nodige moeite had hij zojuist voor mij de deur opengedaan. In joggingbroek en op blote voeten. Altijd op blote voeten. Langzaam schuifelend en puffend was hij voor me uit gegaan en nu zat hij op de bank nog na te hijgen. ‘Ik ben blij dat je er bent’, zegt hij. ‘Ik heb je lang niet gezien.’

Ik voel me een beetje schuldig, ik weet dat hij het fijn vindt als ik langskom, maar helaas heb ik niet zomaar tijd om langs te gaan alleen omdat iemand dat fijn vindt. Maar ik weet ook dat hij voor de rest eigenlijk niet buiten komt. En dat er ook bijna nooit iemand op bezoek komt.

Na het overlijden van zijn vouw lijkt het alsof het niet meer de moeite waard is, het leven. En in het begin lijkt dat dan ook logisch. Het past in het rouwproces en iedereen doet dat op zijn of haar eigen manier. Wie ben ik, om daar iets van te vinden? Maar wanneer wordt rouw problematisch? Na een half jaar? Een jaar? Anderhalf?

Bij deze lieve man is het ondertussen drie jaar geleden. En hij heeft nog steeds niks opgepakt. Mijn praktijkondersteuner is langs geweest, de maatschappelijk werkster, uiteindelijk heb ik zelfs een geestelijk verzorger langs gestuurd, maar het heeft niks veranderd. Het leven werd immers niet veranderd. Het leven zonder zijn vrouw.

Nu had hij ook een heel leuke vrouw. Ze kwam uit Amsterdam en had ‘t hart op de tong. Lekkere felle kleren, haar leuk geverfd, vlotte babbel en ze wist wat ze wilde. Een eerdere periode van verwardheid en wat leek beginnende dementie, was ze toch weer te boven gekomen en ze waren zo blij samen. Hecht. Deden alles samen. Hadden elkaar ook pas op latere leeftijd leren kennen. Op een leeftijd dat je soms denkt dat de liefde niet meer gaat komen, dat je alle liefde in je leven al gehad hebt. En dan toch kan het er ineens zijn. Zo’n liefde.

Maar ineens was daar een einde aan gekomen. Ze was onwel geworden, hij had 112 gebeld, en ze was gereanimeerd. Het had er vreselijk uitgezien, en ze had het niet gered. Ontroostbaar was hij. En hij was op de bank gaan zitten. En er niet meer afgekomen.

Nu, drie jaar later, was hij ook lichamelijk erg achteruitgegaan. Hij kon bijna niet meer opstaan of uit bed komen. En waar ik al een tijdje bang voor was, vroeg hij me toch: ‘Denk je dat ik in aanmerking zou komen voor euthanasie?’

lees meer van marieke dijkzeul
  • Marieke Dijkzeul

    Marieke Dijkzeul is huisarts in Apeldoorn en rondde een opleiding tot kaderarts palliatieve zorg af. Zij heeft drie kinderen in de tienerleeftijd.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Jedidja Fortuijn

    Psychiater , Haarlem

    Beste Marieke,

    Met plezier lees ik je blogs, want ze zijn zo mooi menselijks. Dankjewel. Inhoudelijk wil ik over deze situatie wel iets zeggen, er is namelijk uitgebreid onderzocht wanneer de intensiteit van de rouw voor de meeste mensen dragelijk... wordt: na zo'n 6-8 maanden hebben de meesten het verlies en de pijn van het gemis wel weten te integreren. Het lijden van de mensen bij wie het langer duurt, is vaak groot: de realiteit van het verlies wil maar niet doordringen, dus steeds komt de klap opnieuw dat hun geliefde er niet meer is. Het leven staat dan stil, in het gestolde moment van dat de naaste er nog was, terwijl het tegelijk doorloopt. En in het niemandsland tussen deze twee tijdlijnen, verdwijnt elk perspectief.
    Sommigen zijn ook bang gek te worden van de pijn en doen er alles aan om die te vermijden: vaak door zaken, plaatsen en mensen uit de weg te gaan die herinneren aan de overledene, soms door zich juist obsessief te wijden aan het verzorgen van het graf of uren achtereen in fotoboeken te kijken. Al deze reacties komen voor bij rouwenden, maar als de reacties persisteren, zou je dat kunnen classificeren als een persisteren complexe rouwstoornis, met het oog op het vinden van een passende behandeling. En die bestaat. (Het verbaast vast niet dat ik je daar meer info over kan geven, maar deze reactie is niet bedoeld als reclameboodschap voor mijn eigen organisatie). Ook mensen die zo gehecht zijn geweest aan hun vrouw als deze weduwnaar, hervinden soms een weg uit dat niemandsland, leren te leven met het blijvende gemis en blijken in staat de relatie met de overledene vorm te geven door een nieuw levensdoel te vinden. Hoe langer het duurt, hoe slechter de prognose, vanwege het sociale terugtrekken, dus tijdig verwijzen zou kunnen helpen. Mogelijk is dat voor deze man niet meer haalbaar gezien de lichamelijke problematiek. Wellicht voor een volgende patiënt wel. En verder: blijf maar bij hem langs gaan, hij boft met je.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.