Verticale transmissie SARS-CoV-2-virus is zeldzaam

Het percentage positief geteste baby’s van moeders met covid-19 was laag. Dat bleek uit een systematische review en meta-analyse van John Allotey en collega’s die in The BMJ verscheen.

Van ruim 14 duizend baby’s testte minder dan 2 procent positief voor het SARS-CoV-2-virus via PCR. Het ging om baby’s van zwangere of net bevallen vrouwen die om welke reden dan ook naar het ziekenhuis waren gegaan en met het virus geïnfecteerd waren. Deze bevinding baseren de onderzoekers op hun analyse van 140 van de 472 geïdentificeerde studies die tussen december 2019 en augustus 2021 verschenen. De ernst van de maternale infectie was geassocieerd met een SARS-CoV-2-infectie bij de baby.

Infectiestatus van de baby’s

Van bijna zeshonderd positief geteste baby’s waren gegevens beschikbaar over het tijdstip van de blootstelling en het type en de timing van tests. Uit de analyse van die gegevens bleek dat bij veertien baby’s sprake was van een bevestigde overdracht van moeder op kind. Ook werd SARS-CoV-2-RNA aangetroffen in enkele monsters van vruchtwater, placenta, vaginaal vocht en moedermelk. Maar die samples konden niet gekoppeld worden aan de infectiestatus van de baby’s.

De onderzoekers concluderen dat verticale transmissie van het SARS-CoV-2-virus weliswaar mogelijk is maar ook zeldzaam. In een reactie schrijft Catherine McLean Pirkle dat de bron van de blootstelling in de periode direct na de bevalling moeilijk is te identificeren en dat meer betrouwbare data om verticale transmissie vast te stellen nodig zijn. Desondanks schrijven zowel Allotey en collega’s als McLean Pirkle dat keizersneden, scheiding van moeder en baby bij de geboorte of flesvoeding als interventies vooralsnog niet worden ondersteund door de huidige wetenschappelijke literatuur om overdracht van het SARS-CoV-2-virus van moeder op baby te voorkomen.