Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
3 minuten leestijd
Wetenschap

Toepassing technologie bevordert welzijn thuiswonende ouderen

Plaats een reactie
Bert Beelen/HH
Bert Beelen/HH

Als ouderen zelf kunnen kiezen welke technologie ze thuis willen gebruiken en daarin goed worden begeleid, verbetert hun ervaren kwaliteit van leven. Dit blijkt uit onderzoek door het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)-Campus Den Haag en de gemeente Den Haag.

Het onderzoek, waarover afgelopen week een rapport verscheen, maakt deel uit van het project ‘iZi Gezond Lang Thuis’, waarin wordt onderzocht of langer thuis wonen is te bevorderen met technologie. Er werd naar zowel analoge als digitale toepassingen gekeken, zoals video-intercom, deurspion, kookbeveiliger, personenalarmering, een robotstofzuiger, seniorentablet, senioren smartphone en Tessa, een sociale robot. Het gebruik van al deze middelen werd ondersteund en gemonitord door het iZi-team. De primaire uitkomst van het evaluatieonderzoek was zelfredzaamheid. Secundaire uitkomstmaten: kwaliteit van leven, veiligheid en kosten van zorg.

Eerste auteur van het rapport, huisarts Helen Silvius, ziet wel een beperking aan het onderzoek: ‘Doordat niet alle middelen even ruim beschikbaar waren, kregen sommige ouderen niet de technologie die ze wilden hebben. Verder hebben we ook niet alle ouderen bereikt die waarschijnlijk baat zouden kunnen hebben bij gebruik van technologie.’ Toch zijn de onderzoeksresultaten voldoende robuust om tot drie belangrijke aanbevelingen te komen: de inzet van technologische hulpmiddelen om langer thuis te wonen heeft alleen effect als aangesloten wordt bij de behoefte; ouderen staan open voor gebruik van (hoog)technologische – soms digitale – hulpmiddelen en het is belangrijk om te kijken of er efficiënter kan worden omgegaan met de beperkte middelen door betere selectie van ouderen.’

Onderzoeksleider Niels Chavannes, hoogleraar e-health en hoofd onderzoek afdeling Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde van het LUMC: ‘Technologie kan best digitaal zijn, maar de denkfout is vaak dat het digitaal moet zijn. Er is wat dat betreft veel hype. Onze algemene conclusie is: hoe eenvoudiger, simpeler en minder spectaculair een digitale toepassing is, hoe beter die gaat werken. Neem de robotrollator, een duur ding. In de revalidatie is dat een bruikbaar apparaat, en ook thuis kan die zinvol zijn als patiënten geactiveerd moeten worden na een CVA. Maar de gemiddelde oudere die thuis wil blijven wonen, heeft er weinig aan, omdat het apparaat te groot is voor gebruik in een normaal woonhuis. De setting is dan dus verkeerd voor zo’n apparaat. Juist huis-, tuin- en keukenoplossingen zijn vaak heel nuttig. Een via bluetooth aangestuurd motortje bijvoorbeeld, om ’s nacht een raam open te zetten, of de gordijnen open en dicht doen. Zulke toepassingen geven een gevoel van controle over de eigen situatie.’

Aan de andere kant – en dat was ook voor hem een eyeopener, zegt Chavannes – is er geen enkele reden waarom ouderen van nu niet zouden kunnen omgaan met digitale apparatuur. ‘Sterker nog, ze zijn vaak juist erg geneigd dat te doen, omdat ze meer beperkingen ervaren. Maar het moet dan wel met een klip-en-klare instructie worden aangeboden.’

Omdat het in dit geval om een studie ging naar het welzijn van ouderen, waren medical devices, om bijvoorbeeld hartfalen, COPD of diabetes te monitoren, geen onderwerp van onderzoek. Chavannes: ‘Dat komt ook omdat voor dit soort devices strenge juridische en ethische regels gelden. Fabrikanten willen daarom terecht meer controle over de setting waarin ze worden getest.’ Het is weliswaar niet alles goud wat er blinkt, zegt hij, maar hij is ook op dit gebied hoopvol over de toepassingsmogelijkheden. ‘Het onderzoek dat we deden leert: hoe beter je dergelijke devices inpast in het zorgproces, hoe beter de resultaten zijn die je boekt. Onderzoek naar monitoring van hartfalen bijvoorbeeld wijst op 30 procent minder werkdruk bij cardiologie; patiënten worden namelijk zelfstandiger in het managen van hun ziekte onder het wakend oog van het telemonitoringsysteem.

Lees ook



medisch contact

nummer 25










Nieuws Wetenschap huisartsgeneeskunde ouderengeneeskunde
  • Henk Maassen

    Henk Maassen studeerde biologische psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij werkte kortstondig als onderzoeksassistent en daarna als (freelance) journalist/redacteur voor tal van bladen en uitgeverijen en als voorlichter voor de Tweede Kamer. Sinds 1999 is hij redacteur bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Henk stelt wekelijks de Media & cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.