Verplicht vermelden BIG-nummer nu echt definitief

Vanaf 1 januari 2021 moeten artsen en andere BIG-geregistreerde zorgverleners hun BIG-nummer verplicht vermelden als erom wordt gevraagd. Ook moeten ze hun BIG-nummer dan vermelden op professionele websites en onder professionele e-mailondertekeningen.

Deze wijziging op het Registratiebesluit is maandag gepubliceerd in het Staatsblad. De bedoeling is eigenlijk dat BIG-geregistreerde zorgverleners en hun werkgevers er vanaf 1 juli 2020 aan gaan werken om deze wijziging in te voeren. Maar mogelijk wordt deze datum én de datum waarop er gehandhaafd gaat worden opgeschoven vanwege de coronacrisis, zo vermeldt het BIG-register op de eigen website.

Eigenlijk moesten zorgverleners al vanaf april 2019 hun BIG-nummer vermelden op hun websites en andere digitale media, op hun briefpapier en facturen, en in de wachtkamer. Maar over die eisen ontstond veel ophef. Het was bijvoorbeeld onduidelijk wat precies wel en niet werd verstaan onder digitale media. Ook zou het vermelden van het BIG-nummer op briefpapier en facturen leiden tot onevenredig grote administratieve lasten. Daarna besloot de minister voor Medische Zorg weer in overleg te gaan met de veldpartijen en een consultatieronde te houden over het ontwerpbesluit.

Het vermelden van BIG-nummers moet gaan bijdragen aan de bekendheid van het bestaan en de functie van het BIG-register. Dat moet weer bijdragen aan de transparantie van zorgkwaliteit en patiëntveiligheid, zo staat in het Staatsblad. De minister schat in dat de invoering van het verplicht melden van het BIG-nummer voor 156.046 beroepsbeoefenaren gevolgen heeft; niet alle beroepsbeoefenaren in het BIG-register worden immers op websites of in mails vermeld. Dat geldt vooral voor verpleegkundigen. Verwacht wordt dat de wijziging in totaal ongeveer 2,8 miljoen euro kost, ongeveer 14 miljoen euro minder dan bij de oorspronkelijke wijziging werd verwacht. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat het per zorgverlener tien minuten en tien euro kost.