Zwanger worden na hormoonreceptorpositieve borstkanker

Vrouwen kunnen endocriene therapie na hormoonreceptorpositieve borstkanker in een vroeg stadium veilig onderbreken om zo zwanger te kunnen worden. Dat blijkt uit een studie door A.H. Partridge e.a. die is gepubliceerd in NEJM. Tot nu toe ontbraken prospectieve gegevens over het risico op recidief bij deze patiëntengroep, ofschoon de uitkomsten van retrospectieve studies in dat opzicht geruststellend waren.

Zoals bekend zou verhoging van de oestrogeen- en progesteronspiegels tijdens de zwangerschap mogelijk tot een toename van het risico op herhaling van dit type borstkanker kunnen leiden. Daar komt nog bij dat adjuvante endocriene therapie gedurende vijf tot tien jaar wordt voortgezet. Dat is een probleem gezien de leeftijd van de meeste patiënten: hun vruchtbaarheid neemt dan immers af.

Partridge e.a. deden een prospectieve trial. Zij includeerden vrouwen (n=516) die 42 jaar of jonger waren; die stadium I, II of III hormoonreceptorpositieve borstkanker hadden en ten minste achttien en maximaal dertig maanden adjuvante endocriene therapie hadden gekregen en die de therapie tijdelijk wilden staken om zwanger te kunnen worden. De resultaten waren bemoedigend: na een mediane follow-up van 3,4 jaar was de incidentie van borstkanker lager dan een vooraf gespecificeerde veiligheidsdrempel. Bovendien was de driejaarsincidentie vergelijkbaar met die in een extern controlecohort (respectievelijk 8,9% en 9,2%). In totaal werd 74 procent van de patiënten zwanger. Ook het percentage patiënten dat de endocriene therapie hervatte was bemoedigend: slechts 15,4 procent deed dat niet.