Wachttijden voor operaties verschillen sterk tussen zorginstellingen

Er zijn grote verschillen in wachttijden voor operaties tussen universitair medisch centra (umc’s), ziekenhuizen en zelfstandig behandelcentra (zbc’s). Dit blijkt uit recent onderzoek naar de toegankelijkheid van zorg, uitgevoerd door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

In het onderzoek, monitor toegankelijkheid van zorg, keek de NZa hoofdzakelijk naar staar-, knie- en heupoperaties. En kwam tot de conclusie dat de wachttijden tussen zorginstellingen sterk verschillen. Als verklaring geeft de NZa dat umc’s vaker specialistische behandelingen doen, terwijl zbc’s sommige patiënten juist niet kunnen behandelen vanwege medicatiegebruik of onder- of overgewicht.

De gemiddelde wachttijd blijkt voor alle drie de operaties het kortst te zijn bij zbc’s, voor een knieoperatie is het verschil tussen zbc’s en umc’s gemiddeld zelfs 24 weken. Op de tweede plaats volgen de ziekenhuizen, alleen voor een staaroperatie is de wachttijd bij de umc’s gemiddeld zo’n anderhalve week korter dan bij het ziekenhuis. Maar ook dan zijn de zbc’s het snelst.

Volgens de NZa kan de patiënt met deze kennis in het achterhoofd op zoek gaan naar een plek waar de benodigde zorg sneller geregeld kan worden. Het is aan de patiënt om vervolgens contact op te nemen met de behandelend arts, huisarts of zorgverzekeraar om te kijken naar de mogelijkheden.