Uitkomst complexe hartbehandelingen sterk verbeterd

Een bypassoperatie heeft bij patiënten met drie vernauwde kransslagaders nog altijd de hoogste kans van slagen. De uitkomst voor deze patiënten is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd. Dit geldt ook voor patiënten die gedotterd worden met behulp van de laatste stents. Dat schrijft een internationale groep onderzoekers, onder wie onderzoekers van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven, in The New England Journal of Medicine.

De onderzoekers bepaalden op basis van loting wie van de 1500 patiënten met vernauwingen in alle drie de kransslagaders een bypassoperatie zou krijgen of gedotterd zou worden. In de bypassgroep had 6,9 procent binnen een jaar te maken met een ernstige cardiale of cerebrovasculaire gebeurtenis, zoals overlijden of een beroerte. Bij de patiënten die werden gedotterd gold dit voor 10,6 procent.

Deze uitkomsten waren aanzienlijk beter dan wat de onderzoekers op basis van de beschikbare literatuur verwachtten. Hieruit bleek dat dergelijke complicaties bij dotteren bij ongeveer 18 procent van de patiënten binnen een jaar optreedt. Bij bypassoperaties zou dit bij 12 procent het geval zijn.

Voorkeur

Momenteel heeft dotteren vaak de voorkeur bij patiënten bij wie één of twee kransslagaders vernauwd zijn, omdat hierbij minder complicaties – zoals bloedingen, acuut nierletsel en aritmie –  optreden. Bij patiënten bij wie alle drie de kransslagaders vernauwd zijn, kiezen behandelaren meestal voor een bypassoperatie. Dit onderzoek ondersteunt deze werkwijze.

De onderzoekers volgen de patiënten ook na het eerste jaar om ook de gevolgen op de lange termijn te kunnen onderzoeken. In Nederland heeft 40 procent van de mensen boven de 60 jaar één of meerdere vernauwingen in de kransslagaders.

https://doi.org/10.1056/NEJMoa2112299