‘Teleconsultatie voorkomt onnodige verwijzingen’

Teleconsultatie is in de praktijk geen directe vervanger voor een fysieke verwijzing, maar deze relatief nieuwe vorm van contact tussen huisarts en neuroloog of aios kent wel verschillende voordelen. Dat concluderen een aios en een neuroloog van het Alrijne Ziekenhuis na een analyse van alle teleconsulten uitgevoerd in het eerste kwartaal van 2021.

Bij teleconsultatie in het Alrijne Ziekenhuis legt een huisarts via een beveiligd digitaal platform schriftelijk een vraag over een patiënt voor aan een neuroloog of aios. Deze kan de vraag op een zelfgekozen moment beantwoorden. Aios Stefan Knapen en neuroloog Marjolein Eysink Smeets analyseerden 138 (van 146) teleconsulten. Belangrijke vraag was of met teleconsultatie, in het kader van de juiste zorg op de juiste plek, onnodige poliklinische verwijzingen worden voorkomen.

Knapen en Eysink Smeets constateren dat 22 procent van de patiënten voor wie een teleconsult werd verricht in de drie maanden daarna alsnog op de polikliniek verscheen, terwijl voor de rest het teleconsult afdoende was. De meestvoorkomende vraag van huisartsen was of een patiënt wel of niet moest worden verwezen (56%). Vragen omtrent diagnostiek en advies over medicamenteuze behandelingen kwamen ook veel voor. Huisartsen werd in het consult gevraagd aan te geven wat ze zouden hebben gedaan als het teleconsult niet beschikbaar was geweest. In 85 procent van de gevallen had de huisarts dan de neuroloog gebeld. Direct verwijzen werd zeventien keer als optie genoemd. Bij veertien van deze zeventien was een poliklinische verwijzing na het teleconsult niet meer nodig, stellen Knapen en Eysink Smeets.

Knapen en Eysink Smeets zien het teleconsult als een goed alternatief voor het telefonisch consult. Een groot nadeel daarvan, vinden zij, is dat huisarts en specialist tegelijkertijd beschikbaar moeten zijn, en dat is met de toenemende werkdruk steeds lastiger. Voordelen zijn, volgens hen, onder meer dat vraag en antwoord beter worden gedocumenteerd, terwijl dat bij telefonisch overleg nogal eens ontbreekt. Ook ontvangt zowel huisarts als specialist een vergoeding voor de werkzaamheden, wat niet het geval is bij telefonisch overleg.

Het – onder supervisie – beantwoorden van teleconsulten door de aios, werd als leerzaam ervaren, stellen Knapen en Eysink Smeets. Antwoorden van de aios kwamen in de meeste gevallen overeen met het antwoord van de neuroloog. Volgens hen geeft het de mogelijkheid om in relatief korte tijd veel soorten onderwerpen de revue te laten passeren. Ook heeft het als voordeel dat dit type overleg met de huisarts goed te superviseren is in tegenstelling tot een telefonisch overleg, waarbij de aios en supervisie vaak niet op hetzelfde moment aanwezig zijn.