Blogs & columns
Cato Vrouwenraets
Cato Vrouwenraets
2 minuten leestijd
Blog

Freek Vonk in de spreekkamer

2 reacties

Een van mijn laatste consulten is een nieuwe cliënt. Een beetje nors komt hij mijn spreekkamer binnengestapt. Hij is groot, niet alleen in lengte, maar ook in breedte. Hij bezoekt duidelijk de sportschool met enige regelmaat. Zijn polo lijkt bijna te strak om zijn armen en bovenlijf te zitten.

Hij heeft opvallende tatoeages op zijn armen en vingers. Hij geeft mij een zeer stevige handdruk en bromt zijn naam. Met enige moeite gaat hij op de stoel zitten die voor mij staat en met een zucht kijkt hij mij aan. Ik vraag hem of hij weet waarom hij hier is. Hij bromt iets over ‘ziek’ en ‘moest maar naar die dokter gaan’. Kort leg ik hem uit wat de bedoeling is van dit consult en probeer ik het ijs wat te breken. Geen succes, hij blijft duidelijk vol weerstand tegenover mij zitten. Ik besluit om maar over te stappen op de reden waarom hij hier is en vraag hem wat er is gebeurd. Hij blijkt ongelukkig gevallen te zijn na een avond in de kroeg met vrienden. Op de SEH is vastgesteld dat de fysieke schade vooral bestaat uit gekneusde ribben.

Hij heeft zich ziekgemeld, want het zware werk in de fabriek lukt hem op dit moment niet. Hij hangt wat scheef in zijn stoel en elke verandering van houding doet hem zichtbaar pijn. Op zijn werk moet hij grote zakken grondstoffen tillen, deze zakken overladen in machines en vervolgens de eindproducten naar een andere afdeling brengen. Hierdoor moet hij veel tillen, bukken en torderen. Samen komen we al snel tot de conclusie dat hij zijn eigen werk nu even niet kan uitvoeren. Terwijl we verder praten bedenk ik dat ik zelf ook wel een polo aan had willen hebben. Voor oktober is het verrassend warm. Al pratend stroop ik de mouwen van mijn blouse op en zie tot mijn verbazing een grijns ontstaan aan de andere kant van de tafel. Vragend kijk ik hem aan. Hij wijst. Naar mijn arm.

Op mijn arm zit een blauwgroen ding. Een oceaanplaatje van Albert Heijn in de vorm van een bobbelige, kwabbige zeeslak. Van mijn driejarige zoon mocht ik ook één tatoeage. Ik mocht geen vrolijke clownsvis, geen dolfijn, maar de zeeslak was voor mama. Het dier versiert nu mijn onderarm. Ik grinnik. Mijn zeeslak tegenover zijn tatoeages. Een onooglijk zeedier als ijsbreker… Freek Vonk zal er blij mee zijn.

We sluiten af, ik krijg nogmaals een stevig hand. ‘Eigenlijk ben je best oké’ bromt hij en stapt naar buiten. Bedankt Freek.

Lees ook

  • Cato Vrouwenraets

    Cato Vrouwenraets was arts voortplantingsgeneeskunde en is overgestapt naar de bedrijfsgeneeskunde. Zij werkt nu als aios bij HumanCapitalCare.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.