VGZ handhaaft vergoedingsbeleid afbouwmedicatie antidepressiva

De rechterlijke uitspraak over afbouwmedicatie van antidepressiva is voor VGZ geen reden om het vergoedingsbeleid aan te passen. VGZ wil met de Vereniging Afbouwmedicatie in gesprek over de interpretatie van de uitspraak.

Vereniging Afbouwmedicatie is een patiëntenvereniging die ijvert voor de vergoeding van aangepaste afbouwmogelijkheden voor antidepressiva, zoals taperingstrips met per dag afnemende doseringen. Daar werd een rechtszaak voor aangespannen tegen VGZ, in de hoop op een principe-uitspraak. De rechtbank Gelderland oordeelde onlangs dat VGZ niet mag opleggen dat patiënten lastig te doseren vloeibare medicatie bij de afbouw gebruiken. Maar de zorgverzekeraar hoeft niet standaard aangepaste afbouwmedicatie te vergoeden; het is uiteindelijk aan een arts om te bepalen of een patiënt iets anders dan geregistreerde doseringen nodig heeft, aldus de rechter.

VGZ-woordvoerder Jascha Hagendoorn zegt dat de uitspraak geen aanleiding is om het vergoedingenbeleid voor 2020 te wijzigen. De uitspraak sluit volgens hem aan bij ‘wat VGZ beoogt en hoe VGZ declaraties beoordeelt.’ ‘Artsen zouden per patiënt moeten bekijken of er met geregistreerde producenten uitgekomen kan worden.’

VGZ wil nog met de vereniging in gesprek over de interpretatie van het vonnis. In zijn afwegingen merkt de rechter op dat een zorgverzekeraar magistraal bereide, niet-vloeibare doseringen moet vergoeden als een arts een vloeibare variant niet geschikt acht, mits de dagdoseringen daarvan niet duurder zijn per week dan weekdoseringen. Dat betekent volgens de VGZ-woordvoerder dat de zorgverzekeraar taperingstrips niet hoeft te vergoeden. ‘Taperingstrips zijn veel duurder dan afbouw per week met magistrale bereidingen.’

De Vereniging Afbouwmedicatie beraadt zich nog op eventuele vervolgstappen.