Vereniging Afbouwmedicatie vraagt Van Rijn om snelle vergoeding

Maak een eind aan de discussie over de vergoeding van taperingstrips. Die oproep doen psychiater Jim van Os, onderzoeker Peter Groot en voorzitter van de Vereniging Afbouwmedicatie Pauline Dinkelberg aan Martin van Rijn, de nieuwe minister voor Medische Zorg.

Van Rijn stuurde begin april een brief naar de Tweede Kamer waarin hij constateerde dat er meer aanvullend wetenschappelijk onderzoek moet komen naar de vraag hoe afbouwen van antidepressiva het beste kan geschieden, om op basis daarvan zorgverleners ‘meer handvatten te geven’. Hij komt tot die conclusie nadat huisartsen, apothekers en psychiaters in 2018 in een gezamenlijk afbouwdocument opnamen dat een gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing maakt dat er geen concrete, evidencebased aanbevelingen over afbouw kunnen worden gedaan.

In november was er een expertbijeenkomst die het Instituut Verantwoord Medicijngebruik had georganiseerd, waar dit punt naar voren is gebracht. Volgens Van Rijn is daarom nu het ‘veld aan zet om de ontbrekende kennis rond het afbouwen van antidepressiva in te vullen’. Hij wil bekijken of het nodig is dat het ministerie hier ook nog een rol op zich neemt.

Van Os en Groot zijn teleurgesteld in Van Rijns standpunt. Zij zijn van mening dat de bestaande taperingstrips met afnemende dagdosissen antidepressiva in de praktijk voldoende geschikt zijn gebleken om patiënten ‘goed en veilig’ te laten afbouwen zonder onttrekkingsverschijnselen, schrijven ze in een open brief aan de minister. ‘In het belang van alle behandelaars en patiënten doen wij een dringend beroep op u. Maak een eind aan de nu al een aantal jaren vruchteloos voortslepende vergoedingsdiscussie door vergoeding uit het basispakket mogelijk te maken voor alle patiënten aan wie die wordt voorgeschreven.’

Zij ervaren Van Rijns standpunt als een situatie van ‘kastje naar de muur’ en ‘terug naar af’. Ze vinden dat betrokken partijen als zorgverzekeraars, het Zorginstituut, de NZa en het ministerie van VWS naar elkaar of ‘het veld’ blijven wijzen voor wie aan zet is. Ze vinden dat nu eerst moet worden geregeld dat ‘afbouwmedicatie beschikbaar is en mag worden voorgeschreven en dat zorgverzekeraars niet proberen om dat te verhinderen’. Voor gebruik en vergoeding is volgens hen niet nodig om nader onderzoek af te wachten.